Artikel IV
Deze wet treedt in werking met ingang van 1 januari 2024, met dien verstande dat: a. artikel 30a, eerste en tweede lid, van de Wet waardering onroerende zaken, artikel 19a, eerste en tweede lid, van de Wet op de belasting van personenauto's en motorrijwielen 1992 en artikel 13a, tweede lid, van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften voor het eerst toepassing vinden met betrekking tot een bezwaar tegen een na dat tijdstip bekendgemaakt besluit en een administratief beroep, beroep, hoger beroep, verzet, beroep in cassatie tegen of een verzoek om herziening van een na dat tijdstip bekendgemaakte beslissing of uitspraak; b. artikel 30a, derde lid, van de Wet waardering onroerende zaken en artikel 19a, derde lid, van de Wet op de belasting van personenauto's en motorrijwielen 1992 voor het eerst toepassing vinden op vergoedingen voor overschrijding van de redelijke termijn waarvan de termijn aanvangt na dat tijdstip.
Rechtspraak waarin dit artikel wordt benoemd
ECLI:NL:RBMNE:2025:4085 - Rechtbank Midden-Nederland - 28 juli 2025
ECLI:NL:RBOBR:2025:4863 - Rechtbank Oost-Brabant - 1 augustus 2025
ECLI:NL:RBZWB:2025:6030 - Rechtbank Zeeland-West-Brabant - 10 september 2025
ECLI:NL:RBOBR:2025:5617 - Rechtbank Oost-Brabant - 9 september 2025
ECLI:NL:RBMNE:2025:4647 - Rechtbank Midden-Nederland - 25 augustus 2025
ECLI:NL:RBOBR:2025:5320 - Rechtbank Oost-Brabant - 25 augustus 2025
ECLI:NL:RBOBR:2025:5118 - Rechtbank Oost-Brabant - 15 augustus 2025
ECLI:NL:RBMNE:2025:4705 - Rechtbank Midden-Nederland - 1 augustus 2025
ECLI:NL:RBOBR:2025:4737 - Rechtbank Oost-Brabant - 28 juli 2025
ECLI:NL:RBMNE:2025:3602 - Rechtbank Midden-Nederland - 17 juli 2025
ECLI:NL:RBMNE:2025:3605 - Rechtbank Midden-Nederland - 17 juli 2025
ECLI:NL:HR:2025:1385 - Hoge Raad: Tariefsverhoging OZB buiten toepassing wegens onzorgvuldige voorbereiding - 26 september 2025
De Hoge Raad oordeelt dat een gemeentelijke tariefsverhoging buiten toepassing moet worden gelaten als de nadelige gevolgen voor belastingplichtigen niet zijn meegewogen. Door deze onzorgvuldige voorbereiding en gebrekkige motivering kan de rechter niet beoordelen of het evenredigheidsbeginsel is geschonden en past het oude tarief toe.