Terug naar bibliotheek
Wet herwaardering proceskostenvergoedingen WOZ en bpmArtikel IV

Artikel IV

Laatste versie

Deze wet treedt in werking met ingang van 1 januari 2024, met dien verstande dat: a. artikel 30a, eerste en tweede lid, van de Wet waardering onroerende zaken, artikel 19a, eerste en tweede lid, van de Wet op de belasting van personenauto's en motorrijwielen 1992 en artikel 13a, tweede lid, van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften voor het eerst toepassing vinden met betrekking tot een bezwaar tegen een na dat tijdstip bekendgemaakt besluit en een administratief beroep, beroep, hoger beroep, verzet, beroep in cassatie tegen of een verzoek om herziening van een na dat tijdstip bekendgemaakte beslissing of uitspraak; b. artikel 30a, derde lid, van de Wet waardering onroerende zaken en artikel 19a, derde lid, van de Wet op de belasting van personenauto's en motorrijwielen 1992 voor het eerst toepassing vinden op vergoedingen voor overschrijding van de redelijke termijn waarvan de termijn aanvangt na dat tijdstip.

Gerelateerde rechtspraak

Hoge Raad96x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2025:46 - Hoge Raad toetst Wet herwaardering proceskostenvergoedingen WOZ en bpm - 16 januari 2025

ECLI:NL:HR:2025:4616 januari 2025Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

De Hoge Raad oordeelt dat de Wet herwaardering proceskostenvergoedingen WOZ en bpm (WHpkv), die proceskostenvergoedingen in WOZ- en bpm-zaken beperkt, geen ongerechtvaardigde ongelijke behandeling vormt en niet in strijd is met het EVRM, IVBPR of Unierecht. De wetgever heeft een legitiem doel en een ruime beoordelingsmarge.

BelastingrechtProcesrecht Belastingen
BestuursrechtBestuursprocesrecht
Hoge Raad50x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2025:106 - Schending informatieplicht WOZ: recht op proceskostenvergoeding ondanks passeren gebrek - 23 januari 2025

ECLI:NL:HR:2025:10623 januari 2025Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

Een schending van de informatieplicht (art. 40 lid 2 Wet WOZ) door de heffingsambtenaar leidt in de regel tot een proceskostenvergoeding. Dit geldt ook als de rechter het gebrek passeert met toepassing van art. 6:22 Awb, tenzij er sprake is van bijzondere omstandigheden.

BelastingrechtLokale Belastingen, Procesrecht Belastingen
BestuursrechtBestuursprocesrecht
Hoge Raad44x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2025:156 - Proceskostenvergoeding WOZ: uitzondering voor verweer tegen rechtsmiddel bestuursorgaan - 30 januari 2025

ECLI:NL:HR:2025:15630 januari 2025Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

De beperking van de proceskostenvergoeding in WOZ-zaken (artikel 30a Wet WOZ) geldt niet voor kosten die een belanghebbende maakt in een hogere instantie, wanneer die zich daar met succes verweert tegen een door het bestuursorgaan ingesteld rechtsmiddel. De bestuursrechter is onbevoegd over de uitbetaling op een specifieke bankrekening.

BelastingrechtLokale Belastingen, Procesrecht Belastingen
BestuursrechtBestuursprocesrecht
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden37x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:GHARL:2024:1 - Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden - 1 januari 2024

ECLI:NL:GHARL:2024:11 januari 2024Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad5x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2025:160 - Ontvangsttheorie digitaal procederen: notificatie is bepalend, niet toegankelijkheid - 30 januari 2025

ECLI:NL:HR:2025:16030 januari 2025Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

Bij digitaal procederen geldt als tijdstip van ontvangst van een gerechtelijk bericht het moment waarop een notificatiebericht is verstuurd (art. 8:36c lid 2 Awb). Slechts als van notificaties is afgezien, is het moment van toegankelijkheid in het digitale systeem bepalend. Een oordeel hierover moet gemotiveerd zijn.

BestuursrechtBestuursprocesrecht
BelastingrechtProcesrecht Belastingen, Lokale Belastingen
Hoge Raad4x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2025:158 - Ontvangsttheorie bij digitaal procederen: notificatiebericht is de hoofdregel - 30 januari 2025

ECLI:NL:HR:2025:15830 januari 2025Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

Bij digitaal procederen geldt de verzending van een notificatiebericht als het moment van ontvangst (art. 8:36c lid 2 Awb). Een bericht is pas ontvangen op het moment dat het toegankelijk wordt in het webportaal als een partij expliciet heeft afgezien van het ontvangen van notificatieberichten.

BestuursrechtBestuursprocesrecht
Hoge Raad3x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2025:155 - Procesbelang vervalt bij tegemoetkoming, Hoge Raad houdt beslissing proceskosten aan - 30 januari 2025

ECLI:NL:HR:2025:15530 januari 2025Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

Indien een bestuursorgaan volledig tegemoetkomt aan de klacht van een belanghebbende, vervalt het procesbelang. Het rechtsmiddel wordt dan niet-ontvankelijk verklaard met een proceskostenveroordeling. Voor de hoogte van die vergoeding in bpm-zaken houdt de Hoge Raad zijn beslissing aan in afwachting van nadere informatie.

BelastingrechtProcesrecht Belastingen
BestuursrechtBestuursprocesrecht
Hoge Raad

ECLI:NL:HR:2025:862 - Proceskostenvergoeding: Vorm incidenteel appel en onbestreden kostenpost niet doorslaggevend - 5 juni 2025

ECLI:NL:HR:2025:8625 juni 2025Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

De Hoge Raad oordeelt dat recht op proceskostenvergoeding voor een incidenteel hoger beroep niet vervalt als dit in één geschrift met het verweer is opgenomen. Tevens mag een in hoger beroep onbestreden kostenvergoeding uit een eerdere fase niet zomaar worden vernietigd.

BelastingrechtMotorrijtuigenbelasting, Procesrecht Belastingen
BestuursrechtBestuursprocesrecht
Hoge Raad

ECLI:NL:HR:2025:702 - BPM-naheffing: Rechter moet oordelen over niet-betwiste onderdelen van de aanslag - 1 mei 2025

ECLI:NL:HR:2025:7021 mei 2025Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

Indien in hoger beroep niet in geschil is dat de Inspecteur een naheffingsaanslag BPM heeft gebaseerd op een onjuist afschrijvingspercentage, moet de rechter de naheffingsaanslag verminderen. Het Hof kan een dergelijk niet-betwist punt niet onbehandeld laten en de aanslag ongewijzigd in stand laten.

BelastingrechtMotorrijtuigenbelasting, Procesrecht Belastingen
Hoge Raad

ECLI:NL:HR:2025:675 - Hoge Raad bevestigt hoger puntentarief proceskostenvergoeding in BPM-zaken - 24 april 2025

ECLI:NL:HR:2025:67524 april 2025Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

De Hoge Raad oordeelt, in lijn met een eerder arrest, dat bij de proceskostenvergoeding voor de bezwaarfase in BPM-zaken moet worden uitgegaan van de hogere waarde per punt uit het Besluit proceskosten bestuursrecht. De zaak wordt aangehouden voor een nader onderzoek naar de cassatiekosten.

BelastingrechtProcesrecht Belastingen
BestuursrechtBestuursprocesrecht