Terug naar bibliotheek
Rechtbank Den Haag

ECLI:NL:RBDHA:2025:15456 - Rechtbank Den Haag - 7 juli 2025

Uitspraak

ECLI:NL:RBDHA:2025:154567 juli 2025

Rechtsgebieden

Uitspraak inhoud

REchtbank DEN Haag

Bestuursrecht

zaaknummer: SGR 25/3543

uitspraak van de voorzieningenrechter van 7 juli 2025 op het verzoek om een voorlopige voorziening van

[verzoeker] , te [woonplaats] , verzoeker,

tegen

het college van burgemeester en wethouders van Leiden, verweerder

(gemachtigden: [naam 1] en [naam 2] ).

Inleiding

1.1.1. Met het (primaire) bestreden besluit van 5 mei 2025 heeft verweerder verzoeker een last onder bestuursdwang opgelegd, inhoudende dat verzoeker het voertuig met kenteken [kenteken 1] (de Iveco), dat is aangetroffen op de openbare weg aan de [straatnaam] ter hoogte van nummer [huisnummer] te Leiden en waarvan de Algemene Periodieke Keuring (apk) langer dan één maand verlopen is, voor 8 mei 2025 apk moet laten keuren of zijn voertuig moet verwijderen en verwijderd moet houden van de openbare weg, wegens strijd met de Verordening[1]. Als de strijdigheid niet binnen drie dagen is opgeheven, zal verweerder bestuursdwang toepassen in de vorm van het verwijderen en opslaan van het voertuig voor rekening van verzoeker. [2] Het voertuig zal voor een periode van 13 weken, mogelijk korter, worden opgeslagen en daarna is verweerder bevoegd om het voertuig te verkopen of te vernietigen.

1.1.2. Met het (primaire) bestreden besluit van 5 mei 2025 heeft verweerder verzoeker een last onder bestuursdwang opgelegd, inhoudende dat verzoeker het voertuig (Volkswagen Crafter) zonder kenteken, dat is aangetroffen op de openbare weg [straatnaam] ter hoogte van nummer [huisnummer] te Leiden, uiterlijk 8 mei 2025 moet verwijderen en verwijderd moet houden van de openbare weg. Als de strijdigheid met artikel 40 van de WVW[3] niet binnen drie dagen wordt opgeheven, zal verweerder bestuursdwang toepassen in de vorm van het verwijderen en opslaan van het voertuig voor rekening van verzoeker.[4] Het voertuig zal voor een periode van 13 weken, mogelijk korter, worden opgeslagen en daarna is verweerder bevoegd om het voertuig te verkopen of te vernietigen.

1.2. Verzoeker heeft op 8 mei 2025 bezwaar gemaakt tegen de bestreden besluiten. Hij heeft[5] de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.

1.3. De voorzieningenrechter heeft het verzoek op 23 juni 2025 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: verzoeker en de gemachtigden van verweerder.

Beoordeling door de voorzieningenrechter

  1. Het oordeel van de voorzieningenrechter heeft een voorlopig karakter en bindt de rechtbank in een (eventueel) bodemgeding niet.

Waar gaat deze zaak over?

2.1. Op 5 mei 2025 om 15:42 uur hebben opsporingsambtenaren van de gemeente Leiden waargenomen dat een voertuig (bedrijfsauto merk Iveco), waarvan het kenteken [kenteken 1] is geschorst, zich bevond op de [straatnaam] ter hoogte van nummer [huisnummer] te Leiden. De apk was geldig tot 25 mei 2024 en het voertuig is niet verzekerd. Bij het waarnemings-rapport zijn foto’s gevoegd van het voertuig met de plek waar het zich bevond. Op 5 mei 2025 om 20:40 uur is hetzelfde waargenomen met betrekking tot dit voertuig. Bij het waarnemingsrapport zijn foto’s gevoegd van het voertuig met de plek waar het zich bevond. Vermeld is dat het betreffende bestreden besluit is aangehangen.

Met het (primaire) bestreden besluit van 5 mei 2025 heeft verweerder verzoeker een last onder bestuursdwang opgelegd, inhoudende dat verzoeker het voertuig met kenteken [kenteken 1] voor 8 mei 2025 apk moet laten keuren of zijn voertuig moet verwijderen en verwijderd moet houden van de openbare weg.

2.2. Op 5 mei 2025 om 15:29 uur is waargenomen dat een voertuig (bedrijfsauto merk Volkswagen Crafter, met kentekenplaat [kenteken 2] ) zich bevond op de [straatnaam] ter hoogte van nummer [huisnummer] te Leiden. Het kenteken is geschorst/code 54. Het voertuig heeft officieel geen kenteken vanaf 1 januari 2025 tot 1 januari 2026. Het voertuig mag niet op de openbare weg geplaatst worden. Bij het waarnemingsrapport zijn foto’s gevoegd van het voertuig met de plek waar het zich bevond. Op 5 mei 2025 om 20:47 uur is hetzelfde waargenomen met betrekking tot dit voertuig. Bij het waarnemingsrapport zijn foto’s gevoegd van het voertuig met de plek waar het zich bevond. Vermeld is dat het betreffende bestreden besluit is aangehangen.

Met het (primaire) bestreden besluit van 5 mei 2025 heeft verweerder verzoeker een last onder bestuursdwang opgelegd, inhoudende dat verzoeker het voertuig zonder kenteken uiterlijk 8 mei 2025 moet verwijderen en verwijderd moet houden van de openbare weg.

2.3. Verweerder heeft op 22 mei 2025 meegedeeld dat beide voertuigen op 17 mei 2025 zijn weggesleept door bergingsdienst BRL en nu opgeslagen staan op het terrein van BRL. Dat is ook de locatie waar de voertuigen kunnen worden opgehaald. De voertuigen zullen voor een periode van minimaal 13 weken worden opgeslagen op de locatie. De voertuigen worden pas geveild of vernietigd wanneer de gemeente daar opdracht voor heeft gegeven.

  1. Verzoeker kan zich niet vinden de bestreden besluiten.

Wat is het oordeel van de voorzieningenrechter?

  1. Het spoedeisend belang van verzoeker is een financieel belang. Op zitting heeft verzoeker op zijn mobiele telefoon laten zien dat hij op zijn privérekening een minimaal saldo heeft. Hij heeft meegedeeld dat hij voorts een bedrijfsrekening en cash geld heeft en dat hij leningen heeft uitstaan die hij moet betalen. De voorzieningenrechter overweegt dat niet duidelijk is over welke bedragen verzoeker beschikt op de bedrijfsrekening en in cash. Er is geen inzicht in wat verzoeker financieel aan schulden heeft uitstaan. Verzoeker heeft geen financiële stukken ingediend. Niet is onderbouwd dat een acute financiële noodsituatie dreigt. Er is dus niet gebleken dat sprake is van een spoedeisend belang.

  2. Omdat de voorzieningenrechter van oordeel is dat verzoeker geen spoedeisend belang heeft, kan de door hem gevraagde voorziening alleen nog worden getroffen als het besluit van verweerder evident onrechtmatig is. Met evident onrechtmatig wordt bedoeld dat zonder diepgaand onderzoek naar de relevante feiten en/of het recht zeer ernstig moet worden betwijfeld of het door verweerder ingenomen standpunt juist is en of het besluit van verweerder in de bodemprocedure in stand zal blijven. Naar het voorlopig oordeel van de voorzieningenrechter is daarvan geen sprake. Hiertoe wordt het volgende overwogen.

  3. Verzoeker heeft op zitting bevestigd dat beide voertuigen op 17 mei 2025 zijn weggesleept. Tussen partijen is niet in geschil dat het kenteken van beide voertuigen is geschorst.

  4. Verweerder heeft op zitting meegedeeld dat op de Volkswagen Crafter wel een kenteken aanwezig was. Daarmee is de grondslag van het bestreden besluit (zie 1.1.2) niet juist. In het te nemen besluit op bezwaar zal de grondslag worden gewijzigd.

Dit neemt niet weg dat beide voertuigen als gevolg van een geschorst kenteken niet op de openbare weg mogen staan. Daarom kan de Volkswagen Crafter ook niet in opdracht van verweerder worden teruggezet op de plek waar deze is verwijderd. Verzoeker mag het voertuig ophalen.

  1. Verzoeker stelt dat beide voertuigen niet verwijderd mochten worden. De voertuigen stonden op een door verweerder aangewezen plaats voor voertuigen langer dan zes meter. Verzoeker stelt dat hij met “een druk op de knop” online de schorsing van het kenteken van de Volkswagen Crafter ongedaan kan maken. Het ophalen van de Volkswagen Crafter heeft geen zin, want de accu van het voertuig is inmiddels leeg en het voertuig start niet. De plek waar het voertuig nu staat bevindt zich bovendien in een milieuzone en zijn auto voldoet niet aan de emissie-eisen. Verzoeker kan zijn voertuigen niet op een plek parkeren die niet tot de openbare weg behoort. Hij beschikt daar niet over en ook bij zijn opdrachtgever, voor wie hij met zijn bedrijfsvoertuigen werkt, bestaat die mogelijkheid niet.

  2. De voorzieningenrechter volgt het standpunt van verweerder dat de voertuigen van verzoeker op de openbare weg stonden. De aangewezen plaats voor voertuigen langer dan zes meter behoort tot de openbare weg. De schorsing van de kentekens van beide voertuigen van verzoeker heeft tot gevolg dat beide voertuigen zich gedurende de schorsing niet op de openbare weg mogen bevinden. Daarom was verweerder bevoegd om verzoeker voor beide voertuigen de last onder bestuursdwang op te leggen. Dat wellicht een uitzondering bestaat om gebruik te mogen maken van de openbare weg om naar een keuringsstation te rijden voor een apk, moge zo zijn. Dit zou de Iveco kunnen betreffen, maar van een dergelijke uitzonderingssituatie was op het moment dat dit voertuig is waargenomen op de openbare weg geen sprake. Er was geen sprake van een afspraak voor een apk-keuring.

Verzoeker heeft de voertuigen niet tijdig verwijderd van de openbare weg. Dit heeft tot gevolg gehad dat de bestuursdwang heeft plaatsgevonden en verweerder de voertuigen heeft laten verwijderen. Dat verzoeker de Volkswagen Crafter niet kan ophalen om praktische redenen die buiten verweerder omgaan, kan hier niet aan afdoen.

Conclusie

  1. Het verzoek om een voorlopige voorziening wordt afgewezen. Voor een vergoeding van het griffierecht of een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om een voorlopige voorziening af.

Deze uitspraak is gedaan door mr. C.W. Griffioen, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van A.J. van Rossum, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 7 juli 2025.

griffier voorzieningenrechter

Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.

De Verordening voor de fysieke leefomgeving Leiden 2020.

Artikel 125 van de Gemeentewet in samenhang met artikel 5:21 en artikel 5:29 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en artikel 3.4.7.4. van de Verordening.

De Wegenverkeerswet 1994.

Artikel 125 van de Gemeentewet in samenhang met artikel 5:21 en artikel 5:29 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en artikel 40 van de WVW.

Bij brief van 18 mei 2025, ontvangen bij deze rechtbank op 20 mei 2025.


Voetnoten

De Verordening voor de fysieke leefomgeving Leiden 2020.

Artikel 125 van de Gemeentewet in samenhang met artikel 5:21 en artikel 5:29 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en artikel 3.4.7.4. van de Verordening.

De Wegenverkeerswet 1994.

Artikel 125 van de Gemeentewet in samenhang met artikel 5:21 en artikel 5:29 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en artikel 40 van de WVW.

Bij brief van 18 mei 2025, ontvangen bij deze rechtbank op 20 mei 2025.