Artikel 201 (Definitie huur, vermogensrechten, pacht)
1. Huur is de overeenkomst waarbij de ene partij, de verhuurder, zich verbindt aan de andere partij, de huurder, een zaak of een gedeelte daarvan in gebruik te verstrekken en de huurder zich verbindt tot een tegenprestatie.
2. Huur kan ook op vermogensrechten betrekking hebben. In dat geval zijn de bepalingen van deze afdeling en de afdelingen 2–4 van toepassing, voor zover de strekking van die bepalingen of de aard van het recht zich daartegen niet verzet.
3. De pachtovereenkomst wordt niet als huur aangemerkt.
Uitleg in duidelijke taal
1. Huur is de overeenkomst waarbij de ene partij, de verhuurder, zich verbindt aan de andere partij, de huurder, een zaak of een gedeelte daarvan in gebruik te verstrekken en de huurder zich verbindt tot een tegenprestatie.
Dit lid definieert huur als de overeenkomst. In deze overeenkomst verbindt de ene partij, de verhuurder, zich aan de andere partij, de huurder, om een zaak of een gedeelte daarvan in gebruik te verstrekken. De huurder verbindt zich op zijn beurt tot een tegenprestatie.
2. Huur kan ook op vermogensrechten betrekking hebben. In dat geval zijn de bepalingen van deze afdeling en de afdelingen 2–4 van toepassing, voor zover de strekking van die bepalingen of de aard van het recht zich daartegen niet verzet.
Dit lid stelt dat huur ook op vermogensrechten betrekking kan hebben. Als dat het geval is, zijn de bepalingen van deze afdeling en van de afdelingen 2–4 van toepassing. Dit is echter alleen zo voor zover de strekking van die bepalingen of de aard van het recht zich daartegen niet verzet.
3. De pachtovereenkomst wordt niet als huur aangemerkt.
Dit lid stelt dat de pachtovereenkomst niet als huur wordt aangemerkt.
Rechtspraak waarin dit artikel wordt benoemd
ECLI:NL:GHARL:2025:6137 - Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden - 7 oktober 2025
ECLI:NL:RBOVE:2025:5637 - College moet zelfstandig oordelen of sprake is van huur bij handhavingsverzoek - 19 september 2025
De rechtbank oordeelt dat een bestuursorgaan bij een handhavingsverzoek op grond van de Wet goed verhuurderschap zelfstandig moet onderzoeken en kwalificeren of een overeenkomst als huur kan worden aangemerkt. Het mag deze beoordeling niet afhankelijk stellen van een civielrechtelijk oordeel.
ECLI:NL:RBGEL:2025:6856 - Rechtbank Gelderland - 14 augustus 2025
ECLI:NL:RBMNE:2025:3466 - Rechtbank Midden-Nederland - 14 juli 2025
ECLI:NL:RBMNE:2025:3292 - Rechtbank Midden-Nederland - 7 juli 2025
ECLI:NL:RBOBR:2025:5727 - Rechtbank oordeelt: vakantiepark had waarschuwingsplicht bij dreigende sluiting - 11 september 2025
Een exploitant van een vakantiepark handelt onrechtmatig door een nieuwe huurder van een staanplaats niet te waarschuwen voor het reële, kenbare risico van een gedwongen sluiting. Deze mededelingsplicht, gebaseerd op maatschappelijke betamelijkheid, prevaleert boven een eventuele onderzoeksplicht van de huurder die aanzienlijke investeringen doet.