Artikel 125 (Bevoegdheid gemeentebestuur oplegging bestuursdwang)
1. Het gemeentebestuur is bevoegd tot oplegging van een last onder bestuursdwang.
2. De bevoegdheid tot oplegging van een last onder bestuursdwang wordt uitgeoefend door het college, indien de last dient tot handhaving van regels welke het gemeentebestuur uitvoert.
3. De bevoegdheid tot oplegging van een last onder bestuursdwang wordt uitgeoefend door de burgemeester, indien de last dient tot handhaving van regels welke hij uitvoert.
4. Een bestuurscommissie bezit de bevoegdheid tot oplegging van een last onder bestuursdwang en de bevoegdheid tot het geven van een machtiging tot binnentreden van een woning slechts indien ook die bevoegdheid uitdrukkelijk is overgedragen.
Uitleg in duidelijke taal
1. Het gemeentebestuur is bevoegd tot oplegging van een last onder bestuursdwang.
Dit lid stelt dat het gemeentebestuur de autoriteit bezit om een "last onder bestuursdwang" op te leggen.
2. De bevoegdheid tot oplegging van een last onder bestuursdwang wordt uitgeoefend door het college, indien de last dient tot handhaving van regels welke het gemeentebestuur uitvoert.
Dit lid specificeert dat het college deze bevoegdheid uitoefent wanneer de "last onder bestuursdwang" bedoeld is om regels te handhaven die door het gemeentebestuur worden uitgevoerd.
3. De bevoegdheid tot oplegging van een last onder bestuursdwang wordt uitgeoefend door de burgemeester, indien de last dient tot handhaving van regels welke hij uitvoert.
Dit lid bepaalt dat de burgemeester de bevoegdheid tot het opleggen van een "last onder bestuursdwang" uitoefent als deze last dient om regels te handhaven die de burgemeester zelf uitvoert.
4. Een bestuurscommissie bezit de bevoegdheid tot oplegging van een last onder bestuursdwang en de bevoegdheid tot het geven van een machtiging tot binnentreden van een woning slechts indien ook die bevoegdheid uitdrukkelijk is overgedragen.
Dit lid stelt dat een bestuurscommissie de bevoegdheid heeft om een "last onder bestuursdwang" op te leggen, en ook de bevoegdheid om een "machtiging tot binnentreden van een woning" te verlenen, maar alleen als deze specifieke bevoegdheden expliciet aan de commissie zijn overgedragen.
Rechtspraak waarin dit artikel wordt benoemd
ECLI:NL:RBLIM:2025:9427 - Rechtbank Limburg - 30 september 2025
ECLI:NL:RBDHA:2025:15456 - Rechtbank Den Haag - 7 juli 2025
ECLI:NL:RBOVE:2025:5454 - Rechtbank Overijssel - 5 september 2025
ECLI:NL:RBROT:2025:9336 - Rechtbank Rotterdam - 11 juli 2025
ECLI:NL:RBZWB:2025:4068 - Rechtbank Zeeland-West-Brabant - 9 juli 2025
ECLI:NL:RBGEL:2025:8094 - Rechtbank Gelderland - 29 september 2025
ECLI:NL:RBOBR:2025:5856 - Rechtbank Oost-Brabant - 22 september 2025
ECLI:NL:RBOVE:2025:5659 - Voorzieningenrechter schorst last onder dwangsom vanwege onredelijk korte begunstigingstermijn - 22 september 2025
De voorzieningenrechter oordeelt dat een begunstigingstermijn bij een last onder dwangsom weliswaar niet onnodig lang mag zijn, maar dat een bestuursorgaan bij bijzondere omstandigheden de belangen van de overtreder, zoals aanzienlijke en onomkeerbare schade, zwaarder moet laten wegen dan het algemeen belang bij handhaving.