Artikel 8:42 (Termijnen indienen stukken en verweerschrift)
1. Binnen vier weken na de dag van verzending van de gronden van het beroepschrift aan het bestuursorgaan zendt dit de op de zaak betrekking hebbende stukken aan de bestuursrechter en kan het een verweerschrift indienen. Indien de bestuursrechter om een verweerschrift heeft verzocht, dient het bestuursorgaan binnen vier weken een verweerschrift in.
2. De bestuursrechter kan de in het eerste lid bedoelde termijnen verlengen.
Uitleg in duidelijke taal
1. Binnen vier weken na de dag van verzending van de gronden van het beroepschrift aan het bestuursorgaan zendt dit de op de zaak betrekking hebbende stukken aan de bestuursrechter en kan het een verweerschrift indienen. Indien de bestuursrechter om een verweerschrift heeft verzocht, dient het bestuursorgaan binnen vier weken een verweerschrift in.
Dit lid stelt dat het bestuursorgaan, binnen vier weken na de dag van verzending van de gronden van het beroepschrift aan het bestuursorgaan, de op de zaak betrekking hebbende stukken aan de bestuursrechter zendt. In dezelfde periode kan het bestuursorgaan ook een verweerschrift indienen. Echter, indien de bestuursrechter om een verweerschrift heeft verzocht, dan dient het bestuursorgaan binnen vier weken een verweerschrift in.
2. De bestuursrechter kan de in het eerste lid bedoelde termijnen verlengen.
Dit betekent dat de bestuursrechter de bevoegdheid heeft om de termijnen die in het eerste lid zijn genoemd (zoals de termijn van vier weken) te verlengen.
Rechtspraak waarin dit artikel wordt benoemd
ECLI:NL:RVS:2025:2864 - Raad van State - 2 juli 2025
ECLI:NL:RVS:2025:2990 - Raad van State - 2 juli 2025
ECLI:NL:GHARL:2025:5444 - Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden - 2 september 2025
ECLI:NL:RVS:2025:2993 - Raad van State - 2 juli 2025
ECLI:NL:GHDHA:2025:1697 - Gerechtshof Den Haag - 28 augustus 2025
ECLI:NL:GHARL:2025:4599 - Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden - 22 juli 2025
ECLI:NL:RVS:2025:2996 - Raad van State - 2 juli 2025
ECLI:NL:RVS:2025:2999 - Raad van State - 2 juli 2025
ECLI:NL:RBZWB:2025:6413 - Rechtbank Zeeland-West-Brabant - 26 september 2025
ECLI:NL:RVS:2025:3141 - Raad van State - 9 juli 2025
ECLI:NL:RBZWB:2025:5801 - Rechtbank Zeeland-West-Brabant - 27 augustus 2025
ECLI:NL:RBZWB:2025:5173 - Rechtbank Zeeland-West-Brabant - 6 augustus 2025
ECLI:NL:RBZWB:2025:4351 - Rechtbank Zeeland-West-Brabant - 9 juli 2025
ECLI:NL:RBZWB:2025:4232 - Rechtbank Zeeland-West-Brabant - 3 juli 2025
ECLI:NL:RBROT:2025:11330 - Rechtbank Rotterdam: verrekening van toeslagen leidt niet tot compensatie WHT - 22 september 2025
De Rechtbank Rotterdam oordeelt dat een aanvraag om compensatie op grond van de Wet hersteloperatie toeslagen terecht is afgewezen. Het enkele feit dat de Dienst Toeslagen terugvorderingen heeft verrekend, is volgens het systeem van de Wht en de wetsgeschiedenis onvoldoende grond voor compensatie.
ECLI:NL:RBAMS:2025:6731 - Vertrouwensbeginsel: toezegging via algemeen telefoonnummer niet toerekenbaar aan college - 15 september 2025
Een beroep op het vertrouwensbeginsel slaagt niet als een gestelde toezegging is gedaan door een medewerker van het algemene gemeentelijke telefoonnummer. Dergelijke uitlatingen kunnen niet aan het college worden toegerekend, zeker als een specifieke afdeling was aangewezen voor vragen.