Artikel 233 (Vernietigbaarheid beding algemene voorwaarden)
Een beding in algemene voorwaarden is vernietigbaar a. indien het, gelet op de aard en de overige inhoud van de overeenkomst, de wijze waarop de voorwaarden zijn tot stand gekomen, de wederzijds kenbare belangen van partijen en de overige omstandigheden van het geval, onredelijk bezwarend is voor de wederpartij; of b. indien de gebruiker aan de wederpartij niet een redelijke mogelijkheid heeft geboden om van de algemene voorwaarden kennis te nemen.
Uitleg in duidelijke taal
Een beding in algemene voorwaarden is vernietigbaar
Dit betekent dat een specifieke bepaling (een beding) die onderdeel uitmaakt van de algemene voorwaarden, ongedaan gemaakt kan worden (vernietigbaar is), indien aan een van de hierna volgende voorwaarden wordt voldaan:
a. indien het, gelet op de aard en de overige inhoud van de overeenkomst, de wijze waarop de voorwaarden zijn tot stand gekomen, de wederzijds kenbare belangen van partijen en de overige omstandigheden van het geval, onredelijk bezwarend is voor de wederpartij; of
a.
- de aard en de andere inhoud van de overeenkomst,
- de manier waarop de algemene voorwaarden zijn opgesteld (tot stand gekomen),
- de belangen van beide partijen die voor elkaar bekend waren of konden zijn (wederzijds kenbare belangen), en
- alle andere relevante feiten en omstandigheden van de situatie (overige omstandigheden van het geval), een onredelijke last (onredelijk bezwarend) oplegt aan de andere partij (wederpartij); of
b. indien de gebruiker aan de wederpartij niet een redelijke mogelijkheid heeft geboden om van de algemene voorwaarden kennis te nemen.
b. Dit is ook het geval als de partij die de algemene voorwaarden hanteert (de gebruiker) de andere partij (de wederpartij) niet een behoorlijke kans (redelijke mogelijkheid) heeft gegeven om de inhoud van de algemene voorwaarden te lezen en te begrijpen (kennis te nemen).
Rechtspraak waarin dit artikel wordt benoemd
ECLI:NL:PHR:2025:1093 - Parket bij de Hoge Raad - 10 oktober 2025
ECLI:NL:PHR:2025:750 - Parket bij de Hoge Raad - 4 juli 2025
ECLI:NL:PHR:2025:969 - Conclusie P-G: Uitleg leveringsovereenkomst stadsverwarming en verborgen aansluitbijdrage - 12 september 2025
De P-G adviseert de Hoge Raad het cassatieberoep te verwerpen. Het oordeel van het hof dat de leveringsovereenkomst geen rechtsgrond biedt voor het periodiek in rekening brengen van een aansluitbijdrage, is juridisch juist. Onduidelijkheid in de voorwaarden komt voor rekening van de energieleverancier.
ECLI:NL:RBOVE:2025:5800 - Rechtbank Overijssel - 30 september 2025
ECLI:NL:PHR:2025:970 - Conclusie P-G: Rechtsgrond periodieke aansluitbijdrage stadsverwarming en verrekening verjaarde vordering - 12 september 2025
De P-G adviseert de Hoge Raad het arrest te vernietigen. Het hof oordeelde onjuist dat een verjaarde vordering tot terugbetaling van de aansluitbijdrage altijd kan worden verrekend. Voor verrekening is vereist dat de verrekeningsbevoegdheid al bestond vóórdat de vordering verjaarde.
ECLI:NL:RBMNE:2025:4831 - Rechtbank Midden-Nederland - 3 september 2025
ECLI:NL:RBDHA:2025:15048 - Rechtbank Den Haag - 6 augustus 2025
ECLI:NL:RBAMS:2025:5829 - Rechtbank Amsterdam - 5 augustus 2025
ECLI:NL:GHAMS:2025:1765 - Gerechtshof Amsterdam - 8 juli 2025
ECLI:NL:GHAMS:2025:2273 - Gerechtshof Amsterdam - 9 september 2025
ECLI:NL:GHAMS:2025:2402 - Gerechtshof Amsterdam - 9 september 2025
ECLI:NL:RBROT:2025:10238 - Rechtbank Rotterdam - 22 augustus 2025
ECLI:NL:GHARL:2025:4995 - Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden - 12 augustus 2025
ECLI:NL:GHAMS:2025:2111 - Gerechtshof Amsterdam - 5 augustus 2025
ECLI:NL:RBAMS:2025:5843 - Rechtbank Amsterdam - 5 augustus 2025
ECLI:NL:RBOBR:2025:4588 - Rechtbank Oost-Brabant - 16 juli 2025
ECLI:NL:RBNHO:2025:7791 - Rechtbank Noord-Holland - 10 juli 2025
ECLI:NL:HR:2025:1081 - Oneerlijk proceskostenbeding: Hoge Raad stelt prejudiciële vraag aan HvJEU - 4 juli 2025
Een beding dat de consument verplicht alle gerechtelijke kosten van de verhuurder te betalen is oneerlijk. De Hoge Raad vraagt het HvJEU of na schrapping van dit beding de rechter de consument nog mag veroordelen in de proceskosten op basis van het nationale procesrecht (art. 237 Rv).