Terug naar bibliotheek
Besluit ontgrondingen in rijkswaterenArtikel 5

Artikel 5

Laatste versie

1. In afwijking van artikel 10, eerste lid, van de Ontgrondingenwet zijn op de voorbereiding van een beschikking als bedoeld in artikel 8, eerste lid, van die wetafdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht en afdeling 13.2 van de Wet milieubeheer niet van toepassing voor zover het betreft:

a. de verlenging van een bestaande vergunning, indien de termijn van verlenging, tezamen met eventuele eerdere verlengingstermijnen, niet meer bedraagt dan de helft van de oorspronkelijke vergunningstermijn, of b. een ontgronding op een afstand van tenminste 500 meter van buisleidingen, kabels, oevers, andere vaste objecten of aanwezige of te verwachten monumenten indien die ontgronding plaatsvindt:

1°. tot 2 meter diepte ten opzichte van de oorspronkelijke zeebodem in delen van de Noordzee zeewaarts van de doorgaande NAP-min 20 meterdieptelijn waar niet eerder tot die diepte is ontgrond, of 2°. in vaargeulen in krachtens artikel 8, eerste lid, van de Ontgrondingenwet aangewezen rijkswateren.

2. Het eerste lid is niet van toepassing op:

a. activiteiten, genoemd in het Besluit milieueffectrapportage; b. ontgrondingen in een gebied als bedoeld in artikel 2, tweede lid.

Details

[Regeling vervallen per 01-01-2024]