Terug naar bibliotheek
Boek 6. Algemeen gedeelte van het verbintenissenrecht
Titel 1. Verbintenissen in het algemeen
Afdeling 6. Nakoming van verbintenissen
Artikel 43

Artikel 43 (Toerekening betaling meerdere verbintenissen)

Laatste versie

1. Verricht de schuldenaar een betaling die zou kunnen worden toegerekend op twee of meer verbintenissen jegens een zelfde schuldeiser, dan geschiedt de toerekening op de verbintenis welke de schuldenaar bij de betaling aanwijst.

2. Bij gebreke van zodanige aanwijzing geschiedt de toerekening in de eerste plaats op de opeisbare verbintenissen. Zijn er ook dan nog meer verbintenissen waarop de toerekening zou kunnen plaatsvinden, dan geschiedt deze in de eerste plaats op de meest bezwarende en zijn de verbintenissen even bezwarend, op de oudste. Zijn de verbintenissen bovendien even oud, dan geschiedt de toerekening naar evenredigheid.

Uitleg in duidelijke taal

1. Verricht de schuldenaar een betaling die zou kunnen worden toegerekend op twee of meer verbintenissen jegens een zelfde schuldeiser, dan geschiedt de toerekening op de verbintenis welke de schuldenaar bij de betaling aanwijst.

Dit lid bepaalt dat wanneer een schuldenaar een betaling doet die kan worden toegerekend op twee of meer verbintenissen die hij heeft bij dezelfde schuldeiser, de toerekening plaatsvindt op de verbintenis die de schuldenaar zelf bij het moment van betaling aanwijst.

2. Bij gebreke van zodanige aanwijzing geschiedt de toerekening in de eerste plaats op de opeisbare verbintenissen. Zijn er ook dan nog meer verbintenissen waarop de toerekening zou kunnen plaatsvinden, dan geschiedt deze in de eerste plaats op de meest bezwarende en zijn de verbintenissen even bezwarend, op de oudste. Zijn de verbintenissen bovendien even oud, dan geschiedt de toerekening naar evenredigheid.

Dit lid beschrijft de procedure voor toerekening indien de schuldenaar niet heeft aangewezen op welke verbintenis de betaling betrekking heeft (bij gebreke van zodanige aanwijzing). In dat geval gebeurt de toerekening als volgt:

  • Allereerst op de verbintenissen die reeds betaald moeten worden (opeisbare verbintenissen).
  • Indien er daarna nog meerdere verbintenissen overblijven waarop de betaling toegerekend zou kunnen worden, dan gebeurt de toerekening eerst op de meest bezwarende verbintenis.
  • Zijn de verbintenissen even bezwarend, dan wordt toegerekend op de oudste verbintenis.
  • Zijn de verbintenissen daarenboven ook even oud, dan vindt de toerekening plaats naar evenredigheid.