Artikel 8. Oplegging van een Educatieve Maatregel Alcohol en verkeer
1. Het CBR besluit tot oplegging van een Educatieve Maatregel Alcohol en verkeer indien:
a. bij betrokkene een adem- of bloedalcoholgehalte is geconstateerd dat gelijk is aan of hoger is dan 570 µg/l, respectievelijk 1,3 ‰, b. betrokkene binnen een periode van vijf jaar meermalen is aangehouden op verdenking van overtreding van artikel 8, eerste, tweede of derde lid, van de wet, waarbij bij één van de aanhoudingen een adem- of bloedalcoholgehalte is geconstateerd dat gelijk is aan of hoger is dan 350 µg/l, respectievelijk 0,8 ‰, c. betrokkene, in de hoedanigheid van beginnende bestuurder, binnen een periode van vijf jaar meermalen is aangehouden op verdenking van overtreding van artikel 8, derde lid, van de wet, waarbij bij één van de aanhoudingen een adem- of bloedalcoholgehalte is geconstateerd dat gelijk is aan of hoger is dan 220 μg/l, respectievelijk 0,5‰. d. betrokkene weigert mee te werken aan een onderzoek als bedoeld in artikel 8, tweede of derde lid, van de wet, dan wel e. de uitslag van het ingevolge artikel 6, eerste lid, opgelegde onderzoek geen aanleiding geeft tot ongeldigverklaring van het rijbewijs; f. bij betrokkene in de hoedanigheid van beginnende bestuurder een adem- of bloedalcoholgehalte is geconstateerd dat gelijk is aan, dan wel hoger is dan 350 μg/l, respectievelijk 0,8‰. g. betrokkene op grond van artikel 10a, tweede lid, onderdeel c, niet in aanmerking komt voor een Lichte Educatieve Maatregel Alcohol en verkeer.
2. Betrokkene komt niet in aanmerking voor de Educatieve Maatregel Alcohol en verkeer indien:
a. hij onder invloed van alcohol een ongeval heeft veroorzaakt waardoor een ander is gedood of waardoor een ander zwaar lichamelijk letsel is toegebracht, b. blijkt dat hij de Nederlandse taal dan wel een andere taal waarin de Educatieve Maatregel Alcohol en verkeer wordt gegeven, niet of niet in voldoende mate beheerst, c. hij de afgelopen 5 jaar reeds eerder aan de Educatieve Maatregel Alcohol en verkeer heeft deelgenomen, d. hij naar het oordeel van een medisch deskundige lijdt aan een ernstige psychiatrische stoornis of dementie, dan wel aan een langdurige lichamelijke stoornis die deelname onmogelijk maakt, e. het vermoeden bestaat dat er bij betrokkene sprake is van alcoholverslaving, f. hij bij de politie bekend staat als gebruiker van drogerende stoffen.
Details
[Regeling vervallen per 01-12-2011]