Terug naar bibliotheek
Eerste Boek. De wijze van procederen voor de rechtbanken, de hoven en de Hoge Raad
Zevende titel. Hoger beroep
Derde afdeling. Van de regtspleging in hooger beroep en de gevolgen van hetzelve
Artikel 347

Artikel 347 (Conclusies, incidenteel beroep, excepties hoger beroep)

Laatste versie

1. In hoger beroep worden een conclusie van eis en een conclusie van antwoord genomen.

2. Vervallen.

3. Niettemin zal ingeval van incidenteel beroep of indien door den verweerder eene exceptie tegen het principaal beroep wordt aangevoerd, den appellant, op zijn verlangen, een termijn verleend worden om het incidenteel beroep of de voorgestelde exceptie bij conclusie te beantwoorden.

Uitleg in duidelijke taal

1. In hoger beroep worden een conclusie van eis en een conclusie van antwoord genomen.

Dit betekent letterlijk dat in een procedure van hoger beroep een schriftelijk stuk met de eisen (conclusie van eis) en een schriftelijk stuk met het antwoord daarop (conclusie van antwoord) worden uitgewisseld.

2. Vervallen.

Dit betekent dat dit lid van het artikel niet langer geldig is of is komen te vervallen.

3. Niettemin zal ingeval van incidenteel beroep of indien door den verweerder eene exceptie tegen het principaal beroep wordt aangevoerd, den appellant, op zijn verlangen, een termijn verleend worden om het incidenteel beroep of de voorgestelde exceptie bij conclusie te beantwoorden.

Dit houdt letterlijk in: desondanks (niettemin), wanneer er sprake is van een incidenteel beroep of als de verweerder (den verweerder) een verweermiddel (eene exceptie) tegen het principale beroep aanvoert, zal aan de appellant, als deze daarom verzoekt (op zijn verlangen), een termijn worden gegeven om op dat incidenteel beroep of die voorgestelde exceptie te reageren middels een schriftelijk stuk (bij conclusie).

Rechtspraak waarin dit artikel wordt benoemd

13 uitspraken gevonden
Parket bij de Hoge Raad

ECLI:NL:PHR:2025:870 - Parket bij de Hoge Raad - 29 augustus 2025

ECLI:NL:PHR:2025:87029 augustus 2025Dit wetsartikel wordt 7 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtIntellectueel Eigendomsrecht, Burgerlijk Procesrecht
Internationaal PubliekrechtEuropees Recht
Parket bij de Hoge Raad

ECLI:NL:PHR:2025:1045 - Parket bij de Hoge Raad - 26 september 2025

ECLI:NL:PHR:2025:104526 september 2025Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtOndernemingsrecht, Insolventierecht, Verbintenissenrecht, Burgerlijk Procesrecht
Parket bij de Hoge Raad

ECLI:NL:PHR:2025:957 - Parket bij de Hoge Raad - 5 september 2025

ECLI:NL:PHR:2025:9575 september 2025Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtPersonen en Familierecht, Burgerlijk Procesrecht
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

ECLI:NL:GHARL:2025:4626 - Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden - 24 juli 2025

ECLI:NL:GHARL:2025:462624 juli 2025Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtPersonen en Familierecht, Burgerlijk Procesrecht
Parket bij de Hoge Raad

ECLI:NL:PHR:2025:788 - Parket bij de Hoge Raad - 11 juli 2025

ECLI:NL:PHR:2025:78811 juli 2025Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtVerbintenissenrecht, Bouwrecht, Vastgoedrecht
Gerechtshof Amsterdam

ECLI:NL:GHAMS:2025:2563 - Hof wijst loonvordering af wegens onvoldoende onderbouwing en stelplicht - 30 september 2025

ECLI:NL:GHAMS:2025:256330 september 2025Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

Het hof bekrachtigt de afwijzing van een loonvordering van bijna € 280.000. De appellant heeft onvoldoende feitelijk onderbouwd dat hij tien jaar voor de betreffende B.V. heeft gewerkt. Het hof passeert daarom zijn bewijsaanbod omdat hij niet heeft voldaan aan zijn stelplicht.

Civiel RechtArbeidsrecht, Verbintenissenrecht, Burgerlijk Procesrecht
Gerechtshof Amsterdam

ECLI:NL:GHAMS:2025:2516 - Verjaring vordering zorgplichtschending en overkreditering bij hypotheek uit 2007 - 23 september 2025

ECLI:NL:GHAMS:2025:251623 september 2025Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

Een vordering tot schadevergoeding wegens zorgplichtschending door overkreditering is verjaard. Het hof oordeelt dat de verjaringstermijn aanving toen de hypotheeknemer per e-mail blijk gaf van zijn vermoeden van zorgplichtschending en overkreditering, niet pas na het inwinnen van juridisch advies. Ten overvloede wordt overwogen dat er geen zorgplichtschending was.

Civiel RechtFinancieel Recht, Verbintenissenrecht
Gerechtshof Amsterdam

ECLI:NL:GHAMS:2025:2537 - Gerechtshof Amsterdam - 23 september 2025

ECLI:NL:GHAMS:2025:253723 september 2025Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtFinancieel Recht, Verbintenissenrecht
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

ECLI:NL:GHARL:2025:5166 - Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden - 21 augustus 2025

ECLI:NL:GHARL:2025:516621 augustus 2025Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtPersonen en Familierecht
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

ECLI:NL:GHARL:2025:5020 - Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden - 5 augustus 2025

ECLI:NL:GHARL:2025:50205 augustus 2025Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtVastgoedrecht, Verbintenissenrecht, Bouwrecht
Gerechtshof Den Haag

ECLI:NL:GHDHA:2025:1331 - Gerechtshof Den Haag - 22 juli 2025

ECLI:NL:GHDHA:2025:133122 juli 2025Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtHuurrecht, Burgerlijk Procesrecht
Gerechtshof Amsterdam

ECLI:NL:GHAMS:2025:1709 - Gerechtshof Amsterdam - 1 juli 2025

ECLI:NL:GHAMS:2025:17091 juli 2025Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtVerbintenissenrecht, Burgerlijk Procesrecht, Goederenrecht
Gerechtshof 's-Hertogenbosch

ECLI:NL:GHSHE:2025:1840 - Gerechtshof 's-Hertogenbosch - 1 juli 2025

ECLI:NL:GHSHE:2025:18401 juli 2025Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtBurgerlijk Procesrecht, Vastgoedrecht, Goederenrecht