Terug naar bibliotheek
Boek 7. Bijzondere overeenkomsten
Titel 4. Huur
Afdeling 1. Algemene bepalingen
Artikel 201

Artikel 201 (Definitie huur, vermogensrechten, pacht)

Laatste versie

1. Huur is de overeenkomst waarbij de ene partij, de verhuurder, zich verbindt aan de andere partij, de huurder, een zaak of een gedeelte daarvan in gebruik te verstrekken en de huurder zich verbindt tot een tegenprestatie.

2. Huur kan ook op vermogensrechten betrekking hebben. In dat geval zijn de bepalingen van deze afdeling en de afdelingen 2–4 van toepassing, voor zover de strekking van die bepalingen of de aard van het recht zich daartegen niet verzet.

3. De pachtovereenkomst wordt niet als huur aangemerkt.

Uitleg in duidelijke taal

1. Huur is de overeenkomst waarbij de ene partij, de verhuurder, zich verbindt aan de andere partij, de huurder, een zaak of een gedeelte daarvan in gebruik te verstrekken en de huurder zich verbindt tot een tegenprestatie.

Dit lid definieert huur als de overeenkomst. In deze overeenkomst verbindt de ene partij, de verhuurder, zich aan de andere partij, de huurder, om een zaak of een gedeelte daarvan in gebruik te verstrekken. De huurder verbindt zich op zijn beurt tot een tegenprestatie.

2. Huur kan ook op vermogensrechten betrekking hebben. In dat geval zijn de bepalingen van deze afdeling en de afdelingen 2–4 van toepassing, voor zover de strekking van die bepalingen of de aard van het recht zich daartegen niet verzet.

Dit lid stelt dat huur ook op vermogensrechten betrekking kan hebben. Als dat het geval is, zijn de bepalingen van deze afdeling en van de afdelingen 2–4 van toepassing. Dit is echter alleen zo voor zover de strekking van die bepalingen of de aard van het recht zich daartegen niet verzet.

3. De pachtovereenkomst wordt niet als huur aangemerkt.

Dit lid stelt dat de pachtovereenkomst niet als huur wordt aangemerkt.