Artikel 4
1. Een aanvraag tot verlening, wijziging of intrekking van een vergunning voor ontgrondingen in krachtens artikel 8, eerste lid, van de Ontgrondingenwet aangewezen rijkswateren wordt bij Onze Minister ingediend.
2. Een aanvraag tot verlening van een vergunning vermeldt ten minste:
a. het beroep of bedrijf van de aanvrager; b. naam, type en registratiegegevens van het te gebruiken schip of de te gebruiken schepen; c. de locatie van de ontgronding, weer te geven door:
1°. in de Noordzee: coördinaten, met opgave van het gebruikte coördinatenstelsel; 2°. in andere rijkswateren met een breedte van meer dan 500 meter: een kaart met een schaal van ten minste 1:50 000, met opgave van het gebruikte coördinatenstelsel; 3°. in de overige rijkswateren, een tekening met kadastrale aanduiding van ten minste 1:2500, waarop de te ontgronden onroerende zaken of gedeelten van onroerende zaken en aangrenzende percelen zijn weergegeven, alsmede een uittreksel uit de basisregistratie kadaster van elk perceel, waarop de aanvraag betrekking heeft;
d. een opgave van de oppervlakte, de wijze van uitvoering en de diepte van de ontgronding; e. de periode waarin de ontgronding zal plaatsvinden en de aard en hoeveelheid van de vaste stoffen die met de ontgronding gewonnen kan worden; f. een opgave van de redenen van de ontgronding en van de aan het afkomende bodemmateriaal te geven bestemming, de aanlandingsplaats en de maximale vaarafstand daarheen; g. een beschrijving van het water waarop de aanvraag betrekking heeft, onder vermelding van het huidige gebruik daarvan en, voor zover van toepassing, van de gemeente waarin het water is gelegen, en h. een beschrijving van de toestand waarin het terrein of de bodem van het water na de ontgronding wordt gebracht, onder vermelding van de daaraan te geven bestemming.
3. Op verzoek van Onze Minister verstrekt de aanvrager de resultaten van voor de belangenafweging benodigde onderzoeken.
4. Het tweede en derde lid zijn van toepassing op een aanvraag tot wijziging van een vergunning, voor zover de in die leden bedoelde gegevens en bescheiden niet reeds bij de aanvraag tot verlening van de vergunning zijn verstrekt en sindsdien niet zijn gewijzigd.
5. Op een ontgronding als bedoeld in het eerste lid, is artikel 1, tweede lid, van overeenkomstige toepassing.
Details
[Regeling vervallen per 01-01-2024]