Bijlage bij Besluit proceskosten bestuursrecht
TARIEF als bedoeld in artikel 2, eerste lid, onderdeel a, van het Besluit proceskosten bestuursrecht
Het bedrag van de kosten, bedoeld in artikel 1, onderdeel a, van het Besluit proceskosten bestuursrecht, wordt vastgesteld door aan de verrichte proceshandelingen punten toe te kennen overeenkomstig onderstaande lijst (A) en die punten te vermenigvuldigen met de waarde per punt (B) en met de toepasselijke wegingsfactoren (C).
A: Punten per proceshandeling
A1: procedures waarop hoofdstuk 8 Algemene wet bestuursrecht van toepassing of van overeenkomstige toepassing is
punten | ||
---|---|---|
beroep en hoger beroep | ||
1. | beroepschrift/verweerschrift (artikel 6:4; 8:42) | 1 |
2. | schriftelijk commentaar op conclusie (8:12a, vijfde lid) | 0,5 |
2a. | schriftelijke zienswijze na opmerkingen andere partijen (8:12b, vierde lid) | 0,5 |
3. | repliek/dupliek (8:43, eerste lid) / schriftelijke uiteenzetting (8:43, tweede lid) | 0,5 |
4. | verschijnen (inlichtingen)comparitie (8:44) | 0,5 |
5. | schriftelijke inlichtingen (8:45, eerste lid) | 0,5 |
6. | schriftelijke zienswijze na inlichtingen of advies Europese Commissie (8:45, zesde lid) | 0,5 |
7. | bijwonen mondelinge opmerkingen Europese Commissie of Autoriteit Consument en Markt (8:45a, tweede lid) | 0,5 |
8. | schriftelijke zienswijze na opmerkingen Europese Commissie of Autoriteit Consument en Markt (8:45a, vierde lid) | 0,5 |
9. | bijwonen getuigenverhoor (8:46) | 0,5 |
10. | schriftelijke zienswijze na verslag deskundigenonderzoek (8:47, vijfde lid) | 0,5 |
11. | bijwonen onderzoek ter plaatse (8:50, derde lid) | 0,5 |
12. | schriftelijke zienswijze na bestuurlijke lus (8:51b, derde lid) | 0,5 |
13. | verschijnen zitting (8:55, tiende lid, en 8:56) | 1 |
14. | nadere zitting (8:64, vierde lid) na tussenuitspraak (8:80a) | 1 |
15. | nadere zitting (8:64) anders dan na tussenuitspraak | 0,5 |
16. | schriftelijke zienswijze na incidenteel hoger beroep (8:110, derde lid) | 1 |
verzet | ||
17. | verzetschrift (8:55, eerste lid) | 0,5 |
18. | verschijnen zitting (8:55, vierde lid) | 0,5 |
voorlopige voorziening | ||
19. | verzoekschrift (8:81, 8:87) | 1 |
20. | verschijnen zitting (8:83) | 1 |
schadevergoeding onrechtmatig besluit | ||
21. | verzoekschrift (8:90, eerste lid, en 8:91) | 1 |
herziening | ||
22. | verzoekschrift (8:119) | 1 |
cassatie | ||
23. | beroepschrift/verweerschrift/schriftelijke zienswijze na incidenteel beroep | 2 |
24. | repliek/dupliek | 2 |
25. | mondelinge of schriftelijke toelichting | 2 |
26. | schriftelijk commentaar op conclusie procureur-generaal Hoge Raad | 0,5 |
A2: Prejudiciële procedures bij de Hoge Raad
1. schriftelijke opmerkingen (artikel 27gc, eerste lid, van de Algemene wet inzake rijksbelastingen) | 2 |
2. mondelinge of schriftelijke toelichting (artikel 27gc, vierde lid, van de Algemene wet inzake rijksbelastingen) | 2 |
3. schriftelijk commentaar op conclusie procureur-generaal Hoge Raad (artikel 27gc, zesde lid, van de Algemene wet inzake rijksbelastingen) | 0,5 |
4. schriftelijke opmerkingen na herformulering rechtsvraag (artikel 27gc, zevende lid, van de Algemene wet inzake rijksbelastingen) | 0,5 |
5. schriftelijke reactie op uitspraak Hoge Raad (artikel 27ge van de Algemene wet inzake rijksbelastingen) | 0,5 |
A3: prejudiciële procedures bij het Hof van Justitie van de Europese Unie
1. | schriftelijke opmerkingen | 2 |
2. | verschijnen mondelinge behandeling | 2 |
A4: procedures bij het Benelux-gerechtshof
1. | memorie | 2 |
2. | pleidooi | 2 |
A5: Bezwaar en administratief beroep
punten | ||
---|---|---|
Bezwaar en administratief beroep | ||
1. | bezwaarschrift/beroepschrift (artikel 6:4) | 1 |
2. | verschijnen hoorzitting (artikel 7:2; 7:16) | 1 |
3. | nadere hoorzitting (artikel 7:9/7:23) | 0,5 |
B: Waarde per punt
B1. Beroep en hoger beroep 1 punt = € 907. B2. Bezwaar en administratief beroep 1 punt = € 647.
C: Wegingsfactoren
C1: Gewicht van de zaak
gewicht | factor |
---|---|
zeer licht | 0,25 |
licht | 0,5 |
gemiddeld | 1 |
zwaar | 1,5 |
zeer zwaar | 2 |
C2: Samenhangende zaken
aantal samenhangende zaken | factor |
---|---|
minder dan 4 | 1 |
4 of meer | 1,5 |
Rechtspraak waarin dit artikel wordt benoemd
ECLI:NL:RBNHO:2025:8591 - Rechtbank Noord-Holland - 11 juli 2025
ECLI:NL:GHDHA:2025:1701 - Gerechtshof Den Haag - 8 juli 2025
ECLI:NL:GHDHA:2025:1704 - Gerechtshof Den Haag - 8 juli 2025
ECLI:NL:GHDHA:2025:1554 - Gerechtshof Den Haag - 24 juli 2025
ECLI:NL:RVS:2025:4178 - Raad van State - 2 september 2025
ECLI:NL:GHDHA:2025:1556 - Gerechtshof Den Haag - 24 juli 2025
ECLI:NL:GHARL:2025:5903 - Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden - 23 september 2025
ECLI:NL:RVS:2025:2864 - Raad van State - 2 juli 2025
ECLI:NL:HR:2025:1375 - Proceskostenvergoeding BPM: instapvergoeding van € 750 is geen no cure no pay - 26 september 2025
Een substantiële instapvergoeding van € 750 per auto, die een cliënt ongeacht de uitkomst verschuldigd is, leidt tot een financieel risico. Daardoor is geen sprake van 'no cure no pay'. Dit vormt een bijzonder geval, waardoor de proceskostenvergoeding niet wordt beperkt door de WHpkv.
ECLI:NL:HR:2025:1376 - Instapvergoeding van €750 sluit no cure no pay uit bij bpm-zaken - 26 september 2025
De Hoge Raad oordeelt dat een gemachtigde die een instapvergoeding van €750 exclusief btw vraagt, niet op basis van no cure no pay werkt. Dit vormt een bijzonder geval onder de Wet herwaardering proceskostenvergoedingen WOZ en BPM, waardoor de standaard lagere proceskostenvergoeding niet van toepassing is.
ECLI:NL:HR:2025:1377 - Hoge Raad: Instapvergoeding van € 750 is geen no cure no pay - 26 september 2025
De Hoge Raad oordeelt dat een gemachtigde die een vaste instapvergoeding van € 750 per zaak rekent, niet op basis van 'no cure no pay' werkt. Dit bedrag is geen symbolische bijdrage, waardoor de cliënt een reëel financieel risico loopt en er sprake is van een 'bijzonder geval'.
ECLI:NL:HR:2025:1378 - Proceskostenvergoeding BPM: substantiële instapvergoeding is geen no cure no pay - 26 september 2025
De Hoge Raad oordeelt dat een gemachtigde die een substantiële instapvergoeding van € 750 rekent, niet op basis van "no cure no pay" werkt. Dit vormt een "bijzonder geval", waardoor de lagere proceskostenvergoedingen uit de Wet herwaardering proceskostenvergoedingen WOZ en bpm (WHpkv) niet van toepassing zijn.
ECLI:NL:HR:2025:1379 - Proceskostenvergoeding BPM: instapvergoeding van € 750 is geen resultaat geen betaling - 26 september 2025
De Hoge Raad oordeelt dat een gemachtigde die voor elke bpm-procedure een instapvergoeding van € 750 rekent, niet op basis van 'no cure no pay' werkt. Dit bedrag is geen symbolische bijdrage, waardoor de cliënt een reëel financieel risico loopt en er sprake is van een 'bijzonder geval'.
ECLI:NL:HR:2025:1380 - Proceskostenvergoeding bpm: substantiële instapvergoeding is geen no cure no pay - 26 september 2025
De Hoge Raad oordeelt dat het hanteren van een substantiële instapvergoeding van € 750 per auto, die de klant altijd verschuldigd is, bewijst dat geen sprake is van rechtsbijstand op basis van 'no cure no pay'. Dit vormt een bijzonder geval waardoor de proceskostenvergoeding niet beperkt wordt door de WHpkv.
ECLI:NL:HR:2025:1381 - Proceskostenvergoeding bpm: instapvergoeding van € 750 is geen no cure no pay - 26 september 2025
De Hoge Raad oordeelt dat een gemachtigde die een instapvergoeding van € 750 per auto rekent, niet op basis van 'no cure no pay' werkt. Dit bedrag is substantieel genoeg om als financieel risico voor de klant te gelden, waardoor sprake is van een 'bijzonder geval'.
ECLI:NL:HR:2025:1382 - Proceskostenvergoeding bpm: instapvergoeding van € 750 is geen no cure no pay - 26 september 2025
De Hoge Raad oordeelt dat een gemachtigde die voor elke bpm-procedure een instapvergoeding van € 750 exclusief omzetbelasting rekent, niet op basis van 'no cure no pay' werkt. Dit bedrag is geen symbolische bijdrage, waardoor de cliënt een reëel financieel risico loopt.
ECLI:NL:HR:2025:1383 - Proceskostenvergoeding BPM: instapvergoeding van € 750 is geen resultaatafhankelijke vergoeding - 26 september 2025
De Hoge Raad oordeelt dat een gemachtigde die voor elke bpm-procedure een vaste instapvergoeding van € 750 exclusief btw rekent, niet op basis van 'no cure no pay' werkt. Dit bedrag is geen symbolische bijdrage, waardoor de cliënt een reëel financieel risico loopt.