Bijlage 32. Verordening (EU) 2021/23 (CCPRRR – herstel en afwikkeling centrale tegenpartijen)
Bijlage 32: Verordening (EU) 2021/23 (CCPRRR – herstel en afwikkeling centrale tegenpartijen)
Verordening (EU) 2021/23 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2020 betreffende een kader voor het herstel en de afwikkeling van centrale tegenpartijen en tot wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 1095/2010, (EU) nr. 648/2012, (EU) nr. 600/2014, (EU) nr. 806/2014 en (EU) 2015/2365, en de Richtlijnen 2002/47/EG, 2004/25/EG, 2007/36/EG, 2014/59/EU en (EU) 2017/1132 (PbEU 2021, L 22)
1: Bevoegde autoriteit in de zin van de verordening
Afwikkelingsautoriteit: De Nederlandsche Bank.
2: Handhaving door middel van last onder dwangsom of bestuurlijke boete
| Last onder dwangsom | Bestuurlijke boete |
|---|---|
| 9, eerste tot en met vierde lid, zesde tot en met elfde lid, dertiende en veertiende lid, zestiende tot en met eenentwintigste lid en drieëntwintigste lid | 9, eerste tot en met vierde lid, zesde tot en met elfde lid, dertiende en veertiende lid, zestiende tot en met eenentwintigste lid en drieëntwintigste lid |
| 9, vijftiende lid (RTS) | 9, vijftiende lid (RTS) |
| 10, eerste lid en achtste tot en met tiende lid | 10, eerste lid en achtste tot en met tiende lid |
| 12, zesde lid | 12, zesde lid |
| 13 | 13 |
| 15, derde lid | 15, derde lid |
| 16, derde, zesde en zevende lid | 16, derde, zesde en zevende lid |
| 18, eerste, vijfde en zevende lid | 18, eerste, vijfde en zevende lid |
| 19, eerste lid | 19, eerste lid |
| 20, eerste lid | 20, eerste lid |
| 20, tweede lid (RTS) | 20, tweede lid (RTS) |
| 23, derde lid | 23, derde lid |
| 27, derde, vijfde en zesde lid | 27, derde, vijfde en zesde lid |
| 29, derde, vijfde en zesde lid | 29, derde, vijfde en zesde lid |
| 30, tweede, vierde en zesde lid | 30, tweede, vierde en zesde lid |
| 31 | 31 |
| 33, zesde lid | 33, zesde lid |
| 34 | 34 |
| 35, eerste lid | 35, eerste lid |
| 36, eerste lid | 36, eerste lid |
| 37, vierde lid (RTS) | 37, vierde lid (RTS) |
| 38, tweede lid | 38, tweede lid |
| 39 | 39 |
| 40, zesde, negende en elfde lid | 40, zesde, negende en elfde lid |
| 42, zevende en elfde lid | 42, zevende en elfde lid |
| 48, eerste lid | 48, eerste lid |
| 49, eerste lid | 49, eerste lid |
| 51, eerste en tweede lid | 51, eerste en tweede lid |
| 53, eerste en tweede lid | 53, eerste en tweede lid |
| 63, tweede lid (RTS) | 63, tweede lid (RTS) |
| 70, eerste lid | 70, eerste lid |
| 77, derde lid | 77, derde lid |
3: Ontzegging bevoegdheid om bepaalde functies uit te oefenen
De Nederlandsche Bank kan bij overtreding van de artikelen 9, 13 of 70 van de verordening aan de overtreder of, indien de overtreding is begaan door een rechtspersoon, de natuurlijke personen die tot de betrokken gedraging opdracht hebben gegeven of daaraan feitelijk leiding hebben gegeven, tijdelijk de bevoegdheid ontzeggen om het beleid te bepalen en leiding te geven bij een centrale tegenpartij als bedoeld in artikel 2, onderdeel 1, van Verordening (EU) nr. 648/2012 (verordening) (EMIR).
4: Openbaarmaking overtredingen
De Nederlandsche Bank kan bij een overtreding van het bij of krachtens de verordening bepaalde de overtreding en de naam van de overtreder door middel van een openbare verklaring openbaar maken.