Terug naar bibliotheek
Boek 3. Vermogensrecht in het algemeen
Titel 2. Rechtshandelingen
Artikel 53

Artikel 53 (Vernietiging rechtshandeling terugwerkende kracht rechterlijke matiging)

Laatste versie

1. De vernietiging werkt terug tot het tijdstip waarop de rechtshandeling is verricht.

2. Indien de reeds ingetreden gevolgen van een rechtshandeling bezwaarlijk ongedaan gemaakt kunnen worden, kan de rechter desgevraagd aan een vernietiging geheel of ten dele haar werking ontzeggen. Hij kan aan een partij die daardoor onbillijk wordt bevoordeeld, de verplichting opleggen tot een uitkering in geld aan de partij die benadeeld wordt.

Uitleg in duidelijke taal

1. De vernietiging werkt terug tot het tijdstip waarop de rechtshandeling is verricht.

Dit betekent dat de vernietiging juridisch effect heeft vanaf het exacte moment dat de rechtshandeling oorspronkelijk werd uitgevoerd, alsof de rechtshandeling vanaf dat beginpunt nooit heeft bestaan.

2. Indien de reeds ingetreden gevolgen van een rechtshandeling bezwaarlijk ongedaan gemaakt kunnen worden, kan de rechter desgevraagd aan een vernietiging geheel of ten dele haar werking ontzeggen. Hij kan aan een partij die daardoor onbillijk wordt bevoordeeld, de verplichting opleggen tot een uitkering in geld aan de partij die benadeeld wordt.

Dit houdt in dat, wanneer de gevolgen die al zijn ontstaan door een rechtshandeling moeilijk zijn terug te draaien (bezwaarlijk ongedaan gemaakt kunnen worden), de rechter op verzoek kan beslissen dat de vernietiging niet, of slechts gedeeltelijk, haar terugwerkende kracht behoudt (haar werking ontzeggen). Bovendien kan de rechter een partij die door deze situatie op een onredelijke manier voordeel verkrijgt (onbillijk wordt bevoordeeld), de verplichting opleggen om een geldbedrag te betalen (uitkering in geld) aan de partij die hierdoor nadeel ondervindt (benadeeld wordt).