Terug naar bibliotheek
Hoofdstuk 8. Bijzondere bepalingen over de wijze van procederen bij de bestuursrechter
Titel 8.2. Behandeling van het beroep in eerste aanleg
Afdeling 8.2.6. Uitspraak
Artikel 8:75

Artikel 8:75 (Bevoegdheid bestuursrechter proceskostenveroordeling)

Laatste versie

1. De bestuursrechter is bij uitsluiting bevoegd een partij te veroordelen in de kosten die een andere partij in verband met de behandeling van het beroep bij de bestuursrechter, en van het bezwaar of van het administratief beroep redelijkerwijs heeft moeten maken. De artikelen 7:15, tweede tot en met vierde lid, en 7:28, tweede, vierde en vijfde lid, zijn van toepassing. Een natuurlijke persoon kan slechts in de kosten worden veroordeeld in geval van kennelijk onredelijk gebruik van procesrecht. Bij algemene maatregel van bestuur worden nadere regels gesteld over de kosten waarop een veroordeling als bedoeld in de eerste volzin uitsluitend betrekking kan hebben en over de wijze waarop bij de uitspraak het bedrag van de kosten wordt vastgesteld.

2. In geval van een veroordeling in de kosten ten behoeve van een partij aan wie ter zake van het beroep bij de bestuursrechter, het bezwaar of het administratief beroep een toevoeging is verleend krachtens de Wet op de rechtsbijstand, wordt het bedrag van de kosten betaald aan de rechtsbijstandverlener. De rechtsbijstandverlener stelt de belanghebbende zoveel mogelijk schadeloos voor de door deze voldane eigen bijdrage. De rechtsbijstandverlener doet aan de Raad voor rechtsbijstand opgave van een kostenvergoeding door het bestuursorgaan.

Uitleg in duidelijke taal

1. De bestuursrechter is bij uitsluiting bevoegd een partij te veroordelen in de kosten die een andere partij in verband met de behandeling van het beroep bij de bestuursrechter, en van het bezwaar of van het administratief beroep redelijkerwijs heeft moeten maken. De artikelen 7:15, tweede tot en met vierde lid, en 7:28, tweede, vierde en vijfde lid, zijn van toepassing. Een natuurlijke persoon kan slechts in de kosten worden veroordeeld in geval van kennelijk onredelijk gebruik van procesrecht. Bij algemene maatregel van bestuur worden nadere regels gesteld over de kosten waarop een veroordeling als bedoeld in de eerste volzin uitsluitend betrekking kan hebben en over de wijze waarop bij de uitspraak het bedrag van de kosten wordt vastgesteld.

Dit lid bepaalt het volgende:

  • De bestuursrechter heeft de exclusieve bevoegdheid om een partij te veroordelen tot het betalen van de kosten. Het gaat hier om kosten die een andere partij redelijkerwijs heeft moeten maken voor de behandeling van het beroep bij de bestuursrechter, en ook voor de behandeling van het bezwaar of het administratief beroep.
  • De bepalingen uit artikel 7:15, specifiek het tweede tot en met het vierde lid, en uit artikel 7:28, specifiek het tweede, vierde en vijfde lid, zijn hierop van toepassing. Deze artikelen regelen de kostenvergoeding in de bezwaar- en administratief beroepsprocedures.
  • Een natuurlijke persoon (een individu) kan alleen worden veroordeeld tot het betalen van de kosten als er sprake is van kennelijk onredelijk gebruik van procesrecht. Dit betekent dat de persoon de procedure op een overduidelijk onredelijke manier heeft gebruikt.
  • Er zullen nadere regels worden vastgesteld via een algemene maatregel van bestuur. Deze regels specificeren op welke kosten een veroordeling zoals genoemd in de eerste zin (de kostenveroordeling door de bestuursrechter) uitsluitend betrekking kan hebben. Ook bepalen deze regels hoe het bedrag van de kosten bij de uitspraak wordt vastgesteld.

2. In geval van een veroordeling in de kosten ten behoeve van een partij aan wie ter zake van het beroep bij de bestuursrechter, het bezwaar of het administratief beroep een toevoeging is verleend krachtens de Wet op de rechtsbijstand, wordt het bedrag van de kosten betaald aan de rechtsbijstandverlener. De rechtsbijstandverlener stelt de belanghebbende zoveel mogelijk schadeloos voor de door deze voldane eigen bijdrage. De rechtsbijstandverlener doet aan de Raad voor rechtsbijstand opgave van een kostenvergoeding door het bestuursorgaan.

Dit lid regelt de situatie waarin een partij die gesubsidieerde rechtsbijstand (een toevoeging krachtens de Wet op de rechtsbijstand) heeft ontvangen, een kostenveroordeling in haar voordeel krijgt. Dit geldt voor kosten gemaakt voor het beroep bij de bestuursrechter, het bezwaar, of het administratief beroep.

  • In zo'n geval wordt het bedrag van de toegewezen kosten direct betaald aan de rechtsbijstandverlener (bijvoorbeeld de advocaat).
  • De rechtsbijstandverlener moet vervolgens de belanghebbende (de partij die de rechtsbijstand ontving) zoveel mogelijk schadeloos stellen voor de eigen bijdrage die deze persoon heeft betaald voor de rechtsbijstand.
  • Tot slot moet de rechtsbijstandverlener aan de Raad voor rechtsbijstand opgave doen als er een kostenvergoeding is ontvangen van het bestuursorgaan.

Rechtspraak waarin dit artikel wordt benoemd

264 uitspraken gevonden
Parket bij de Hoge Raad

ECLI:NL:PHR:2025:994 - Parket bij de Hoge Raad - 29 augustus 2025

ECLI:NL:PHR:2025:99429 augustus 2025Dit wetsartikel wordt 35 keer genoemd in deze uitspraak
BestuursrechtBestuursprocesrecht
BelastingrechtProcesrecht Belastingen
Parket bij de Hoge Raad

ECLI:NL:PHR:2025:959 - Parket bij de Hoge Raad - 5 september 2025

ECLI:NL:PHR:2025:9595 september 2025Dit wetsartikel wordt 6 keer genoemd in deze uitspraak
BelastingrechtMotorrijtuigenbelasting, Procesrecht Belastingen
Internationaal PubliekrechtEuropees Recht
Rechtbank Den Haag

ECLI:NL:RBDHA:2025:17599 - Proceskostenvergoeding bij intrekking besluit door handeling van een ander bestuursorgaan - 25 september 2025

ECLI:NL:RBDHA:2025:1759925 september 2025Dit wetsartikel wordt 4 keer genoemd in deze uitspraak

De rechtbank wijst een verzoek om proceskostenvergoeding af. Er is geen sprake van 'tegemoetkomen' door het COA als het bestreden besluit wordt ingetrokken vanwege een beslissing van een ander bestuursorgaan, in dit geval de minister die de leeftijd van verzoeker wijzigde.

BestuursrechtBestuursprocesrecht, Vreemdelingenrecht
Centrale Raad van Beroep

ECLI:NL:CRVB:2025:1211 - Centrale Raad van Beroep - 5 augustus 2025

ECLI:NL:CRVB:2025:12115 augustus 2025Dit wetsartikel wordt 3 keer genoemd in deze uitspraak
BestuursrechtBestuursprocesrecht
Centrale Raad van Beroep

ECLI:NL:CRVB:2025:1212 - Centrale Raad van Beroep - 5 augustus 2025

ECLI:NL:CRVB:2025:12125 augustus 2025Dit wetsartikel wordt 3 keer genoemd in deze uitspraak
BestuursrechtBestuursprocesrecht, Socialezekerheidsrecht
Centrale Raad van Beroep

ECLI:NL:CRVB:2025:1213 - Centrale Raad van Beroep - 5 augustus 2025

ECLI:NL:CRVB:2025:12135 augustus 2025Dit wetsartikel wordt 3 keer genoemd in deze uitspraak
BestuursrechtBestuursprocesrecht, Socialezekerheidsrecht
Centrale Raad van Beroep

ECLI:NL:CRVB:2025:1046 - Centrale Raad van Beroep - 7 juli 2025

ECLI:NL:CRVB:2025:10467 juli 2025Dit wetsartikel wordt 3 keer genoemd in deze uitspraak
BestuursrechtBestuursprocesrecht, Socialezekerheidsrecht
Rechtbank Den Haag

ECLI:NL:RBDHA:2025:18568 - Rechtbank Den Haag - 8 oktober 2025

ECLI:NL:RBDHA:2025:185688 oktober 2025Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Den Haag

ECLI:NL:RBDHA:2025:18572 - Rechtbank Den Haag - 8 oktober 2025

ECLI:NL:RBDHA:2025:185728 oktober 2025Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Den Haag

ECLI:NL:RBDHA:2025:18188 - Rechtbank Den Haag - 2 oktober 2025

ECLI:NL:RBDHA:2025:181882 oktober 2025Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Den Haag

ECLI:NL:RBDHA:2025:17957 - Rechtbank Den Haag - 30 september 2025

ECLI:NL:RBDHA:2025:1795730 september 2025Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Den Haag

ECLI:NL:RBDHA:2025:17800 - Rechtbank Den Haag - 29 september 2025

ECLI:NL:RBDHA:2025:1780029 september 2025Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
BestuursrechtVreemdelingenrecht, Bestuursprocesrecht
Rechtbank Den Haag

ECLI:NL:RBDHA:2025:17811 - Rechtbank Den Haag - 29 september 2025

ECLI:NL:RBDHA:2025:1781129 september 2025Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
BestuursrechtVreemdelingenrecht, Bestuursprocesrecht
Rechtbank Den Haag

ECLI:NL:RBDHA:2025:17831 - Rechtbank Den Haag - 29 september 2025

ECLI:NL:RBDHA:2025:1783129 september 2025Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
BestuursrechtBestuursprocesrecht, Vreemdelingenrecht
Rechtbank Den Haag

ECLI:NL:RBDHA:2025:17426 - Proceskostenvergoeding na intrekken beroep wegens niet tijdig beslissen - 23 september 2025

ECLI:NL:RBDHA:2025:1742623 september 2025Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak

Als een bestuursorgaan na het instellen van beroep wegens het niet tijdig beslissen alsnog een besluit neemt, wordt dit aangemerkt als tegemoetkoming. Dit rechtvaardigt een proceskostenveroordeling ten laste van het bestuursorgaan, ook wanneer de verzoeker het beroep vervolgens intrekt.

BestuursrechtBestuursprocesrecht, Vreemdelingenrecht
Rechtbank Den Haag

ECLI:NL:RBDHA:2025:17375 - Proceskostenveroordeling na intrekken beroep wegens niet tijdig beslissen - 22 september 2025

ECLI:NL:RBDHA:2025:1737522 september 2025Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak

De rechtbank oordeelt dat een bestuursorgaan de proceskosten moet vergoeden als het pas na een ingesteld beroep wegens niet tijdig beslissen alsnog een besluit neemt. Door het nemen van het besluit komt het bestuursorgaan tegemoet aan de verzoeker, wat een proceskostenveroordeling rechtvaardigt.

BestuursrechtBestuursprocesrecht, Vreemdelingenrecht
Rechtbank Den Haag

ECLI:NL:RBDHA:2025:17382 - Proceskostenvergoeding bij intrekken beroep na alsnog genomen besluit - 22 september 2025

ECLI:NL:RBDHA:2025:1738222 september 2025Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak

Indien een bestuursorgaan pas na het instellen van een beroep wegens het niet tijdig beslissen alsnog een besluit neemt, wordt het bestuursorgaan geacht tegemoet te zijn gekomen aan de indiener. Dit rechtvaardigt een veroordeling van het bestuursorgaan in de door de indiener gemaakte proceskosten.

BestuursrechtBestuursprocesrecht
Rechtbank Den Haag

ECLI:NL:RBDHA:2025:17251 - Proceskostenveroordeling na intrekken beroep wegens niet tijdig beslissen - 19 september 2025

ECLI:NL:RBDHA:2025:1725119 september 2025Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak

Indien een bestuursorgaan pas na het instellen van beroep wegens het niet tijdig beslissen alsnog een besluit neemt, wordt dit aangemerkt als tegemoetkomen. De rechtbank oordeelt dat het bestuursorgaan daarom verplicht is de proceskosten van de indiener te vergoeden, ook na intrekking van het beroep.

BestuursrechtVreemdelingenrecht, Bestuursprocesrecht
Rechtbank Den Haag

ECLI:NL:RBDHA:2025:17252 - Geen proceskostenvergoeding bij beroep ingesteld na reeds genomen besluit - 19 september 2025

ECLI:NL:RBDHA:2025:1725219 september 2025Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak

De rechtbank wijst een verzoek om proceskostenvergoeding af omdat het beroep wegens het niet tijdig beslissen pas werd ingesteld nadat het bestuursorgaan een besluit had genomen. Omdat het beroep niet ontvankelijk zou zijn geweest, bestaat er na intrekking geen recht op vergoeding van proceskosten.

BestuursrechtBestuursprocesrecht
Rechtbank Overijssel

ECLI:NL:RBOVE:2025:5638 - Woningsluiting na ernstig geweld terecht, maar deels op onjuiste grondslag gebaseerd - 19 september 2025

ECLI:NL:RBOVE:2025:563819 september 2025Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak

De rechtbank oordeelt dat een burgemeester een woning mocht sluiten op basis van ernstig geweld (art. 174a, lid 1 sub b Gemw), maar niet op basis van verstoring van de openbare orde (sub a) of wapenbezit (sub c) omdat de feiten die grondslagen onvoldoende ondersteunden.

BestuursrechtOmgevingsrecht, Bestuursprocesrecht