ECLI:NL:RBROT:2025:11677 - Rechtbank Rotterdam - 7 oktober 2025
Uitspraak
Genoemde wetsartikelen
Uitspraak inhoud
Team straf 1
Parketnummers: 83-043298-24 en 10-996762-19 Datum uitspraak: 7 oktober 2025 Tegenspraak
Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de gevoegde zaken tegen de verdachte:
[verdachte] , geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1980, ingeschreven in de basisregistratie personen op het adres [adres 1] , raadsman mr. S.L.J. Janssen, advocaat te Rotterdam.
1 Onderzoek op de terechtzitting
Gelet is op het onderzoek op de terechtzitting van 16 en 18 september en 7 oktober 2025. Het onderzoek is gesloten op 7 oktober 2025.
2 Tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaarding onder parketnummer 83-043298-24, zoals deze op de terechtzitting van 16 september 2025 overeenkomstig de vordering van de officier van justitie is gewijzigd, en hetgeen is vermeld in de op de terechtzitting van 15 maart 2024 nader omschreven dagvaarding onder parketnummer 10-996762-19. De tekst van beide tenlasteleggingen is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.
3 Eis officier van justitie
De officieren van justitie mrs. A.M. Dingley en I. Hoek hebben gevorderd:
4 Waardering van het bewijs
4.1. Vrijspraak
4.1.1. Standpunt officier van justitie De verdachte heeft de onder 1 primair ten laste gelegde, uit misdrijf afkomstige geldbedragen overgedragen, omgezet en heeft er gebruik van gemaakt. Contant geld werd gebruikt om allerlei luxegoederen aan te schaffen. Daarnaast werd een woning gekocht met cryptovaluta, zonder dat daarvan een legale herkomst is gebleken. Vanwege de lange duur van de periode en de frequentie waarin dit heeft plaatsgevonden, is sprake van het maken van een gewoonte van witwassen. Gelet op hetgeen de [medeverdachte 1] ter terechtzitting heeft verklaard, dient vrijspraak te volgen van de onder 1 ten laste gelegde geldbedragen € 4.950,- (DOC-036) en € 1.915,18 (DOC-086).
4.1.2. Beoordeling Volgens bestendige jurisprudentie moet de feitenrechter ten aanzien van medeplegen nadrukkelijk onderzoeken en motiveren waarom de gedragingen van een verdachte die niet zelf bij de uitvoering van een strafbaar feit betrokken is geweest, desalniettemin als medeplegen kunnen worden aangemerkt.
In het geval van medeplegen houden de voorwaarden voor aansprakelijkstelling vooral in dat sprake moet zijn geweest van een voldoende nauwe en bewuste samenwerking met een ander of anderen. Het accent ligt daarbij op de samenwerking en minder op de vraag wie welke feitelijke handelingen heeft verricht. De kwalificatie medeplegen is slechts dan gerechtvaardigd als de bewezenverklaarde – intellectuele en/of materiële – bijdrage aan het delict van de verdachte van voldoende gewicht is.
Gevraagd naar de in de tenlastelegging genoemde geldbedragen en (de aankoop van) de woning aan [adres 2] , verklaarde de verdachte, kort gezegd, dat zij wat betreft de herkomst van de geldbedragen van haar levenspartner, de medeverdachte [medeverdachte 1] , had begrepen dat deze afkomstig waren uit de handel in cryptovaluta, dat zij geen idee heeft hoe de handel in cryptovaluta werkt, dat [medeverdachte 1] alles voor haar had geregeld en gedaan en dat zij zich niet al teveel had bemoeid met de aankoop van de woning te Monster.
Gelet op het verhandelde ter terechtzitting en de onderliggende dossierstukken is de rechtbank van oordeel dat wat betreft de handel in cryptovaluta en de daarmee verkregen gelden waarmee de woning werd betaald, niet is gebleken van een nauwe en bewuste samenwerking tussen de verdachte en [medeverdachte 1] . Van actief handelen van de verdachte in relatie tot de handel in cryptovaluta is niet gebleken, evenmin in relatie tot de aankoop van de woning anders dan dat van haar bankrekening door [medeverdachte 1] een bedrag is geïnvesteerd in cryptovaluta en zij aanwezig was bij en heeft getekend voor de overdracht van die woning. De verdachte heeft wat betreft het hun beschikbare vermogen genoegen genomen met de uitleg van [medeverdachte 1] dat dit was verkregen uit investeringen in cryptovaluta. Niet gebleken is dan ook dat de verdachte geweten heeft of geweten moet hebben dat het geld waarmee de woning werd gefinancierd uit misdrijf afkomstig was.
Wat betreft de ten laste gelegde geldbedragen van € 4.950,- (DOC-036) en € 1.958,19 (DOC-086) is, nu de medeverdachte [medeverdachte 1] daaromtrent een concrete, verifieerbare en niet hoogst onwaarschijnlijke verklaring heeft afgelegd, niet gebleken dat deze bedragen afkomstig zijn van enig misdrijf.
Wat betreft de overige ten laste gelegde geldbedragen – als genoemd onder het tweede en derde gedachtestreepje in de tenlastelegging – kan, eveneens gelet op het verhandelde ter terechtzitting en de onderliggende dossierstukken waaruit blijkt dat deze uitgaven zijn gedaan met geld afkomstig uit een contante en geverifieerde geldlening, niet worden gesteld dat het niet anders kan zijn dan dat deze bedragen afkomstig zijn van enig misdrijf.
4.1.3. Conclusie Het onder parketnummer 10-996762-19 primair en subsidiair ten laste gelegde is niet wettig en overtuigend bewezen. De verdachte wordt daarvan vrijgesproken.
Onder parketnummer 83-043298-24
4.2. Standpunt verdediging De verdachte dient van de ten laste gelegde valsheid in geschrift te worden vrijgesproken, nu niet is gebleken van het valselijk opmaken van stukken noch van het gebruik daarvan. Als dat al anders zou zijn, heeft de verdachte daar geen of een zo verwaarloosbaar aandeel in gehad, dat zij niet als medepleger van enige valsheid in geschift kan worden aangemerkt.
4.3. Beoordeling Op basis van het dossier en de verklaringen afgelegd ter terechtzitting, stelt de rechtbank de volgende feiten vast.
De verdachte heeft verklaard dat zij beide in de tenlastelegging genoemde overeenkomsten heeft ondertekend en dat die overeenkomsten waren opgesteld om te kunnen gebruiken bij de Kamer van Koophandel, in verband met de overname van de [naam zonnestudio] van [medeverdachte 2] per 1 april 2019. De [medeverdachte 1] heeft verklaard dat de overeenkomsten bestemd waren om te gebruiken tegenover de Kamer van Koophandel en de verhuurder van het pand van [naam zonnestudio] .
Uit de verklaringen van de [medeverdachte 1] , de getuigen [getuige 1] (de boekhouder van [naam zonnestudio] ) en [getuige 2] blijkt dat in eerste instantie een overnamesom van € 80.000,- was opgenomen in de overeenkomst gedateerd 11 maart 2019, maar dat [medeverdachte 2] na ondertekening van die overeenkomst een hogere prijs wilde en dat daarna een overeenkomst, gedateerd 28 maart 2019, werd opgemaakt met een overnamesom van € 165.000,-. Behalve de overnamesom, werd ook een aantal voorwaarden gewijzigd en aangevuld, onder meer werd de overnamesom gesplitst in 90% inventaris en 10% goodwill en werd de bepaling opgenomen dat maandelijkse pacht betaald zou worden als na twee jaar de overnamesom niet zou zijn betaald. Ook verviel ten opzichte van de eerdere overeenkomst de overname van de kapsalon en beautysalon behorende bij de zonnestudio.
De getuige [getuige 1] heeft verklaard dat hij op verzoek van een van de [naam broers] en met input afkomstig van beide broers de overeenkomst gedateerd 11 maart 2019 heeft opgemaakt, maar dat dat gebeurde ná de overnamedatum van 1 april 2019.
Verder blijkt uit de communicatie via Whatsapp en de gegevens afkomstig uit de telefoon van de getuige [getuige 1] dat de [medeverdachte 1] op zaterdag 30 maart 2019 aan de eigenaar van het boekhoudkantoor waar de getuige [getuige 1] werkzaam is, gevraagd heeft om “een koopcontract voor [naam zonnestudio] ” op te maken dat hij voor maandag nodig heeft. De eigenaar gaf daarbij aan: “Gelijk maar aan beginnen maandag. Kan altijd de bedragen nog aanpassen.”
Op maandag 1 april 2019 stuurde [getuige 1] via Whatsapp een bestand genaamd “Overname overeenkomst [naam zonnestudio] ” door naar de [medeverdachte 1] . Deze overeenkomst is gedateerd 28 maart 2019 en bevat een overnamesom van € 40.000,-. Hierop reageerde de [medeverdachte 1] een minuut later met het bericht dat hij de betalingstermijn die opgenomen was wilde verlengen naar drie jaar. [getuige 1] reageerde daarop met: “Geen probleem. Pas ik dat aan. Maakt voor de verhuurder toch niet uit?” Hierna stuurde [getuige 1] op 3 april 2019 de overeenkomst met de aan de wens van de [medeverdachte 1] aangepaste voorwaarde naar de verdachte.
De overeenkomst gedateerd 19 maart 2019 is door [medeverdachte 2] op 5 april 2019 aan de verhuurder van het pand van [naam zonnestudio] , Staedion, gestuurd, de overeenkomst gedateerd 28 maart 2019 is door [getuige 1] op verzoek van [medeverdachte 2] aan de Rabobank gestuurd op 27 mei 2020.
Uit deze feiten blijkt dat op het moment van overname van de zonnestudio, 1 april 2019, nog geen overeenstemming bestond over de overnamesom en de andere voorwaarden die aan de overname zouden zijn verbonden. De beide in de tenlastelegging opgenomen contracten zijn eerst ná de overnamedatum opgesteld en beide documenten zijn dan ook niet opgemaakt en ondertekend op de data die daarin zijn opgenomen. De overeenkomsten zijn dus valselijk opgemaakt, zowel wat betreft datgene wat overeen zou zijn gekomen als de datum waarop dit zou zijn overeengekomen en ondertekend.
4.3.1. Conclusie De beide in de tenlastelegging genoemde overeenkomsten zijn door de verdachte en haar medeverdachten valselijk opgemaakt met de bedoeling om die overeenkomsten als naar waarheid opgemaakte overeenkomsten te gebruiken tegenover derden. Dit is uiteindelijk ook gebeurd, maar niet kan worden vastgesteld dat de verdachte enige bemoeienis met of wetenschap heeft gehad van het versturen van de overeenkomsten aan Staedion en de Rabobank, zodat de verdachte van dat deel van het tenlastegelegde feit partieel zal worden vrijgesproken.
4.4. Bewezenverklaring
In bijlage II heeft de rechtbank de inhoud van wettige bewijsmiddelen opgenomen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Op grond daarvan, en op grond van de redengevende inhoud van het voorgaande, is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder parketnummer 83-043298-24 ten laste gelegde heeft begaan op die wijze dat:
zij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 30 maart 2019 tot en met 27 mei 2020 te ’s-Gravenhage en/of Monster en/of Zoetermeer en/of (elders) in Nederland, tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen, meermalen, althans eenmaal,
een ‘Exploitatie Overname Overeenkomst’ gedateerd 28 maart 2019 tussen [medeverdachte 2] en/of de onderneming [naam zonnestudio] en [verdachte] en [medeverdachte 1] en/of de onderneming [naam zonnestudio] (DOC-153),
zijnde (een) geschrift(en) dat/die bestemd was/waren om tot bewijs van enig feit te dienen, valselijk heeft/hebben opgemaakt en/of heeft/hebben vervalst en/of valselijk heeft/hebben doen of laten opmaken en/of doen of laten vervalsen,
immers heeft/hebben zij, verdachte en/ofhaar, verdachtes, mededader(s) toen en daar (telkens) valselijk in strijd met de waarheid
- zakelijk weergegeven - op/in die overeenkomst geschreven en/of vermeld en/of opgenomen en/of doen of laten opschrijven en/of doen of laten vermelden en/of doen of laten opnemen dat (de exploitatie van) de zonnestudio, [naam zonnestudio] , voor de inventaris (90%) en goodwill (10%) voor een bedrag van 165.000,00 euro is overgenomen en/of is gekocht van [medeverdachte 2] en/of [naam zonnestudio] en/of dat de koopsom zal worden voldaan binnen 2 jaar na dagtekening van deze overeenkomst en/of op voornoemde overeenkomst een onjuiste datum te vermelden (te weten 28 maart 2019) en/of dat er op genoemde datum overeenstemming op de in de overeenkomst genoemde punten zou zijn bereikt,
zulks (telkens) met het oogmerk om dat/die geschrift(en) als echt en onvervalst te gebruiken of door anderen te doen gebruiken, en/of tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen, opzettelijk gebruik heeft/hebben gemaakt van en/of een ander gebruik hebben doen maken van (een) vals(e) en/of vervalst(e) geschrift(en) die/dat bestemd was/waren om tot bewijs van enig feit te dienen, te weten:
een ‘Exploitatie Overname Overeenkomst’ gedateerd 28 maart 2019 tussen [medeverdachte 2] en/of de onderneming [naam zonnestudio] en [verdachte] en [medeverdachte 1] en/of de onderneming [naam zonnestudio] (DOC-153),
bestaande dat (doen) gebruikmaken hierin dat hij en/of zijn mededader(s) voornoemd(e) geschrift(en) heeft/hebben (doen) overhandig(d)(en) en/of heeft/hebben (doen) ingediend/indienen aan (een medewerk(st)er van) Coöperatieve Rabobank U.A. (Rabobank)
terwijl zij , verdachte, en/of haar mededader(s) wist(en) en/of redelijkerwijs moest(en) vermoeden dat dit/deze geschrift)(en) bestemd was/waren voor gebruik als ware het echt en onvervalst
en/of (telkens) opzettelijk (een) valselijk opgemaakt(e) en/of vervalst(e) geschrift(en) dat/die bestemd was/waren om tot bewijs van enig feit te dienen, te weten:
een ‘Exploitatie Overname Overeenkomst’ gedateerd 28 maart 2019 tussen [medeverdachte 2] en/of de onderneming [naam zonnestudio] en [verdachte] en [medeverdachte 1] en/of de onderneming [naam zonnestudio] (DOC-153),
voorhanden heeft/hebben gehad en/of heeft/hebben afgeleverd, terwijl zij , verdachte, en/of haar mededader(s) wist(en) en/of redelijkerwijs moest(en) vermoeden dat dit/deze geschrift(en) bestemd was/waren voor gebruik als ware het echt en onvervalst
en/of
een ‘Exploitatie Overname Overeenkomst’ gedateerd 11 maart 2019 tussen [medeverdachte 2] en/of de onderneming [naam zonnestudio] en [verdachte] en [medeverdachte 1] en/of de onderneming [naam zonnestudio] (DOC-069 en/of DOC-158),
zijnde (een) geschrift(en) dat/die bestemd was/waren om tot bewijs van enig feit te dienen, valselijk heeft/hebben opgemaakt en/of heeft/hebben vervalst en/of valselijk heeft/hebben doen of laten opmaken en/of doen of laten vervalsen,
immers heeft/hebben zij, verdachte en/ofhaar, verdachtes, mededader(s) toen en daar (telkens) valselijk in strijd met de waarheid - zakelijk weergegeven - op/in die overeenkomst geschreven en/of vermeld en/of opgenomen en/of doen of laten opschrijven en/of doen of laten vermelden en/of doen of laten opnemen dat (de exploitatie van) de zonnestudio, kapsalon en beautysalon, [naam zonnestudio] , voor de inventaris en goodwill voor een bedrag van 80.000,00 euro is overgenomen en/of is gekocht van [medeverdachte 2] en/of [naam zonnestudio] , en/of op voornoemde overeenkomst een onjuiste datum te vermelden (te weten 11 maart 2019) en/of dat er op genoemde datum overeenstemming op de in de overeenkomst genoemde punten zou zijn bereikt,
zulks (telkens) met het oogmerk om dat/die geschrift(en) als echt en onvervalst te gebruiken of door anderen te doen gebruiken, en/of tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen, opzettelijk gebruik heeft/hebben gemaakt van en/of een ander gebruik hebben doen maken van (een) vals(e) en/of vervalst(e) geschrift(en) die/dat bestemd was/waren om tot bewijs van enig feit te dienen, te weten:
een ‘Exploitatie Overname Overeenkomst’ gedateerd 11 maart 2019 tussen [medeverdachte 2] en/of de onderneming [naam zonnestudio] en [verdachte] en [medeverdachte 1] en/of de onderneming [naam zonnestudio] (DOC-069 (DOC-158)), bestaande dat (doen) gebruikmaken hierin dat zij en/of haar mededader(s) voornoemd(e) geschrift(en) heeft/hebben (doen) overhandig(d)(en) en/of heeft/hebben (doen) ingediend/indienen aan (een medewerk(st)er van) Stichting Staedion
terwijl zij , verdachte, en/of haar mededader(s) wist(en) en/of redelijkerwijs moest(en) vermoeden dat dit/deze geschrift)(en) bestemd was/waren voor gebruik als ware het echt en onvervalst
en/of (telkens) opzettelijk (een) valselijk opgemaakt(e) en/of vervalst(e) geschrift(en) dat/die bestemd was/waren om tot bewijs van enig feit te dienen, te weten een ‘Exploitatie Overname Overeenkomst’ gedateerd 11 maart 2019 tussen [medeverdachte 2] en/of de onderneming [naam zonnestudio] en [verdachte] en [medeverdachte 1] en/of de onderneming [naam zonnestudio] (DOC- 069 (DOC-158)),
voorhanden heeft/hebben gehad en/of heeft/hebben afgeleverd, terwijl zij , verdachte, en/of haar mededader(s) wist(en) en/of redelijkerwijs moest(en) vermoeden dat dit/deze geschrift(en) bestemd was/waren voor gebruik als ware het echt en onvervalst.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet ook daarvan worden vrijgesproken.
Voor zover in de bewezen verklaarde tenlastelegging kennelijke verschrijvingen voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Blijkens het verhandelde ter terechtzitting is de verdachte daardoor niet in de verdediging geschaad.
5 Strafbaarheid feit
Het bewezen feit levert op:
medeplegen van valsheid in geschrift, meermalen gepleegd.
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het feit uitsluiten. De feit is dus strafbaar.
6 Strafbaarheid verdachte
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit. De verdachte is dus strafbaar.
7 Motivering straf
De straf die aan de verdachte wordt opgelegd, is gegrond op de ernst van het feit, de omstandigheden waaronder het feit is begaan en de persoon en de persoonlijke omstandigheden (vul de feitaanduidingen in)van de verdachte. Daarbij wordt in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan valsheid in geschrift door, samen met de medeverdachten twee verschillende ‘Exploitatie Overname Overeenkomsten’ met betrekking tot de overname van een zonnestudio valselijk op te maken. De verdachte heeft hiermee het vertrouwen geschaad dat burgers, bedrijven en de overheid in het maatschappelijk en economisch verkeer moeten kunnen stellen in de juistheid van documenten.
De rechtbank heeft acht geslagen op een uittreksel uit de justitiële documentatie van 26 maart 2025, waaruit blijkt dat de verdachte niet eerder is veroordeeld voor strafbare feiten.
Gezien de ernst van het feit zal de rechtbank een taakstraf van na te noemen duur opleggen
Op grond van artikel 47 van het Handvest van de Grondrechten van de Europese Unie (HGEU) en artikel 6, eerste lid, van het Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (EVRM) dient de verdachte binnen een redelijke termijn te worden berecht en dient als uitgangspunt te gelden dat de behandeling van de zaak op de terechtzitting dient te zijn afgerond met een eindvonnis binnen twee jaar na aanvang van de redelijke termijn. De redelijke termijn is in dit geval gestart op 9 juni 2020 omdat de verdachte op die datum in verzekering is gesteld en zij vanaf dat moment in redelijkheid de verwachting kon hebben dat tegen haar strafvervolging zou worden ingesteld. Tot aan dit vonnis is een periode van vijf jaar en vier maanden (maak een keuze)verstreken. Omdat naar het oordeel van de rechtbank geen sprake is van bijzondere omstandigheden, is de redelijke termijn in deze zaak overschreden met drie jaar en vier maanden.
De rechtbank acht, alles afwegende en gelet op wat in vergelijkbare gevallen doorgaans wordt opgelegd, in beginsel een taakstraf van honderd uur, te vervangen door vijftig dagen hechtenis, passend en geboden, maar zal de taakstraf, gelet op de geconstateerde overschrijding van de redelijke termijn, zoals hiervoor weergegeven, matigen tot tachtig uur, te vervangen door veertig dagen hechtenis.
Alles afwegend acht de rechtbank de hierna te noemen straf passend en geboden.
8 In beslag genomen voorwerpen
De woning aan [adres 2] Gelet op de vrijspraak van het onder parketnummer 10-996762-19 ten laste gelegde witwassen, wordt de vordering tot verbeurdverklaring van de woning aan [adres 2] afgewezen.
De mobiele telefoons De mobiele telefoons als genoemd onder 74, 75, 77, 80 en 82 op de lijst van inbeslaggenomen goederen zullen worden onttrokken aan het verkeer. Dit betreft zogenoemde cryptotelefoons. Het is een feit van algemene bekendheid dat dergelijke telefoons in het criminele circuit een grote rol kunnen spelen omdat men gebruik maakt van deze telefoons om heimelijk te communiceren en zo uit de handen van de opsporing te blijven. Het ongecontroleerde bezit van dergelijke telefoons is in strijd is met het algemeen belang.
De overige goederen Ten aanzien van de goederen als genoemd onder 1 tot en met 5, onder 7, onder 10, onder 12, onder 20 tot en met 30, onder 73, onder 76, onder 78 en 79, onder 81 en onder 86 tot en met 151 op de lijst van inbeslaggenomen goederen, zal een last worden gegeven tot teruggave aan de verdachte.
9 Toepasselijke wettelijke voorschriften
Gelet is op de artikelen 9, 22c, 22d, 36b, 36c, 47, 57 en 225 van het Wetboek van Strafrecht.
10 Bijlagen
De in dit vonnis genoemde bijlagen maken deel uit van dit vonnis.
11 Beslissing
De rechtbank:
verklaart niet bewezen, dat de verdachte het onder 10-996762-19 primair en subsidiair ten laste gelegde feit heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij;
verklaart bewezen, dat de verdachte het onder parketnummer 83-043298 ten laste gelegde feit, zoals hiervoor omschreven, heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt de verdachte ook daarvan vrij;
stelt vast dat het bewezen verklaarde oplevert het hiervoor vermelde strafbare feit;
verklaart de verdachte strafbaar;
veroordeelt de verdachte tot een taakstraf (maak een keuze)voor de duur van tachtig (80) uren;
beveelt dat de tijd die door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde taakstraf in mindering wordt gebracht volgens de maatstaf van twee uren per dag, zodat na deze aftrek nul (0) uren te verrichten taakstraf resteert;
beslist ten aanzien van de voorwerpen, geplaatst op de lijst van inbeslaggenomen en nog niet teruggegeven voorwerpen, als volgt:
wijst af de vordering tot verbeurdverklaring van de woning aan [adres 2] , als genoemd onder 9 op de lijst van inbeslaggenomen goederen;
heft op het bevel tot voorlopige hechtenis van de verdachte, die bij eerdere beslissing is geschorst.
Dit vonnis is gewezen door mr. C. Sikkel, voorzitter en mrs. M.J.C. Spoormaker en
I. Tillema, rechters, in tegenwoordigheid van R. Meulendijk, griffier en uitgesproken op 7 oktober 2025.
Bijlage I
Tekst tenlasteleggingen
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
Onder parketnummer 83-043298-24
zij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 30 maart 2019 tot en met 27 mei 2020 te ’s-Gravenhage en/of Monster en/of Zoetermeer en/of (elders) in Nederland, tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen, meermalen, althans eenmaal,
een ‘Exploitatie Overname Overeenkomst’ gedateerd 28 maart 2019 tussen [medeverdachte 2] en/of de onderneming [naam zonnestudio] en [verdachte] en [medeverdachte 1] en/of de onderneming [naam zonnestudio] (DOC-153),
zijnde (een) geschrift(en) dat/die bestemd was/waren om tot bewijs van enig feit te dienen, valselijk heeft/hebben opgemaakt en/of heeft/hebben vervalst en/of valselijk heeft/hebben doen of laten opmaken en/of doen of laten vervalsen,
immers heeft/hebben hij, verdachte en/of zijn, verdachtes, mededader(s) toen en daar (telkens) valselijk in strijd met de waarheid -zakelijk weergegeven - op/in die overeenkomst geschreven en/of vermeld en/of opgenomen en/of doen of laten opschrijven en/of doen of laten vermelden en/of doen of laten opnemen dat (de exploitatie van) de zonnestudio, [naam zonnestudio] , voor de inventaris (90%) en goodwill (10%) voor een bedrag van 165.000,00 euro is overgenomen en/of is gekocht van [medeverdachte 2] en/of [naam zonnestudio] en/of dat de koopsom zal worden voldaan binnen 2 jaar na dagtekening van deze overeenkomst en/of op voornoemde overeenkomst een onjuiste datum te vermelden (te weten 28 maart 2019) en/of dat er op genoemde datum overeenstemming op de in de overeenkomst genoemde punten zou zijn bereikt,
zulks (telkens) met het oogmerk om dat/die geschrift(en) als echt en onvervalst te gebruiken of door anderen te doen gebruiken, en/of tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen, opzettelijk gebruik heeft/hebben gemaakt van en/of een ander gebruik hebben doen maken van (een) vals(e) en/of vervalst(e) geschrift(en) die/dat bestemd was/waren om tot bewijs van enig feit te dienen, te weten:
een ‘Exploitatie Overname Overeenkomst’ gedateerd 28 maart 2019 tussen [medeverdachte 2] en/of de onderneming [naam zonnestudio] en [verdachte] en [medeverdachte 1] en/of de onderneming [naam zonnestudio] (DOC-153),
bestaande dat (doen) gebruikmaken hierin dat hij en/of zijn mededader(s) voornoemd(e) geschrift(en) heeft/hebben (doen) overhandig(d)(en) en/of heeft/hebben (doen) ingediend/indienen aan (een medewerk(st)er van) Coöperatieve Rabobank U.A. (Rabobank)
terwijl hij, verdachte, en/of zijn mededader(s) wist(en) en/of redelijkerwijs moest(en) vermoeden dat dit/deze geschrift)(en) bestemd was/waren voor gebruik als ware het echt en onvervalst
en/of (telkens) opzettelijk (een) valselijk opgemaakt(e) en/of vervalst(e) geschrift(en) dat/die bestemd was/waren om tot bewijs van enig feit te dienen, te weten:
een ‘Exploitatie Overname Overeenkomst’ gedateerd 28 maart 2019 tussen [medeverdachte 2] en/of de onderneming [naam zonnestudio] en [verdachte] en [medeverdachte 1] en/of de onderneming [naam zonnestudio] (DOC-153),
voorhanden heeft/hebben gehad en/of heeft/hebben afgeleverd, terwijl hij, verdachte, en/of zijn mededader(s) wist(en) en/of redelijkerwijs moest(en) vermoeden dat dit/deze geschrift(en) bestemd was/waren voor gebruik als ware het echt en onvervalst
en/of
een ‘Exploitatie Overname Overeenkomst’ gedateerd 11 maart 2019 tussen [medeverdachte 2] en/of de onderneming [naam zonnestudio] en [verdachte] en [medeverdachte 1] en/of de onderneming [naam zonnestudio] (DOC-069 en/of DOC-158),
zijnde (een) geschrift(en) dat/die bestemd was/waren om tot bewijs van enig feit te dienen, valselijk heeft/hebben opgemaakt en/of heeft/hebben vervalst en/of valselijk heeft/hebben doen of laten opmaken en/of doen of laten vervalsen,
immers heeft/hebben hij, verdachte en/of zijn, verdachtes, mededader(s) toen en daar (telkens) valselijk in strijd met de waarheid -zakelijk weergegeven - op/in die overeenkomst geschreven en/of vermeld en/of opgenomen en/of doen of laten opschrijven en/of doen of laten vermelden en/of doen of laten opnemen dat (de exploitatie van) de zonnestudio, kapsalon en beautysalon, [naam zonnestudio] , voor de inventaris en goodwill een bedrag van 80.000,00 euro is overgenomen en/of is gekocht van [medeverdachte 2] en/of [naam zonnestudio] , en/of op voornoemde overeenkomst een onjuiste datum te vermelden (te weten 11 maart 2019) en/of dat er op genoemde datum overeenstemming op de in de overeenkomst genoemde punten zou zijn bereikt,
zulks (telkens) met het oogmerk om dat/die geschrift(en) als echt en onvervalst te gebruiken of door anderen te doen gebruiken, en/of tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen, opzettelijk gebruik heeft/hebben gemaakt van en/of een ander gebruik hebben doen maken van (een) vals(e) en/of vervalst(e) geschrift(en) die/dat bestemd was/waren om tot bewijs van enig feit te dienen, te weten:
een ‘Exploitatie Overname Overeenkomst’ gedateerd 11 maart 2019 tussen [medeverdachte 2] en/of de onderneming [naam zonnestudio] en [verdachte] en [medeverdachte 1] en/of de onderneming [naam zonnestudio] (DOC-069 (DOC-158)), bestaande dat (doen) gebruikmaken hierin dat hij en/of zijn mededader(s) voornoemd(e) geschrift(en) heeft/hebben (doen) overhandig(d)(en) en/of heeft/hebben (doen) ingediend/indienen aan (een medewerk(st)er van) Stichting Staedion
terwijl hij, verdachte, en/of zijn mededader(s) wist(en) en/of redelijkerwijs moest(en) vermoeden dat dit/deze geschrift)(en) bestemd was/waren voor gebruik als ware het echt en onvervalst
en/of (telkens) opzettelijk (een) valselijk opgemaakt(e) en/of vervalst(e) geschrift(en) dat/die bestemd was/waren om tot bewijs van enig feit te dienen, te weten een ‘Exploitatie Overname Overeenkomst’ gedateerd 11 maart 2019 tussen [medeverdachte 2] en/of de onderneming [naam zonnestudio] en [verdachte] en [medeverdachte 1] en/of de onderneming [naam zonnestudio] (DOC- 069 (DOC-158)),
voorhanden heeft/hebben gehad en/of heeft/hebben afgeleverd, terwijl hij, verdachte, en/of zijn mededader(s) wist(en) en/of redelijkerwijs moest(en) vermoeden dat dit/deze geschrift(en) bestemd was/waren voor gebruik als ware het echt en onvervalst;
Onder parketnummer 10-996762-24
- primair.
zij op één of meer tijdstip (pen) in of omstreeks de periode van l januari 2015 tot en met 9 juni 2020, te Monster en/of Zoetermeer en /of 's-Gravenhage en /of (elders) in Nederland,
tezamen en in vereniging met (een} ander(en), althan alleen,
meermalen, althans eenmaal.
(telkens) voorwerpen, te weten een of meerdere geldbedragen van (ongeveer) EUR l.020.719,04, althans EUR l.008.071,49, althans een of meerdere geldbedrag(en) en /of te weten een onroerende zaak, te weten een woning aan [adres 2] , heeft/hebben verworven en /of voorhanden heeft/hebben gehad en /of heeft/hebben overgedragen en/of omgezet, en /of van genoemde voorwerp (en) gebruik heeft/hebben gemaakt,
immers heeft /hebben zij , verdachte en /of haar, verdachte , mededader(s)
- ( (een) geldbedrag(en) van (in totaal) EUR 876.000, in elk geval
(een) geldbedrag(en) van EUR 863.352.45 en/of een hoeveelheid bitcoins en/of andere (crypto)valuta en/of een onroerende zaak, te weten een woning aan [adres 2] en/of
- ( (een) (contant) geldbedrag(en) van (in totaal) EUR 38.266,85
(IBN-003a) en/of
- ( (een) (contant) geldbedrag(en) van (in totaal) EUR 106.452,19
(AMB-060). in elk geval (een) geldbedrag(en) van EUR 7.500,00 (DOC-074) en/of EUR 4.950,00 (DOC-036) en/of EUR 10.000,00 (DOC-052) en/of EUR 3.500,00 (DOC-037) en/of EUR 5.000,00 (DOC-082) en/of EUR 39.424,00 (DOC-084) en/of EUR 1.958,19 (DOC-086) en/of EUR 12.220,00 (DOC-101) en/of EUR 7.000,00 (DOC-102) en/of EUR 3.800,00 (OOC-118) en/of EUR 4.100,00 (DOC-053) en/of EUR 7.000,00 (DOC-054),
althans een of meer geldbedrag(en),
verworven en/ of voorhanden heeft/hebben gehad en/ of heeft/hebben overgedragen en/of omgezet, en/of van genoemde voorwerp(en) gebruikt heeft/hebben gemaakt,
terwijl zij, verdachte, en/of zijn mededader(s) wist(en) dat dat/die voorwerpen(en) geheel of gedeeltelijk - onmiddellijk of middellijk - afkomstig was/waren uit enig (eigen) misdrijf,
terwijl zij, verdachte, en/of zijn mededader(s) van het plegen van witwassen een gewoonte heeft/hebben gemaakt;
- Subsidiair.
zij op één of meer tijdstip (pen) in of omstreeks de periode van l januari 2015 tot en met 9 juni 2020, te Monster en/of Zoetermeer en /of 's-Gravenhage en /of (elders) in Nederland,
tezamen en in vereniging met (een} ander(en), althans alleen,
meermalen, althans eenmaal.
(telkens) voorwerpen, te weten een of meerdere geldbedragen van (ongeveer) EUR l.020.719,04, althans EUR l.008.071,49, althans een of meerdere geldbedrag(en) en /of te weten een onroerende zaak, te weten een woning aan [adres 2] , heeft/hebben verworven en /of voorhanden heeft/hebben gehad en /of heeft/hebben overgedragen en/of omgezet, en /of van genoemde voorwerp (en) gebruik heeft/hebben gemaakt,
immers heeft /hebben zij , verdachte en /of haar, verdachte , mededader(s)
- ( (een) geldbedrag(en) van (in totaal) EUR 876.000, in elk geval
(een) geldbedrag(en) van EUR 863.352.45 en/of een hoeveelheid bitcoins en/of andere (crypto)valuta en/of een onroerende zaak, te weten een woning aan [adres 2] en/of
- ( (een) (contant) geldbedrag(en) van (in totaal) EUR 38.266,85
(IBN-003a) en/of
- ( (een) (contant) geldbedrag(en) van (in totaal) EUR 106.452,19
(AMB-060). in elk geval (een) geldbedrag(en) van EUR 7.500,00 (DOC-074) en/of EUR 4.950,00 (DOC-036) en/of EUR 10.000,00 (DOC-052) en/of EUR 3.500,00 (DOC-037) en/of EUR 5.000,00 (DOC-082) en/of EUR 39.424,00 (DOC-084) en/of EUR 1.958,19 (DOC-086) en/of EUR 12.220,00 (DOC-101) en/of EUR 7.000,00 (DOC-102) en/of EUR 3.800,00 (OOC-118) en/of EUR 4.100,00 (DOC-053) en/of EUR 7.000,00 (DOC-054),
althans een of meer geldbedrag(en),
verworven en/ of voorhanden heeft/hebben gehad en/ of heeft/hebben overgedragen en/of omgezet, en/of van genoemde voorwerp(en) gebruikt heeft/hebben gemaakt,
terwijl zij, verdachte, en/of haar mededader(s) redelijkerwijs moest(en) vermoeden dat dat/die voorwerpen(en) geheel of gedeeltelijk - onmiddellijk of middellijk - afkomstig was/waren uit enig (eigen) misdrijf.