Terug naar bibliotheek
Rechtbank Midden-Nederland

ECLI:NL:RBMNE:2025:4733 - Rechtbank Midden-Nederland - 25 juli 2025

Uitspraak

ECLI:NL:RBMNE:2025:473325 juli 2025

Rechtsgebieden

Uitspraak inhoud

Familie- en Jeugdrecht

Locatie Utrecht

Zaaknummers: C/16/595250 / JE RK 25-939 (machtiging uithuisplaatsing [minderjarige 1 (voornaam)] ) C/16/597220 / JE RK 25-1180 (schriftelijke aanwijzing)

Beschikking van 25 juli 2025

In de zaak met nummer 595250 van:

de Raad voor de Kinderbescherming, Midden-Nederland, [.] , hierna: de Raad,

over

[minderjarige 1], geboren op [2013] in [geboorteplaats] ,

in welke zaak de kinderrechter als belanghebbenden aanmerkt:

[de moeder], wonende in [woonplaats] , advocaat mr. S. Makhloufi,

[de vader], wonende in [woonplaats] , advocaat mr. A.G. Ouwejan,

de gecertificeerde instelling Leger des Heils Jeugdbescherming & Reclassering, gevestigd in [.] .

In de zaak met nummer 597220 van:

[de moeder], wonende in [woonplaats] , hierna: de moeder, advocaat mr. A.G. Ouwejan,

[de vader], wonende in [woonplaats] , hierna: de vader, advocaat mr. A.G. Ouwejan,

over

[minderjarige 2], geboren op [2009] in [geboorteplaats] , hierna: [minderjarige 2 (voornaam)] ,

[minderjarige 1], geboren op [2013] in [geboorteplaats] , hierna: [minderjarige 1 (voornaam)] ,

tegen

de gecertificeerde instelling Leger des Heils Jeugdbescherming & Reclassering, gevestigd in [.] , hierna: de GI.

1 Het (verdere) verloop van de procedure

1.1. Het procesverloop in de procedure met zaaknummer 595250 blijkt uit:

1.2. In de procedure met zaaknummer 597220 neemt de kinderrechter de volgende stukken mee in de beoordeling:

1.3. Op 25 juli 2025 heeft een zitting met gesloten deuren plaatsgevonden. Daarbij waren aanwezig:

  • de heer [B] namens de GI.

1.4. De kinderrechter heeft [minderjarige 1 (voornaam)] naar zijn mening gevraagd over de verlenging van de uithuisplaatsing. [minderjarige 1 (voornaam)] heeft hierover op 24 juli 2025 een gesprek gevoerd met de kinderrechter. Tijdens de zitting heeft de kinderrechter samengevat wat [minderjarige 1 (voornaam)] heeft verteld. De aanwezigen hebben daarop kunnen reageren.

2 De feiten

2.1. De ouders zijn belast met het ouderlijk gezag over [minderjarige 2 (voornaam)] en [minderjarige 1 (voornaam)] .

2.2. [minderjarige 2 (voornaam)] en [minderjarige 1 (voornaam)] zijn bij beschikking van de kinderrechter van deze rechtbank vanaf 18 juni 2025 voorlopig onder toezicht gesteld van de GI, tot 18 september 2025.

2.3. Voor [minderjarige 2 (voornaam)] en [minderjarige 1 (voornaam)] is bij beschikking van de kinderrechter van deze rechtbank van 18 juni 2025 een machtiging tot uithuisplaatsing verleend. De machtiging voor [minderjarige 2 (voornaam)] is daarna bij beschikking van 30 juni 2025 verlengd tot 18 september 2025. De machtiging voor [minderjarige 1 (voornaam)] is bij beschikking van 30 juni 2025 verlengd tot 28 juli 2025, onder aanhouding van het overige. [minderjarige 2 (voornaam)] en [minderjarige 1 (voornaam)] verblijven in een accommodatie jeugdhulpaanbieder.

3 De verzoeken

3.1. In de procedure met zaaknummer 595250 moet de kinderrechter nog een beslissing nemen op het verzoek van de Raad tot verlenging van de machtiging uithuisplaatsing voor [minderjarige 1 (voornaam)] tot het einde van de ondertoezichtstelling, dus tot 18 september 2025.

3.2. In de procedure met zaaknummer 597220 moet de kinderrechter een beslissing nemen op het verzoek van de ouders om te bepalen dat de GI er voor moet zorgdragen dat de kinderen afscheid kunnen nemen van hun overleden opa (mz) op 25 juli 2025 en aanwezig kunnen zijn bij zijn uitvaart op 28 juli 2025.

4 De beoordeling

De uithuisplaatsing van [minderjarige 1 (voornaam)] wordt verlengd

4.1. De kinderrechter wijst het resterende deel van het verzoek van de Raad toe en verlengt de machtiging tot uithuisplaatsing van [minderjarige 1 (voornaam)] tot het einde van de ondertoezichtstelling, dus tot 18 september 2025. De kinderrechter is van oordeel dat de verlenging van de machtiging tot uithuisplaatsing van [minderjarige 1 (voornaam)] noodzakelijk is in het belang van zijn verzorging en opvoeding.[1]

4.2. In de beschikking van 30 juni 2025 heeft de kinderrechter overwogen dat voor [minderjarige 1 (voornaam)] in de vier weken na de zitting door de GI met de ouders een veiligheidsplan opgesteld diende te worden. Dat is niet gebeurd. De GI heeft tijdens de zitting erkend dat er door de GI meer gedaan had moeten worden om te komen tot een veiligheidsplan, en dat dat niet is gebeurd doordat de beoogde gezinsvoogd ziek is geworden. De GI heeft ook naar voren gebracht dat er hoe dan ook onvoldoende ruimte en mogelijkheid is om te komen tot een plan om [minderjarige 1 (voornaam)] nu weer thuis te laten wonen. Dat komt door de nieuwe zorgen die in de afgelopen weken naar voren zijn gekomen en door de houding van de ouders. De officier van justitie heeft aan de GI gemeld dat zorgelijk beeldmateriaal is aangetroffen op de telefoon van [minderjarige 1 (voornaam)] . Daarnaast heeft de school van [minderjarige 1 (voornaam)] aan de GI gemeld dat school zich zorgen maakt over [minderjarige 1 (voornaam)] . Die zorgen hebben te maken met [minderjarige 1 (voornaam)] ’s afwezigheid en gedrag. [minderjarige 1 (voornaam)] komt regelmatig niet of te laat op school, vertelt dat hij veel zorgen heeft over de thuissituatie en wil onder schooltijd vaak bellen naar huis om te vragen of alles goed gaat. Daarnaast heeft school signalen dat [minderjarige 1 (voornaam)] alcohol drinkt en vapet. Hij maakt verder seksueel getinte opmerkingen, oogt vermoeid en maakt opmerkingen over huiselijk geweld. School heeft meerdere afspraken met de ouders gemaakt om de zorgen hierover te bespreken. De ouders zeggen die afspraken echter af waardoor het nog niet is gekomen tot een gesprek. Over de houding van de ouders brengt de GI naar voren dat zij (nog steeds) een ontkennende houding hebben ten aanzien van de zorgen. Dat maakt dat een veiligheidsplan niet aan de orde is. Dat heeft immers alleen zin als de naleving daarvan kan worden gewaarborgd en daarvoor is nodig dat ouders transparant zijn en willen kijken naar hun aandeel.

4.3. De kinderrechter constateert dat het verloop na de zitting van 30 juni 2025 rommelig is geweest. De GI heeft met de rechtbank contact gezocht om duidelijkheid te krijgen over het op te stellen veiligheidsplan. Dat, terwijl er bij die zitting vertegenwoordigers van de GI aanwezig waren en het veiligheidsplan daar is besproken. De kinderrechter vindt het echter niet juist en ook niet terecht dat tijdens de zitting van 25 juli 2025 door de advocaten van de ouders de indruk is gewekt dat [minderjarige 1 (voornaam)] nog niet naar huis kan doordat de GI onvoldoende heeft gedaan om een veiligheidsplan op te stellen. De zorgen over [minderjarige 1 (voornaam)] zijn immers verder toegenomen in de afgelopen weken, terwijl de zorgen daarvoor al groot waren. Daarnaast is zorgelijk dat er een groot contrast is tussen de (nu bekend geworden) zorgen van school en van de politie enerzijds en de houding van de ouders anderzijds, die (blijven) zeggen dat er geen enkele reden tot zorg is. Het zijn deze factoren die – ook als er een veiligheidsplan was gemaakt – eraan bijdragen dat de veiligheid van [minderjarige 1 (voornaam)] bij de ouders thuis nu onvoldoende gewaarborgd is. Om die reden verlengt de kinderrechter de machtiging uithuisplaatsing voor de duur van de voorlopige ondertoezichtstelling.

4.4. De kinderrechter verklaart de beslissing uitvoerbaar bij voorraad, zoals is verzocht. Dat wil zeggen dat de beslissing direct geldt, ook als iemand in hoger beroep gaat.

De schriftelijke aanwijzing blijft in stand

4.5. De advocaat van de vader heeft haar verzoek over de uitvaart van de opa moederszijde van 24 juli 2025 gebaseerd op de geschillenregeling. De GI heeft hierop op 25 juli 2025 (enkele uren voor de zitting) gereageerd.

4.6. Het verzoek dat de vader valt onder niet onder de geschillenregeling. Die is immers bedoeld voor geschillen over de uitvoering van de ondertoezichtstelling. Waar het hier echter om gaat is een beperking van het contact tussen de ouders en de kinderen, nu de GI geen toestemming aan de kinderen geeft om samen met hun ouders afscheid te nemen van hun opa. De advocaat van de vader wil bewerkstelligen dat de kinderrechter bepaalt dat de GI die beperking in dat contact niet kan aanbrengen. Het afscheid vond een uur na de zitting plaats, op vrijdagavond. De begrafenis vond plaats op de maandag daarop. De heeft de verplichting om ambtshalve de rechtsgronden aan te vullen. Partijen hadden een groot belang bij een (spoedige) beslissing op de verzoeken. De kinderrechter heeft de reactie van de GI op het verzoek van de vader opgevat als een schriftelijke aanwijzing op grond van artikel 1:265f BW ter zake het beperken van contact tussen de ouders en de kinderen, en het (hoewel eerder ingediende) verzoek van de vader als een verzoek om de schriftelijke aanwijzing vervallen te verklaren.

4.7. De kinderrechter zal het verzoek van de ouders afwijzen. De GI heeft omwille van de veiligheid van de kinderen besloten om de locatie waar de kinderen verblijven geheim te houden en hecht eraan dat dat zo blijft. De kinderrechter vindt het risico groot dat de plaatsing niet geheim blijft als de jongens hun familie zien bij het afscheid en/of de begrafenis. Van hen kan immers niet worden verwacht dat zij niet vertellen waar zij verblijven, mocht iemand dat aan hen vragen. De politie heeft de GI verder geadviseerd om gesprekken met de vader alleen te laten plaatsvinden op het politiebureau, nu de vader agressief kan zijn. De veiligheid van de kinderen, maar ook die van een begeleider vanuit de GI, bij het afscheid en uitvaart is om die reden onvoldoende geborgd. Daarnaast hebben de kinderen en de ouders tot nu toe alleen contact gehad via beeldbellen, vanwege de zorgen over de fysieke en emotionele veiligheid van de kinderen. Een fysieke ontmoeting tijdens het afscheid of de uitvaart van de opa is daarbij niet passend. De kinderrechter is dan ook van oordeel dat de schriftelijke aanwijzing noodzakelijk is in verband met het doel van de uithuisplaatsing van [minderjarige 2 (voornaam)] en [minderjarige 1 (voornaam)] . De kinderrechter merkt nog op dat de GI heeft aangegeven dat [minderjarige 2 (voornaam)] en [minderjarige 1 (voornaam)] wat de GI betreft via een livestream wel aanwezig zouden kunnen zijn bij de begrafenis. Voor de ouders was dat geen optie, mede omdat niet alle familieleden op de hoogte zijn van de uithuisplaatsing. De GI heeft toegezegd om met [minderjarige 2 (voornaam)] en [minderjarige 1 (voornaam)] te bespreken op welke manier zij afscheid willen en kunnen nemen van hun opa. De brief voor [minderjarige 1 (voornaam)]

4.8. De kinderrechter heeft [minderjarige 1 (voornaam)] per mail een brief gestuurd met daarin de beslissingen. In die brief is het volgende opgenomen:

“Beste [minderjarige 1 (voornaam)] ,

Zoals we gisteren afspraken schrijf ik je om je te laten weten welke beslissingen ik vandaag heb genomen. Ik heb besloten dat jij (net als [minderjarige 2 (voornaam)] ) nog niet naar huis gaat, maar dat je nog een tijdje op de groep blijft waar je nu bent, tot 18 september. Dat is iets anders dan wat jij graag wilde, want jij wil juist graag terug naar huis. En dat begrijp ik heel goed. Maar ik heb best veel zorgen over dingen die ik heb gelezen en gehoord over dingen die thuis zijn gebeurd. Ik vind het belangrijk dat er echt goed wordt gekeken hoe het thuis voor jou (weer) een fijne en veilige plek kan zijn. En daarom vind ik dat je nu nog niet naar huis kan.

Ik heb ook gehoord dat jullie opa is overleden. Dat vind ik heel erg verdrietig voor [minderjarige 2 (voornaam)] en jou. Ik heb begrepen dat je heel dol op je opa was en dat hij zelfs even bij jullie in huis heeft gewoond. Helaas kunnen [minderjarige 2 (voornaam)] en jij niet naar de uitvaart toe. Dat vind ik op dit moment niet goed voor jullie. Jullie hebben je ouders al een tijdje niet gezien en dan is de uitvaart de eerste keer dat jullie elkaar weer zien, met alle familie ook nog erbij. Ik kan me voorstellen dat je daar boos over bent, en dat mag ook. De gezinsvoogd gaat met [minderjarige 2 (voornaam)] en jou bekijken op welke manier jullie toch afscheid kunnen nemen van jullie opa, als jullie dat willen.

[minderjarige 1 (voornaam)] , dit is niet het bericht waarop je had gehoopt, dat spijt mij. Ik vind deze beslissingen echt het beste voor jullie, maar leuk zijn ze niet, dat begrijp ik echt. Ik vond het fijn om gisteren te zien dat het iets beter met je gaat dan de eerste keer dat we elkaar spraken. Het was fijn om je te zien lachen! Hartstikke knap dat je er wat van maakt daar.

Ik wens [minderjarige 2 (voornaam)] en jou een fijne zomer, ondanks alles. Hartelijke groet, Tessa Dopheide (de kinderrechter)

PS hieronder plak ik zoals afgesproken de mails die ik eerder aan [minderjarige 2 (voornaam)] en jou stuurde, maar die jullie dus niet kregen.

“Beste [minderjarige 2 (voornaam)] ,

Afgelopen donderdag spraken we elkaar bij de rechtbank. Ik vertelde je toen dat ik je een mail zou sturen als ik beslissingen had genomen over [minderjarige 1 (voornaam)] en jou. Gisteren heb ik jouw ouders gesproken bij de rechtbank. Ze waren allebei heel verdrietig over wat er is gebeurd. Ze missen [minderjarige 1 (voornaam)] en jou heel erg. Ik heb jouw ouders verteld dat ik me veel zorgen maak over de manier waarop zij met jou omgaan. Misschien is het zo dat je dingen doet die niet mogen en dat zij daar boos over worden. Dat kan. Maar ook dan geldt dat jij een kind bent. En dat jouw ouders altijd de verstandigste moeten zijn, ook als ze boos zijn. Jij moet erop kunnen rekenen dat ze jou helpen als je het moeilijk hebt, zelfs als je stomme dingen doet. En dat je je bij hen en thuis altijd veilig voelt. Je hebt verteld tijdens ons gesprek dat je de komende tijd liever niet naar huis gaat. Je hoofd zat thuis te vol en daar weggaan geeft je wat rust, denk je. Ik ben dat met je eens. Daarom heb ik beslist dat je tot 18 september niet naar huis gaat. Ik vind het heel belangrijk dat jouw ouders goed gaan nadenken over hoe zij de dingen anders kunnen doen. Ze hebben gezegd dat ze het goed vinden als er hulp komt om hen daarbij te helpen. Dat vind ik ook heel belangrijk. Zij moeten nu aan de slag om te zorgen dat het thuis (weer) een plek wordt waar jij je fijn en veilig voelt. Oók als je stomme dingen hebt gedaan. Of als er ruzies zijn. Je vertelde ook dat je je veel zorgen maakt over [minderjarige 1 (voornaam)] en dat je denkt dat hij wel terug naar huis kan. Over [minderjarige 1 (voornaam)] heb ik beslist dat jouw ouders de komende weken een plan moeten maken (samen met de hulpverlening) om te zorgen dat hij weer veilig thuis kan zijn. Over een paar weken bekijk ik of dat plan goed genoeg is, en of [minderjarige 1 (voornaam)] naar huis kan. Misschien gaat hij dus al eerder naar huis dan jij.

Hopelijk geeft deze beslissing jou wat meer rust. Daar ben je wel aan toe na wat er allemaal is gebeurd. En dat heb je ook verdiend. Ik vond het heel bijzonder om jou te ontmoeten. Wat je mij vertelde, en vooral dat je zo open was, heeft op mij veel indruk gemaakt. Het is heel knap dat je dat kon, ook omdat je hele verdrietige en onrustige dagen achter de rug had. Ik waardeer het heel erg dat je naar de rechtbank bent gekomen om je verhaal met mij te delen. Veel succes de komende weken. Hopelijk krijg je je telefoon snel terug en hebben jullie wat meer te doen dan de eerste dagen!”

“Beste [minderjarige 1 (voornaam)] ,

Afgelopen donderdag spraken we elkaar bij de rechtbank. Ik vertelde je toen dat ik je een mail zou sturen als ik beslissingen had genomen over [minderjarige 2 (voornaam)] en jou. Gisteren heb ik jouw ouders gesproken bij de rechtbank. Ze waren allebei heel verdrietig over wat er is gebeurd. Ze missen [minderjarige 2 (voornaam)] en jou ook heel erg. Ik heb jouw ouders verteld dat jij hen ook heel erg mist en dat je heel erg graag naar huis wil. We hebben ook gesproken over de zorgen die er zijn over hoe dingen thuis gingen. En dat het heel belangrijk is dat thuis een veilige plek is, waar je je fijn voelt en waar je niet bang hoeft te zijn. Jouw ouders hebben gezegd dat ze het goed vinden dat er hulp komt om te zorgen dat het thuis (weer) zo’n plek wordt. Ze gaan daarvoor een plan maken, samen met mensen die hen daarbij kunnen helpen. Ik vind het belangrijk dat jij pas naar huis gaat als we weten dat thuis een plek is waar je je veilig voelt. Daarom heb ik besloten dat de uithuisplaatsing nog doorloopt tot 28 juli. Voor die datum wil ik graag weten of het jouw ouders gelukt is om een plan te maken. En dan beslis ik (of een andere rechter) of jij naar huis kan, of dat het toch nog niet veilig genoeg is thuis. Ik hoop voor jou natuurlijk dat je dan naar huis kan, want ik heb gezien hoe graag je dat wil. Hopelijk is voor jou nu een beetje duidelijk hoe het verder gaat. Ik vind het heel bijzonder om jou te ontmoeten. Je kan heel trots op jezelf zijn dat je naar de rechtbank bent gekomen en dat je zo goed hebt verteld wat voor jou belangrijk is. Dat is niet makkelijk, maar je hebt het wel gedaan. Veel succes de komende weken. Hopelijk krijg je je telefoon snel terug en hebben jullie wat meer te doen dan de eerste dagen!””.

5 De beslissing

De kinderrechter:

in de procedure met zaaknummer 595250:

5.1. verlengt de machtiging tot uithuisplaatsing van [minderjarige 1 (voornaam)] in een accommodatie van een jeugdhulpaanbieder met ingang van 28 juli 2025 tot 18 september 2025;

5.2. verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad;

in de procedure met zaaknummer 597220:

5.3. wijst het verzoek van de ouders af.

Tegen eindbeslissingen in deze beschikking is hoger beroep mogelijk bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden. Hiervoor is een advocaat nodig. Wie kunnen hoger beroep instellen:

Artikel 1:265b, eerste lid, BW.


Voetnoten

Artikel 1:265b, eerste lid, BW.