Artikel 8:75 (Bevoegdheid bestuursrechter proceskostenveroordeling)
1. De bestuursrechter is bij uitsluiting bevoegd een partij te veroordelen in de kosten die een andere partij in verband met de behandeling van het beroep bij de bestuursrechter, en van het bezwaar of van het administratief beroep redelijkerwijs heeft moeten maken. De artikelen 7:15, tweede tot en met vierde lid, en 7:28, tweede, vierde en vijfde lid, zijn van toepassing. Een natuurlijke persoon kan slechts in de kosten worden veroordeeld in geval van kennelijk onredelijk gebruik van procesrecht. Bij algemene maatregel van bestuur worden nadere regels gesteld over de kosten waarop een veroordeling als bedoeld in de eerste volzin uitsluitend betrekking kan hebben en over de wijze waarop bij de uitspraak het bedrag van de kosten wordt vastgesteld.
2. In geval van een veroordeling in de kosten ten behoeve van een partij aan wie ter zake van het beroep bij de bestuursrechter, het bezwaar of het administratief beroep een toevoeging is verleend krachtens de Wet op de rechtsbijstand, wordt het bedrag van de kosten betaald aan de rechtsbijstandverlener. De rechtsbijstandverlener stelt de belanghebbende zoveel mogelijk schadeloos voor de door deze voldane eigen bijdrage. De rechtsbijstandverlener doet aan de Raad voor rechtsbijstand opgave van een kostenvergoeding door het bestuursorgaan.
Uitleg in duidelijke taal
1. De bestuursrechter is bij uitsluiting bevoegd een partij te veroordelen in de kosten die een andere partij in verband met de behandeling van het beroep bij de bestuursrechter, en van het bezwaar of van het administratief beroep redelijkerwijs heeft moeten maken. De artikelen 7:15, tweede tot en met vierde lid, en 7:28, tweede, vierde en vijfde lid, zijn van toepassing. Een natuurlijke persoon kan slechts in de kosten worden veroordeeld in geval van kennelijk onredelijk gebruik van procesrecht. Bij algemene maatregel van bestuur worden nadere regels gesteld over de kosten waarop een veroordeling als bedoeld in de eerste volzin uitsluitend betrekking kan hebben en over de wijze waarop bij de uitspraak het bedrag van de kosten wordt vastgesteld.
- De bestuursrechter heeft de exclusieve bevoegdheid om een partij te veroordelen tot het betalen van de kosten. Het gaat hier om kosten die een andere partij redelijkerwijs heeft moeten maken voor de behandeling van het beroep bij de bestuursrechter, en ook voor de behandeling van het bezwaar of het administratief beroep.
- De bepalingen uit artikel 7:15, specifiek het tweede tot en met het vierde lid, en uit artikel 7:28, specifiek het tweede, vierde en vijfde lid, zijn hierop van toepassing. Deze artikelen regelen de kostenvergoeding in de bezwaar- en administratief beroepsprocedures.
- Een natuurlijke persoon (een individu) kan alleen worden veroordeeld tot het betalen van de kosten als er sprake is van kennelijk onredelijk gebruik van procesrecht. Dit betekent dat de persoon de procedure op een overduidelijk onredelijke manier heeft gebruikt.
- Er zullen nadere regels worden vastgesteld via een algemene maatregel van bestuur. Deze regels specificeren op welke kosten een veroordeling zoals genoemd in de eerste zin (de kostenveroordeling door de bestuursrechter) uitsluitend betrekking kan hebben. Ook bepalen deze regels hoe het bedrag van de kosten bij de uitspraak wordt vastgesteld.
2. In geval van een veroordeling in de kosten ten behoeve van een partij aan wie ter zake van het beroep bij de bestuursrechter, het bezwaar of het administratief beroep een toevoeging is verleend krachtens de Wet op de rechtsbijstand, wordt het bedrag van de kosten betaald aan de rechtsbijstandverlener. De rechtsbijstandverlener stelt de belanghebbende zoveel mogelijk schadeloos voor de door deze voldane eigen bijdrage. De rechtsbijstandverlener doet aan de Raad voor rechtsbijstand opgave van een kostenvergoeding door het bestuursorgaan.
- In zo'n geval wordt het bedrag van de toegewezen kosten direct betaald aan de rechtsbijstandverlener (bijvoorbeeld de advocaat).
- De rechtsbijstandverlener moet vervolgens de belanghebbende (de partij die de rechtsbijstand ontving) zoveel mogelijk schadeloos stellen voor de eigen bijdrage die deze persoon heeft betaald voor de rechtsbijstand.
- Tot slot moet de rechtsbijstandverlener aan de Raad voor rechtsbijstand opgave doen als er een kostenvergoeding is ontvangen van het bestuursorgaan.
Rechtspraak waarin dit artikel wordt benoemd
ECLI:NL:PHR:2025:994 - Parket bij de Hoge Raad - 29 augustus 2025
ECLI:NL:PHR:2025:959 - Parket bij de Hoge Raad - 5 september 2025
ECLI:NL:RBDHA:2025:17599 - Proceskostenvergoeding bij intrekking besluit door handeling van een ander bestuursorgaan - 25 september 2025
De rechtbank wijst een verzoek om proceskostenvergoeding af. Er is geen sprake van 'tegemoetkomen' door het COA als het bestreden besluit wordt ingetrokken vanwege een beslissing van een ander bestuursorgaan, in dit geval de minister die de leeftijd van verzoeker wijzigde.
ECLI:NL:CRVB:2025:1211 - Centrale Raad van Beroep - 5 augustus 2025
ECLI:NL:CRVB:2025:1212 - Centrale Raad van Beroep - 5 augustus 2025
ECLI:NL:CRVB:2025:1213 - Centrale Raad van Beroep - 5 augustus 2025
ECLI:NL:CRVB:2025:1046 - Centrale Raad van Beroep - 7 juli 2025
ECLI:NL:RBDHA:2025:18568 - Rechtbank Den Haag - 8 oktober 2025
ECLI:NL:RBDHA:2025:18572 - Rechtbank Den Haag - 8 oktober 2025
ECLI:NL:RBDHA:2025:18188 - Rechtbank Den Haag - 2 oktober 2025
ECLI:NL:RBDHA:2025:17957 - Rechtbank Den Haag - 30 september 2025
ECLI:NL:RBDHA:2025:17800 - Rechtbank Den Haag - 29 september 2025
ECLI:NL:RBDHA:2025:17811 - Rechtbank Den Haag - 29 september 2025
ECLI:NL:RBDHA:2025:17831 - Rechtbank Den Haag - 29 september 2025
ECLI:NL:RBDHA:2025:17426 - Proceskostenvergoeding na intrekken beroep wegens niet tijdig beslissen - 23 september 2025
Als een bestuursorgaan na het instellen van beroep wegens het niet tijdig beslissen alsnog een besluit neemt, wordt dit aangemerkt als tegemoetkoming. Dit rechtvaardigt een proceskostenveroordeling ten laste van het bestuursorgaan, ook wanneer de verzoeker het beroep vervolgens intrekt.
ECLI:NL:RBDHA:2025:17375 - Proceskostenveroordeling na intrekken beroep wegens niet tijdig beslissen - 22 september 2025
De rechtbank oordeelt dat een bestuursorgaan de proceskosten moet vergoeden als het pas na een ingesteld beroep wegens niet tijdig beslissen alsnog een besluit neemt. Door het nemen van het besluit komt het bestuursorgaan tegemoet aan de verzoeker, wat een proceskostenveroordeling rechtvaardigt.
ECLI:NL:RBDHA:2025:17382 - Proceskostenvergoeding bij intrekken beroep na alsnog genomen besluit - 22 september 2025
Indien een bestuursorgaan pas na het instellen van een beroep wegens het niet tijdig beslissen alsnog een besluit neemt, wordt het bestuursorgaan geacht tegemoet te zijn gekomen aan de indiener. Dit rechtvaardigt een veroordeling van het bestuursorgaan in de door de indiener gemaakte proceskosten.
ECLI:NL:RBDHA:2025:17251 - Proceskostenveroordeling na intrekken beroep wegens niet tijdig beslissen - 19 september 2025
Indien een bestuursorgaan pas na het instellen van beroep wegens het niet tijdig beslissen alsnog een besluit neemt, wordt dit aangemerkt als tegemoetkomen. De rechtbank oordeelt dat het bestuursorgaan daarom verplicht is de proceskosten van de indiener te vergoeden, ook na intrekking van het beroep.
ECLI:NL:RBDHA:2025:17252 - Geen proceskostenvergoeding bij beroep ingesteld na reeds genomen besluit - 19 september 2025
De rechtbank wijst een verzoek om proceskostenvergoeding af omdat het beroep wegens het niet tijdig beslissen pas werd ingesteld nadat het bestuursorgaan een besluit had genomen. Omdat het beroep niet ontvankelijk zou zijn geweest, bestaat er na intrekking geen recht op vergoeding van proceskosten.
ECLI:NL:RBOVE:2025:5638 - Woningsluiting na ernstig geweld terecht, maar deels op onjuiste grondslag gebaseerd - 19 september 2025
De rechtbank oordeelt dat een burgemeester een woning mocht sluiten op basis van ernstig geweld (art. 174a, lid 1 sub b Gemw), maar niet op basis van verstoring van de openbare orde (sub a) of wapenbezit (sub c) omdat de feiten die grondslagen onvoldoende ondersteunden.