Artikel 265f (Contactbeperking uithuisplaatsing gecertificeerde instelling)
1. Voor zover noodzakelijk in verband met de uithuisplaatsing van de minderjarige, kan de gecertificeerde instelling voor de duur daarvan de contacten tussen een met het gezag belaste ouder en de minderjarige beperken.
2. De beslissing van de gecertificeerde instelling geldt als een schriftelijke aanwijzing. Artikel 264 en artikel 265 zijn van overeenkomstige toepassing, met dien verstande dat de kinderrechter een zodanige regeling kan vaststellen als hem in het belang van de minderjarige wenselijk voorkomt.
Uitleg in duidelijke taal
1. Voor zover noodzakelijk in verband met de uithuisplaatsing van de minderjarige, kan de gecertificeerde instelling voor de duur daarvan de contacten tussen een met het gezag belaste ouder en de minderjarige beperken.
Dit lid bepaalt dat, indien het noodzakelijk is in relatie tot de uithuisplaatsing van de minderjarige, de gecertificeerde instelling de bevoegdheid heeft om gedurende de periode van de uithuisplaatsing de contacten tussen een ouder die met het gezag is belast en de minderjarige te beperken.
2. De beslissing van de gecertificeerde instelling geldt als een schriftelijke aanwijzing. Artikel 264 en artikel 265 zijn van overeenkomstige toepassing, met dien verstande dat de kinderrechter een zodanige regeling kan vaststellen als hem in het belang van de minderjarige wenselijk voorkomt.
Dit lid stelt dat de beslissing die de gecertificeerde instelling neemt, wordt beschouwd als een schriftelijke aanwijzing. De artikelen 264 en 265 zijn hierop op een vergelijkbare wijze van toepassing, met de belangrijke kanttekening dat de kinderrechter de vrijheid heeft om een regeling te treffen die hij in het belang van de minderjarige passend acht.