Terug naar bibliotheek
Besluit emissiearme huisvestingArtikel 3. (ammoniak diercategorie melk- en kalfkoeien)

Artikel 3. (ammoniak diercategorie melk- en kalfkoeien)

Laatste versie

1. Degene die een inrichting drijft waarin landbouwhuisdieren worden gehouden, past in een dierenverblijf voor de diercategorie melk- en kalfkoeien ouder dan 2 jaar geen huisvestingssystemen toe met een emissiefactor voor ammoniak die hoger is dan de maximale emissiewaarde voor ammoniak die is vermeld in bijlage 1, waarbij de maximale emissiewaarde in:

a. kolom A geldt voor een dierenverblijf dat is opgericht op uiterlijk 30 juni 2015, met uitzondering van een huisvestingssysteem dat deel uitmaakt van:

een dierenverblijf dat is opgericht op uiterlijk 30 juni 2015 waarin melk- en kalfkoeien ouder dan 2 jaar worden gehouden volgens de biologische productiemethode; een dierenverblijf dat is opgericht op uiterlijk 1 april 2008; een dierenverblijf dat is opgericht na 1 april 2008 en waarvoor op uiterlijk 31 maart 2008 een milieuvergunning op grond van artikel 8.1 van de Wet milieubeheer of, indien geen milieuvergunning vereist was, een bouwvergunning op grond van artikel 40, eerste lid, van de Woningwet, is verleend; een dierenverblijf dat is uitgebreid na 1 april 2008 met niet meer dan 20 dierplaatsen;

b. kolom B geldt voor een dierenverblijf dat is opgericht op of na 1 juli 2015 en voor 1 januari 2018; c. kolom C geldt voor een dierenverblijf dat is opgericht op of na 1 januari 2018.

2. In afwijking van het eerste lid, aanhef en onderdeel b, geldt voor een dierenverblijf dat is opgericht op of na 1 juli 2015, waarvoor op uiterlijk 30 juni 2015 een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onderdeel a, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht onherroepelijk is en dat is opgericht voor 1 oktober 2016, kolom A in plaats van kolom B.

3. In afwijking van het eerste lid, aanhef en onderdeel b, geldt voor een dierenverblijf dat is opgericht op of na 1 juli 2015, waarvoor op uiterlijk 30 juni 2015 een aanvraag omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onderdeel a, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht is ingediend die voldoet aan de indieningsvereisten als bedoeld in hoofdstuk 2 van de Regeling omgevingsrecht waarbij die vergunning niet onherroepelijk is en dat is opgericht binnen 15 maanden nadat die omgevingsvergunning onherroepelijk is, kolom A in plaats van kolom B.

Details

[Regeling vervallen per 01-01-2024]