Artikel 3.1
1. De gemeenteraad stelt voor het gehele grondgebied van de gemeente een of meer bestemmingsplannen vast, waarbij ten behoeve van een goede ruimtelijke ordening de bestemming van de in het plan begrepen grond wordt aangewezen en met het oog op die bestemming regels worden gegeven. Deze regels betreffen in elk geval regels omtrent het gebruik van de grond en van de zich daar bevindende bouwwerken. Deze regels kunnen tevens strekken ten behoeve van de uitvoerbaarheid van in het plan opgenomen bestemmingen, met dien verstande dat deze regels ten aanzien van woningbouwcategorieën uitsluitend betrekking hebben op percentages gerelateerd aan het plangebied.
2. De bestemming van gronden, met inbegrip van de met het oog daarop gestelde regels, wordt binnen een periode van tien jaar, gerekend vanaf de datum van vaststelling van het bestemmingsplan, telkens opnieuw vastgesteld.
3. Telkens indien de gemeenteraad van oordeel is dat de in het bestemmingsplan aangewezen bestemmingen en de met het oog daarop gegeven regels in overeenstemming zijn met een goede ruimtelijke ordening, kan hij, in afwijking van het tweede lid, besluiten tot verlenging van de periode van tien jaar, genoemd in dat lid, met tien jaar.
4. Indien niet voor het verstrijken van de periode van tien jaar, genoemd in het tweede of het derde lid, de raad onderscheidenlijk opnieuw een bestemmingsplan heeft vastgesteld dan wel een verlengingsbesluit heeft genomen, vervalt de bevoegdheid tot het invorderen van rechten terzake van na dat tijdstip door of vanwege het gemeentebestuur verstrekte diensten die verband houden met het bestemmingsplan.
5. Van overschrijding van de in het tweede lid bedoelde periode doen burgemeester en wethouders schriftelijk mededeling. Zij leggen deze mededeling bij het bestemmingsplan waarin de bestemming van de grond laatstelijk is aangewezen, voor eenieder ter inzage. Artikel 3:12, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht is van overeenkomstige toepassing.
Details
[Regeling vervallen per 01-01-2024]
Rechtspraak waarin dit artikel wordt benoemd
ECLI:NL:RVS:2025:3989 - Raad van State - 20 augustus 2025
ECLI:NL:RVS:2025:3076 - Raad van State - 9 juli 2025
ECLI:NL:RVS:2025:3197 - Raad van State - 16 juli 2025
ECLI:NL:RBNNE:2025:2793 - Rechtbank Noord-Nederland - 11 juli 2025
ECLI:NL:RVS:2025:2942 - Raad van State - 2 juli 2025
ECLI:NL:RVS:2025:3219 - Raad van State - 16 juli 2025
ECLI:NL:RVS:2025:3003 - Raad van State - 2 juli 2025
ECLI:NL:RVS:2025:4332 - Raad van State - 10 september 2025
ECLI:NL:RVS:2025:4407 - Wijzigingsplan vernietigd door onvoldoende afstand tot agrarische percelen - 17 september 2025
De Afdeling vernietigt een wijzigingsplan dat woningen mogelijk maakt direct naast agrarische gronden. Het college heeft ten onrechte geen rekening gehouden met het toegestane gebruik van gewasbeschermingsmiddelen op die gronden, waardoor een goede ruimtelijke ordening en een aanvaardbaar woon- en leefklimaat niet zijn gewaarborgd.
ECLI:NL:RBNNE:2025:3355 - Rechtbank Noord-Nederland - 15 augustus 2025
ECLI:NL:RBNNE:2025:3357 - Rechtbank Noord-Nederland - 15 augustus 2025
ECLI:NL:RVS:2025:3102 - Raad van State - 9 juli 2025
ECLI:NL:RVS:2025:3116 - Raad van State - 9 juli 2025
ECLI:NL:RVS:2025:3139 - Raad van State - 9 juli 2025
ECLI:NL:RVS:2025:3568 - Raad van State - 30 juli 2025
ECLI:NL:RVS:2025:4227 - Raad van State - 3 september 2025
ECLI:NL:RBZWB:2025:5921 - Rechtbank Zeeland-West-Brabant - 28 augustus 2025
ECLI:NL:RVS:2025:3549 - Raad van State - 30 juli 2025
ECLI:NL:RBGEL:2025:8223 - Rechtbank Gelderland - 2 oktober 2025
ECLI:NL:RVS:2025:4552 - Bestemming Agrarisch-Grondgebonden onuitvoerbaar bij gebrek aan benodigde grond - 24 september 2025
De Raad van State vernietigt een bestemmingsplan dat de bestemming 'Agrarisch-Grondgebonden' toekent aan percelen die te klein en grotendeels bebouwd zijn. Omdat een grondgebonden bedrijf voldoende open grond vereist, is de bestemming feitelijk en juridisch onuitvoerbaar, wat in strijd is met een goede ruimtelijke ordening.