Artikel 49
1. Voorwerpen, aangetroffen in het bezit van de opgeëiste persoon, kunnen op verzoek van de uitvaardigende justitiële autoriteit in beslag worden genomen. De inbeslagneming kan door elke officier of hulpofficier van justitie worden gelast.
2. Indien de inbeslagneming niet in het arrondissement Amsterdam heeft plaatsgevonden, wordt de officier van justitie bij het arrondissementsparket Amsterdam daarvan in kennis gesteld en worden voorwerpen bij de overdracht van de opgeëiste persoon of, indien dat onmogelijk is, zo spoedig mogelijk daarna aan hem overgedragen.
3. Bij de in artikel 23, tweede lid, bedoelde vordering legt de officier van justitie een lijst van de in beslag genomen voorwerpen aan de rechtbank over.
4. In geval van overlevering overeenkomstig § E van afdeling 2 van hoofdstuk II, legt de officier van justitie tijdig voorafgaand aan de beslissing van de rechtbank, genoemd in artikel 50, derde lid, in samenhang met artikel 40, eerste lid, een lijst van de in beslag genomen voorwerpen aan de rechtbank over.
Rechtspraak waarin dit artikel wordt benoemd
ECLI:NL:RBAMS:2025:5192 - Rechtbank Amsterdam - 17 juli 2025
ECLI:NL:RBAMS:2025:7404 - Rechtbank Amsterdam - 30 september 2025
ECLI:NL:RBAMS:2025:7073 - Rechtbank Amsterdam staat overlevering aan Oostenrijk toe voor lijstfeit - 25 september 2025
De rechtbank Amsterdam staat de overlevering van een opgeëiste persoon aan Oostenrijk toe op basis van een Europees aanhoudingsbevel. Omdat het feit georganiseerde of gewapende diefstal is opgenomen in de lijst van bijlage I van de Overleveringswet, blijft een onderzoek naar dubbele strafbaarheid achterwege.