ECLI:NL:RBROT:2025:11273 - Turbo-liquidatie geen belemmering voor recht op transitievergoeding na ontslag - 25 september 2025
Uitspraak
Essentie
Een werknemer behoudt zijn wettelijk recht op de transitievergoeding nadat de arbeidsovereenkomst door de werkgever is opgezegd met toestemming van het UWV. Het feit dat de werkgever stelt door middel van een turbo-liquidatie te zijn ontbonden, doet hier niets aan af.
Rechtsgebieden
Uitspraak inhoud
RECHTBANK ROTTERDAM
locatie Rotterdam
zaaknummer: 11674295 VZ VERZ 25-3098
datum uitspraak: 25 september 2025
Beschikking van de kantonrechter
in de zaak van
[verzoeker], woonplaats: [woonplaats] , verzoeker, gemachtigde: mr. R-J.H. Kijne,
tegen
SDW LEERWERKBEDRIJF B.V., vestigingsplaats: Ridderkerk, verweerster, die schriftelijk heeft gereageerd.
Partijen worden hierna ‘ [verzoeker] ’ respectievelijk ‘SDW’ genoemd.
1 De procedure
1.1. De kantonrechter heeft kennisgenomen van:
1.2. De mondelinge behandeling van de zaak heeft plaatsgehad op 24 september 2025. Daarbij waren [verzoeker] en zijn gemachtigde aanwezig. Namens SDW is niemand verschenen.
2 Feitelijke achtergrond
2.1. [verzoeker] is op 1 juni 1998 in dienst getreden van SDW.
2.2. Laatstelijk was hij werkzaam in de functie van [naam functie] , tegen een bruto basissalaris van € 3.845,85 per maand, inclusief vakantietoeslag.
2.3. Bij besluit van 18 september 2024 heeft het UWV SDW toestemming verleend de arbeidsovereenkomst met [verzoeker] op te zeggen wegens de beëindiging van haar bedrijfsactiviteiten.
2.4. SDW heeft van die bevoegdheid gebruik gemaakt en de arbeidsovereenkomst opgezegd tegen 1 februari 2025.
3 Het geschil
3.1. [verzoeker] heeft – samengevat – verzocht SDW te veroordelen:
met veroordeling van SDW in de proceskosten, met rente.
3.2. Ter toelichting daarop heeft hij – voor zover nu van belang – gesteld dat SDW ondanks herhaalde aanmaning in gebreke is gebleven de hem toekomende wettelijke transitievergoeding te betalen. Zij is daarom ook buitengerechtelijke kosten en rente verschuldigd geworden
4 De beoordeling
4.1. Nu de arbeidsovereenkomst door de door SDW gedane opzegging is geëindigd, komt [verzoeker] op grond van artikel 7:673 lid 1 sub a onder 1 BW de transitievergoeding toe. SDW heeft daartegen ook geen inhoudelijk verweer gevoerd. Het door [verzoeker] ter zake verzochte bedrag wordt dan ook toegewezen.
4.2. Dat SDW, naar in het onder 1.1 genoemde e-mailbericht is gesteld, recentelijk door middel van een turboliquidatie zou zijn ontbonden, kan tot geen ander oordeel leiden. Die door SDW zelf ingeroepen omstandigheid doet immers niet af aan het recht van [verzoeker] op de wettelijke transitievergoeding.
4.3. De door [verzoeker] over de transitievergoeding verzochte wettelijke rente (als bedoeld in artikel 6:119 BW), wordt, als op de wet gegrond en door SDW ook niet betwist, toegewezen, en wel vanaf 1 maart 2025 (artikel 7:686a lid 1 BW).
4.4. De verzochte buitengerechtelijke kosten van € 1.342,34, die zijn berekend volgens de daarvoor geldende tarieven, worden toegewezen, omdat is voldaan aan de voorwaarden om deze kosten vergoed te krijgen (artikel 6:96 BW). De door [verzoeker] daarboven verzochte deurwaarderskosten worden afgewezen omdat deze geacht worden te zijn begrepen in de hiervoor bedoelde toe te wijzen vergoeding voor buitengerechtelijke werkzaamheden.
4.5. De door [verzoeker] over de buitengerechtelijke kosten verzochte wettelijke rente (als bedoeld in artikel 6:119 BW), wordt, als op de wet gegrond en door SDW ook niet betwist, toegewezen, en wel vanaf de datum van deze beschikking.
4.6. SDW moet de kosten van de procedure betalen omdat zij ongelijk krijgt. De kantonrechter stelt deze kosten aan de kant van [verzoeker] tot vandaag vast op € 90,- aan griffierecht, € 543,- aan salaris voor zijn gemachtigde en € 135,- aan nakosten. Dit is totaal € 768,-. Hier kan nog een bedrag bij komen als de uitspraak wordt betekend.
4.7. De over de proceskosten verzochte wettelijke rente (als bedoeld in artikel 6:119 BW) wordt eveneens toegewezen.
4.8. Deze beschikking wordt uitvoerbaar bij voorraad verklaard omdat [verzoeker] dat heeft gevraagd en SDW zich daartegen niet heeft verzet. Dat betekent dat deze beschikking meteen mag worden uitgevoerd, ook als een van partijen aan een hogere rechter vraagt om de zaak opnieuw te beoordelen.
5 De beslissing
De kantonrechter:
5.1. veroordeelt SDW om aan [verzoeker] te betalen:
-
€ 33.437,53 bruto aan transitievergoeding, met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW daarover vanaf 1 maart 2025 tot de dag dat volledig is betaald, en
-
€ 1.342,34 aan buitengerechtelijke incassokosten, met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW daarover vanaf de datum van deze uitspraak tot de dag dat volledig is betaald;
5.2. veroordeelt SDW in de proceskosten, aan de kant van [verzoeker] tot vandaag vastgesteld op € 768,-, met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW daarover vanaf de vijftiende dag na de datum van deze beschikking tot de dag dat volledig is betaald;
5.3. verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad;
5.4. wijst al het andere af.
Deze beschikking is gegeven door mr. W.J.J. Wetzels en in het openbaar uitgesproken. 654