Terug naar bibliotheek
Rechtbank Rotterdam

ECLI:NL:RBROT:2025:11421 - Werknemer plant staatsgreep: ontslag op staande voet en geen transitievergoeding - 25 september 2025

Uitspraak

ECLI:NL:RBROT:2025:1142125 september 2025

Essentie

De rechtbank oordeelt een ontslag op staande voet rechtsgeldig. Het in een geheime WhatsApp-groep aankondigen van een 'staatsgreep', het ondermijnen van de werkgever en het plannen van diens faillissement vormt een dringende reden. Dit gedrag is tevens ernstig verwijtbaar, waardoor het recht op transitievergoeding vervalt.

Rechtsgebieden

Civiel RechtArbeidsrecht

Uitspraak inhoud

locatie Rotterdam

zaaknummer: 11761214 VZ 25-4576

datum uitspraak: 25 september 2025

Beschikking van de kantonrechter

in de zaak van

[verzoeker], woonplaats: [woonplaats] , verzoeker, gemachtigde: mr. S. Pershad,

tegen

Aabeco Telecommunicatie B.V., vestigingsplaats: Maassluis, verweerster, gemachtigde: mr. E.J. van de Bovenkamp (DAS Rechtsbijstand).

De partijen worden hierna ‘ [verzoeker] ’ en ‘Aabeco’ genoemd.

1 De procedure

1.1. Het dossier bestaat uit de volgende processtukken:

1.2. Op 28 augustus 2025 is de zaak tijdens een zitting besproken. Daarbij waren aanwezig [verzoeker] met zijn gemachtigde en namens Aabeco de heer [persoon A] met de gemachtigde.

2 De beoordeling

Waar de zaak over gaat

2.1. [verzoeker] werkte sinds 1 februari 2021 bij Aabeco. Hij is op 23 april 2025 op staande voet ontslagen. [verzoeker] vindt het ontslag onterecht maar legt zich erbij neer. Hij vraagt een billijke vergoeding, een transitievergoeding en een vergoeding voor onregelmatige opzegging. Aabeco vindt dat alle verzoeken van [verzoeker] moeten worden afgewezen. [verzoeker] krijgt ongelijk. Het ontslag is geldig. Aabeco hoeft geen vergoeding aan [verzoeker] te betalen. Hierna wordt uitgelegd waarom.

Wat is er gebeurd?

2.2. [verzoeker] werkte als [naam functie 1] bij Aabeco. Feitelijk functioneerde hij als bedrijfsleider. [persoon A] is [naam functie 2] van Aabeco. [verzoeker] werkte ook voor Primapakket, een andere onderneming van [persoon A] . In 2024 is [persoon A] door een ernstige ziekte langere tijd afwezig geweest. Op enig moment heeft [persoon A] uitgesproken dat hij overwoog de onderneming te verkopen. [persoon A] wist dat [verzoeker] de ambitie had om het bedrijf over te nemen en heeft [verzoeker] de gelegenheid gegeven een bod te doen. [persoon A] en [verzoeker] hebben hierover gesproken maar zijn het niet eens geworden. [persoon A] wilde een reële prijs voor de onderneming. [verzoeker] wilde dat [persoon A] hem de onderneming ‘om niet’ liet overnemen, als tegenprestatie voor de uren die hij naar zijn zeggen extra had gewerkt in de afgelopen jaren.

2.3. Aabeco heeft [verzoeker] op 23 april 2025 op staande voet ontslagen.

Dringende reden

2.4. Het ontslag van [verzoeker] is geldig. Er is namelijk voldaan aan de voorwaarden voor ontslag op staande voet: een dringende reden, onverwijlde opzegging en mededeling van de ontslagreden.[1]

2.5. Aabeco heeft als reden voor het ontslag gegeven dat [verzoeker] in een door hem aangemaakte WhatsApp-groep buiten de formele communicatiekanalen om op 2 april 2025 een bericht heeft gestuurd dat hij per 14 april 2025 zijn functie niet langer zal uitvoeren, dat hij een staatsgreep zal plegen en dat hij [persoon A] eruit zal trappen. Volgens Aabeco saboteert [verzoeker] moedwillig de onderneming met als doel het faillissement en door alle collega’s tegen [persoon A] uit te spelen en door het sturen van een respectloze en uiterst aanstootgevende tekst aan het gehele bedrijf[2].

2.6. Dit is een dringende reden die het ontslag op staande voet rechtvaardigt. [verzoeker] heeft zich namelijk op zo’n manier gedragen dat van Aabeco niet kon worden verlangd de arbeidsovereenkomst voort te zetten[3]. Zo heeft [verzoeker] op 2 april 2025 een WhatsApp-groep aangemaakt met daarin alle collega’s, behalve [persoon A] en [persoon B] , [naam functie 3] . In die appgroep heeft [verzoeker] onder meer het volgende gestuurd:

“Goedenavond PakketBazen en vooral PakketBazinnen Graag de andere groep niet meer gebruiken maar nog wel erin blijven zitten Nadere informatie volgt [persoon A] ( [persoon A] ) en [persoon B] ( [persoon B] ) de fijnste collega's zitten hier niet in de groep. Graag ook niet doorgeven dat dit groepje bestaat. Zoals jullie weten ga ik zeer binnenkort een staatsgreep plegen wat voor beide niet enorm enthousiast zal worden ontvangen, ik als baas van Aabeco heb hun beide kansen genoeg gegeven om op hun eigen grond het goed te hebben. (…) Mocht [persoon A] niet akkoord gaan met ons voorstel zal ik per direct mijn huidige functie niet meer gaan uitvoeren. Wat er gisteren [persoon C] is overkomen zal dan de norm zijn, maar de kans is groter dan ik daarna volledig afwezig zal blijven.

[persoon D] werkt momenteel bij een vriend van mij en zal alleen aanwezig zijn als ik afwezig ben. Hij zal alleen nog via deze groep eventuele problemen in de Prima Pakket omgeving oplossen. Ik kan pas na 6 maanden in Maassluis weer Telecom mogen verkopen en zal dat zeker gaan doen. De situatie zal bij Aabeco en Prima Pakket voor iedereen zonder mijn aanwezigheid mijn inziens volledig in de soep lopen en zal geen optie uit de weg gaan deze ellende extra te vergroten. Ook starten wij wederom een Pakketpunt in Maassluis, maar dat hangt direct samen met het verdienmodel van de Telecom. Mijn plan A = overnemen van de huidige situatie. Heb ook afspraken lopen om de containers te verwijderen en hiervoor in de plaats de complete achterkant met een vaste aanbouw compleet dicht te maken. De zijkant komt een overkapping voor het laden en lossen. Dus lekker warm in de winter en heerlijk koel in de zomer Mijn plan B = hoop ik morgen weer een stap in de goede richting te kunnen zetten. Als dat uiteindelijk lukt heb ik al een redelijk compleet team klaarstaan. We hebben een inmiddels een bedrijfsjurist, Marketingmeisje. Heb bijna mijn CCO en CTO aan onze groep toegevoegd. Onze interne CFO zal [persoon D] gaan bekleden, externe afdeling zal door [persoon E] worden vervuld. Voor vragen vraag het mij, spreek hierover met niemand, iedereen in deze groep heeft zijn gesprek gehad de rest is niet loyaal aan mij en vooral ook niet aan jullie geweest. Helemaal klaar met [persoon A] en [persoon B] . Uiteraard zal er door de grote ellende een beroep op jullie worden gedaan, beide zullen op het scherm gaan toekijken, bedenk dat dus goed. Volgende week uiterlijk maandag de 14e April zal ik met mijn investeerder en bedrijfsjurist in gesprek gaan met [persoon A] [naam functie 2] van Aabeco en PrimaPakket om hem eruit te trappen kan de krijgen. Laat het jullie hier weten wat het resultaat zal zijn. Tot zover het bericht. Groetjes [verzoeker] Hij eruit of ik eruit. Hij eruit ik eruit hij failliet

2.7. [verzoeker] heeft op de zitting gezegd dat het niet zijn bedoeling was om de Whatsapp-groep geheim te houden voor [persoon A] . Hij heeft [persoon A] er buiten gelaten omdat hij hem niet wilde lastig vallen met dagelijkse beslommeringen. De kantonrechter vindt dat weinig aannemelijk. Uit de tekst van het bericht blijkt duidelijk dat [verzoeker] bewust achter de rug van [persoon A] om handelde. Ook uit de door Aabeco overgelegde schriftelijke verklaringen van de collega’s van [verzoeker] (zie hieronder) volgt dat het uitdrukkelijk niet zijn bedoeling was dat [persoon A] wist van de groepsapp.

2.8. De kantonrechter vindt ook dat duidelijk is geworden dat het niet om een enkel bericht gaat maar om concrete plannen, die [verzoeker] ook heeft uitgevoerd. [verzoeker] zegt dat hij alleen een bericht heeft gestuurd maar er verder niks mee heeft gedaan. Hij heeft het bericht in een opwelling gestuurd omdat hij boos was dat hij de onderneming niet mocht overnemen. Uit het bericht van [verzoeker] kan echter worden afgeleid dat hij wél serieuze en concrete plannen had om [persoon A] onder druk te zetten en als dat niet lukte, aan te sturen op een faillissement. Uit het bericht van [verzoeker] blijkt ook dat hij zijn plannen aan het uitvoeren was. [verzoeker] kondigt namelijk aan dat hij ‘zeer binnenkort een staatsgreep gaat plegen’ en dat hij [persoon A] ‘eruit zal trappen’. Hij schrijft over een ‘plan A’ en ‘plan B’, dat hij op 14 april 2025 een gesprek heeft met zijn jurist en investeerder en [persoon A] en dat hij een ‘redelijk compleet team’ heeft klaarstaan. Ook schrijft [verzoeker] dat als [persoon A] niet akkoord is, hij zijn werk zal neerleggen en hij roept de collega’s op zich dan ook ziek te melden. [verzoeker] heeft zich ook daadwerkelijk ziek gemeld. Verder heeft [verzoeker] zoals hij zelf schrijft, geregeld dat [persoon C] , volgens [persoon A] een goede werknemer van Aabeco, tijdelijk uit dienst is gegaan en bij een vriend van hem ( [persoon F] van Drukbaas) is gaan werken met de bedoeling om hem weer in dienst te nemen zodra [verzoeker] Aabeco had overgenomen.

2.9. Dat de woorden van [verzoeker] geen loze woorden zijn, maar concrete plannen die hij ook heeft uitgevoerd, blijkt uit de schriftelijke verklaringen van collega’s van [verzoeker] en van [persoon F] , [naam functie 4] van Drukbaas en vriend van [verzoeker] , die Aabeco heeft overgelegd. [verzoeker] heeft de inhoud van deze verklaringen onvoldoende gemotiveerd weersproken en heeft er niets tegenover gesteld. De kantonrechter gaat er daarom van uit dat wat in de verklaringen staat, klopt.

[persoon C] , all round baliemedewerker verklaart onder andere: “(…)Op een moment in deze periode (datum niet exact bekend) heb ik [verzoeker] horen zeggen: “Mocht [persoon A] de zaak niet aan mij verkopen, dan gooien we morgen alles op zwart en meld ik me ziek, eerst al mijn vakantiedagen opnemen en daarna ziek thuis vanwege alle stress. Ik zeg tegen iedereen van PrimaPakket dat ze zich ziek moeten melden en dan is het zo afgelopen.” “Op 7 April ontving ik via WhatsApp van [verzoeker] de volgende berichten: “Beurskrach in de maak overal flink in de min.” “Geweldig dagje, zie [persoon B] ook niet zo snel weer komen… dan maar failliet.” “Stukje goedkoper ”(…)”

In een e-mail van 14 augustus 2025 aan [persoon A] schrijft [persoon C] onder andere: “In de periode kort voor het ontslag van [verzoeker] heeft hij zelf het idee geopperd dat ik (tijdelijk) bij [persoon F] van Drukbaas zou gaan werken. Het plan was dat ik daar zou werken totdat [verzoeker] de overname van Aabeco Telecombinatie had geregeld. Hij gaf daarbij aan dat ik alleen nog bij Aabeco Telecombinatie zou werken op de dagen dat hij zijn kinderen had. In de dagen daarna heeft [verzoeker] dit idee verder omgebogen naar een strategie waarbij hij, door mijn afwezigheid en een mogelijke ziekmelding van [persoon B] , als enige personeelslid zou overblijven. Hij zei hierover onder andere: "Als [persoon A] mijn bod niet accepteert, dan denk ik dat ik mezelf ziek meldt.(…).”

[persoon B] , bedrijfsleider Aabeco Telecommunicatie, verklaart onder andere: “(…) Intussen had de eigenaar de ziekte Kanker gekregen en was al een aantal maanden niet meer aanwezig wat niet meer dan logisch is. Maar dat gaf [verzoeker] precies de situatie die nodig was om in zijn hoofd zijn plan door te voeren en dat was zoals hij het beschreef in een whatsapp groep waar ik en [persoon A] niet bij zaten een staatsgreep op Aabeco. Zo wilde hij graag alles in handen krijgen om alles zelfs te kunnen bepalen wat nodig en goed was voor Aabeco. Hij wilde dat iedereen zich ziek ging melden zodat de eigenaar er alleen voor zou staan precies op de dag dat hij met vakantie zou gaan na veel pijn en leed door zijn ziekte (…)”

In een samenvatting van een gesprek dat de gemachtigde van Aabeco in augustus 2025 had met [persoon F] , [naam functie 4] van Drukbaas, die de samenvatting heeft goedgekeurd, staat onder andere:

“(…) U vertelde dat u drie besprekingen met de heer [verzoeker] had gehad. De laatste in april 2025. De heer [verzoeker] heeft op meerdere momenten in de gesprekken met u gezegd dat hij [persoon A] onder druk wilde zetten, zodat [verzoeker] de onderneming voor een habbekrats en dus voor een veel lagere prijs kon overnemen. Een voorbeeld was dat een collega [persoon B] zich ziek had gemeld en [verzoeker] u had aangekondigd dat hij zich ook ziek te melden zodat de onderneming en [persoon A] dan in de problemen zouden komen. Er is zo begreep ik ook letterlijk door [verzoeker] in een van de gesprekken gezegd de zaak zwaar onder druk te zetten om de boel te laten klappen.

Ook had hij het plan gemaakt om de heer [persoon C] tijdelijk in uw onderneming als werknemer te stallen. [verzoeker] wenste de onderneming van cliënte over te nemen. Hij wilde daarom op voorhand afspraken maken met u voor het geval mijn cliënte [persoon C] zou ontslaan. [persoon C] kon dan tijdelijk voor uw onderneming werken en hij had [persoon C] dan weer nodig als hij zelf de onderneming van cliënte in zijn bezit had.

In een van de gesprekken is ook volgens u door [verzoeker] gezegd dat het echt de bedoeling was om mijn cliënte onderuit te halen en zelfs om failliet te laten gaan. [verzoeker] had tegen u gezegd dat cliënte al bijna failliet was. Hij noemde zelfs bedragen dat de omzet rond de 8 ton zou zijn en maar € 4000 winst.

Hij wilde cliënte opzettelijk schade toebrengen om zijn doel te bereiken. U heeft [verzoeker] gezegd als je dit bij mij flikt zou ik je op staande voet ontslaan. U vond dit onverantwoord van [verzoeker] en vertelde dat u hem meer dan eens had gewaarschuwd dat niet te doen. U wilde niet verder met [verzoeker] in zee gaan. (…)”

[persoon G] , [naam functie 5] verklaart onder andere: “(…) [verzoeker] was al langere tijd van plan de zaak over te nemen. Hij had het dagelijks over grootse plannen die hij had voor de winkels. Toen de datum dichterbij kwam begon hij over dat wij op de dag dat hij “weg” zou gaan ons ook moesten ziekmelden zodat [persoon A] in de knel zou komen zonder personeel. Ook zei hij dat hij wel nieuw werk voor ons zou zoeken. Op een gegeven moment maakte hij ook een groep aan zonder [persoon A] en [persoon B] en vertelde daar over zijn plannen. Ook zei hij negatieve dingen over [persoon A] en [persoon B] om ons tegen hun te laten keren. Hij wilde [persoon A] “er uit trappen” met een soort staatsgreep. (…)”

[persoon H] , medewerker Primapakket verklaart onder andere:(…) Op een gegeven moment werden wij met zijn alle in een groepschat gezet door [verzoeker] zonder [persoon A] er bij en werd er gezegd dat we dat niet moesten door vertellen en daar in moesten gaan appen over dingen op werk. [verzoeker] heeft meerdere keren ook tegen mij en andere gezegd dat hij mensen :”aan zijn kant” wou hebben”. Ook zie [verzoeker] dat wij de dag dat hij weg zou gaan ons ziek moesten melden zodat [persoon A] in de knoop zou komen”. “(…) daarna belde hij mij om te zeggen dat ik tegen niemand mog [sic] zeggen dat hij mij geappt of gebeld had. In zijn woorden “Wij hebben dit gesprek nooit gehad. Tegen niemand vertellen.” “(…) Hij zei dat ik [persoon H] ook niet mocht appen want als alles fout zou gaan zou dat een probleem zijn voor [persoon A] om op te lossen, bijna alsof hij wou dat alle zou instorten.”

[persoon I] verklaart onder andere: “(…) Op 1-04-2025 kreeg ik een bericht van een groepsapp dat de heer [verzoeker] een staatsgreep wilde plegen tegen de heer [persoon A] . Ik en de rest van de medewerkers mochten er niks over zeggen. Daarna kregen we te horen van de heer [verzoeker] dat die op 15-04-2025 wilden dat we het werk ging stil legen [sic] dus ons ziek melden. (…)”

[persoon H] , Primapakket servicepoint medewerker, verklaart onder andere: “(…) Enige tijd later voegde [verzoeker] mij en mijn collega’s toe aan een nieuwe groepsapp (zonder [persoon A] ) waarin de toon begon te veranderen en het leek alsof [verzoeker] mij en mijn collega’s partij wilde laten kiezen. Ook uitte hij zich in deze groepapp erg negatief over [persoon A] . (…) benaderde [verzoeker] mij mondeling in de winkel met de uitspraak dat ik mij maar ziek moet melden de komende tijd. Ik voelde mij hier erg ongemakkelijk bij (..)”. Kortom, uit alles volgt dat [verzoeker] daadwerkelijk plannen had om [persoon A] onder druk te zetten om de onderneming alsnog voor weinig over te nemen.

2.10. [verzoeker] had binnen de kleine onderneming van Aabeco een aansturende rol en [verzoeker] heeft niet weersproken dat hij een voorbeeldfunctie voor de relatief jonge werknemers vervulde. De manier waarop [verzoeker] zich in de buiten [persoon A] om opgerichte groepsapp over [persoon A] uitlaat is zeer respectloos, kwetsend en opruiend. Het gedrag van [verzoeker] is ook uiterst ondermijnend. [verzoeker] heeft concrete plannen gedeeld en ook uitgevoerd om [persoon A] onder druk te zetten en zoals [verzoeker] zelf schrijft, de onderneming ‘uit te werken’, met als doel dat hij de onderneming alsnog voor weinig kon overnemen. Dat dit hem uiteindelijk niet is gelukt, kwam doordat Aabeco zijn plannen ontdekte en niet doordat [verzoeker] zelf besloot er toch van af te zien. Deze gedragingen van [verzoeker] leveren een ernstige schending op van het vertrouwen dat Aabeco in hem had. Door te proberen het gezag van [persoon A] te ondermijnen en de continuïteit van de onderneming te bedreigen, heeft [verzoeker] zich op zo’n manier gedragen dat van Aabeco in redelijkheid niet kon worden verlangd de arbeidsovereenkomst voort te zetten.

2.11. Ontslag op staande voet is een ingrijpende maatregel, maar in dit geval gerechtvaardigd. Daarbij heeft de kantonrechter rekening gehouden met alle omstandigheden, zoals de ernst en de aard van de gedragingen van [verzoeker] en zijn persoonlijke omstandigheden[4]. [verzoeker] heeft als rechtvaardiging voor zijn gedragingen aangevoerd dat hij ‘aan het eind van zijn latijn was’ doordat hij de onderneming tijdens de langdurige afwezigheid van [persoon A] draaiende heeft gehouden. Dat kan allemaal zo zijn, maar het levert geen enkele rechtvaardiging op voor zijn gedrag. [verzoeker] is weliswaar lang in dienst geweest en de gevolgen van het ontslag zijn voor hem ingrijpend, maar zijn gedragingen zijn zodanig ernstig genoeg dat deze een ontslag op staande rechtvaardigen.

Onverwijldheid

2.12. Aabeco heeft de arbeidsovereenkomst onverwijld opgezegd. Op 16 april 2025 ontdekte Aabeco de geheime groepsapp en het bericht dat [verzoeker] daarin had gestuurd. Aabeco heeft toen juridisch advies gevraagd en haar gemachtigde heeft [verzoeker] de volgende dag in een brief opgeroepen voor een gesprek op 23 april 2025. De gemachtigde heeft [verzoeker] laten weten dat Aabeco met hem wilde spreken over haar voornemen om de arbeidsovereenkomst vanwege een dringende reden te beëindigen. Aabeco wilde [verzoeker] hierover horen en weten of er persoonlijke omstandigheden van [verzoeker] waren waarmee zij rekening moest houden bij het nemen van een besluit. De toenmalige gemachtigde van [verzoeker] liet weten dat [verzoeker] niet op het gesprek zou verschijnen. Toen [verzoeker] op 23 april 2025 inderdaad niet verscheen, heeft Aabeco hem diezelfde dag in een e-mail op staande voet ontslagen. Aabeco heeft in de e-mail ook gelijk de reden medegedeeld. [verzoeker] heeft aangevoerd dat voor hem niet duidelijk was waarom hij is ontslagen. Dat standpunt volgt de kantonrechter niet. Uit de e-mail van 23 april 2025 volgt heel duidelijk wat de dringende reden was. Bovendien heeft Aabeco ook in de brief van 17 april 2025 al uitgelegd waarover zij [verzoeker] wilde horen in verband met een mogelijk ontslag op staande voet. Gelet hierop moet het voor [verzoeker] op 23 april 2025 duidelijk zijn geweest om welke dringende reden hij was ontslagen.

Billijke vergoeding?

2.13. De kantonrechter wijst het verzoek van [verzoeker] om hem een billijke vergoeding toe te kennen af. Een billijke vergoeding kan alleen worden toegekend als het ontslag op staande voet niet geldig is[5] en daarvan is geen sprake.

Transitievergoeding?

2.14. Aabeco hoeft geen transitievergoeding aan [verzoeker] te betalen, omdat het ontslag het gevolg is van ernstig verwijtbaar handelen of nalaten van [verzoeker][6]. Het doelbewust bedreigen van de continuïteit van de onderneming en het onder druk zetten van [persoon A] dan wel aansturen op een faillissement om de onderneming alsnog tegen een zo laag mogelijke prijs te kunnen overnemen, is niet alleen een dringende reden voor ontslag maar is ook ernstig verwijtbaar.

Vergoeding voor onregelmatige opzegging?

2.15. Omdat het ontslag geldig is, gold voor Aabeco geen opzegtermijn. Daarom heeft [verzoeker] geen recht op een vergoeding voor onregelmatige opzegging[7].

Proceskosten

2.16. De proceskosten komen voor rekening van [verzoeker] omdat hij ongelijk krijgt. De kantonrechter begroot de kosten die [verzoeker] aan Aabeco moet betalen op € 814,- aan salaris voor de gemachtigde en € 135,- aan nakosten. Dit is totaal € 949,-. Hier kan nog een bedrag bij komen als de uitspraak wordt betekend.

Uitvoerbaar bij voorraad

2.17. Deze beschikking wordt uitvoerbaar bij voorraad verklaard (artikel 288 Rv). Dat betekent dat de beschikking meteen mag worden uitgevoerd, ook als één van de partijen aan een hogere rechter vraagt om de zaak opnieuw te beoordelen.

3 De beslissing

De kantonrechter:

3.1. wijst het verzoek van [verzoeker] af;

3.2. veroordeelt [verzoeker] in de proceskosten, die aan de kant van Aabeco tot vandaag worden vastgesteld op € 949,-;

3.3. verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad;

3.4. wijst al het andere af.

Deze beschikking is gegeven door mr. V.F. Milders en in het openbaar uitgesproken. 34650

Artikel 7:677 lid 1 Burgerlijk Wetboek

Zie de e-mail van Aabeco 23 april 2025 (productie 7 bij verzoekschrift)

Artikel 7:678 lid 1 Burgerlijk Wetboek

Hoge Raad 12 februari 1999, ECLI:NL:HR:1999:ZC2849, NJ 1999, 643 en Hoge Raad 21 januari 2000, ECLI:NL:HR:2000:AA4436

Artikel 7:681 lid 1 onder a Burgerlijk Wetboek

Artikel 7:673 lid 7 Burgerlijk Wetboek

Artikel 7:672 lid 11 Burgerlijk Wetboek


Voetnoten

Artikel 7:677 lid 1 Burgerlijk Wetboek

Zie de e-mail van Aabeco 23 april 2025 (productie 7 bij verzoekschrift)

Artikel 7:678 lid 1 Burgerlijk Wetboek

Hoge Raad 12 februari 1999, ECLI:NL:HR:1999:ZC2849, NJ 1999, 643 en Hoge Raad 21 januari 2000, ECLI:NL:HR:2000:AA4436

Artikel 7:681 lid 1 onder a Burgerlijk Wetboek

Artikel 7:673 lid 7 Burgerlijk Wetboek

Artikel 7:672 lid 11 Burgerlijk Wetboek