ECLI:NL:RBROT:2025:11267 - Rechtbank Rotterdam - 5 september 2025
Uitspraak
Rechtsgebieden
Uitspraak inhoud
Team straf 1
Parketnummer: 09-100302-25 Datum uitspraak: 5 september 2025 Tegenspraak
Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen de verdachte:
[verdachte] , geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1998, ingeschreven in de basisregistratie personen op het adres: [adres] , [postcode] [plaats 1] , ten tijde van het onderzoek op de terechtzitting preventief gedetineerd in [penitentiaire inrichting] , raadsman mr. S.C. van Klaveren, advocaat te Amsterdam.
1 Onderzoek op de terechtzitting
Gelet is op het onderzoek op de terechtzitting van 22 augustus 2025.
2 Tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaarding. De tekst van de tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.
3 Eis officier van justitie
De officier van justitie mr. N.C. Neelis heeft gevorderd:
4 Geldigheid dagvaarding
Beoordeling De rechtbank komt ambtshalve tot het oordeel dat de dagvaarding nietig is voor zover die ziet op feit 3. Bij dit feit zijn meerdere vormen van witwassen ten laste gelegd, maar een concrete omschrijving van feitelijke handelingen die de verdachte zou hebben verricht met betrekking tot het genoemde geldbedrag of (een) ander(e) geldbedrag(en) ontbreekt. Het is daardoor onduidelijk wat de verdachte onder dit feit concreet wordt verweten. De tenlastelegging voldoet op dit punt dan ook niet aan de vereisten van artikel 261 van het Wetboek van Strafvordering.
5 Waardering van het bewijs
5.1. Vrijspraak feiten 1 en 2 Standpunt officier van justitie Het onder 1 primair en onder 2 ten laste gelegde kan wettig en overtuigend bewezen worden. De verdachte heeft in een garagebox samen met [medeverdachte] ketamine op voorraad gehad, zonder dat zij daarvoor een registratie hadden zoals bedoeld in de Geneesmiddelenwet. De [medeverdachte] werd aangestuurd door een Signal-gebruiker onder de naam [gebruikersnaam] . Uit onderzoek is gebleken dat de verdachte de gebruiker is van dit account. Daarnaast heeft de verdachte samen met een ander voorbereidingshandelingen dan wel bevorderingshandelingen verricht met betrekking tot verdovende middelen die op lijst I van de Opiumwet staan. Beoordeling De verdenkingen tegen de verdachte vloeien voort uit chatberichten die door Signal-gebruiker [gebruikersnaam] aan de [medeverdachte] zijn verstuurd. Anders dan de officier van justitie, is de rechtbank van oordeel dat op basis van de bevindingen bij het opsporingsonderzoek niet buiten redelijke twijfel kan worden vastgesteld dat de verdachte de gebruiker is van dit account. De rechtbank overweegt hierbij als volgt.
Vast staat dat [gebruikersnaam] aan [medeverdachte] een link heeft verstuurd van een advertentie op Marktplaats over een te koop aangeboden auto, en dat deze link gekoppeld bleek aan het emailadres en telefoonnummer van de verdachte. De verdachte ontkent dat hij de voor hem belastende chats aan [medeverdachte] heeft verstuurd. Ter zitting heeft hij verklaard dat hij vaker via Marktplaats in auto’s handelt zodat het mogelijk is dat hij via Marktplaats contact heeft gehad met de verkoper van de bewuste auto en de link naar de betreffende advertentie vervolgens met anderen heeft gedeeld. Het feit dat er behoorlijk wat tijd heeft gezeten tussen het moment waarop de verdachte contact heeft gehad met de verkoper en het moment waarop deze link door [gebruikersnaam] met [medeverdachte] is gedeeld, ondersteunt volgens de verdachte zijn verhaal dat het mogelijk is dat de link op diverse telefoons is geweest en dus vaker is doorgestuurd.
De rechtbank stelt vast dat uit de inhoud van de chats geen feiten of omstandigheden naar voren zijn gekomen die bij de identificatie van het account voor de verdachte als belastend moeten worden aangemerkt. Op zijn telefoon is geen Signal-app aangetroffen en het onderzoek geeft ook overigens geen aanwijzingen dat hij deze applicatie eerder heeft gebruikt. Hoewel volgens zijn strafblad ten aanzien van de verdachte recent het vermoeden bestond van drugsgerelateerde strafbare feiten, heeft dit niet geleid tot strafrechtelijke vervolging. Bij deze stand van zaken kan naar het oordeel van de rechtbank de alternatieve lezing van de verdachte bij de identificatie van het [gebruikersnaam] -account niet als onaannemelijk terzijde worden geschoven. Er bestaat dus – ook gelet op het tijdverloop – een reële mogelijkheid dat de link door meerdere personen is gedeeld en via een onbekend gebleven derde persoon aan [medeverdachte] is verstuurd. Dit betekent dat de chatberichten die door Signal-gebruiker [gebruikersnaam] zijn verstuurd met betrekking tot de aangetroffen ketamine, niet aan de verdachte kunnen worden toegeschreven. Bij gebrek aan wettig en overtuigend bewijs dient daarom voor beide ten laste gelegde feiten vrijspraak te volgen. Conclusie Het onder 1 primair en subsidiair en onder 2 ten laste gelegde is niet wettig en overtuigend bewezen. De verdachte wordt daarvan vrijgesproken.
6 Bijlage
De in dit vonnis genoemde bijlage maakt deel uit van dit vonnis.
7 Beslissing
De rechtbank:
verklaart de dagvaarding nietig voor zover het betreft feit 3;
verklaart niet bewezen, dat de verdachte de onder 1 primair en subsidiair en onder 2 ten laste gelegde feiten heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Dit vonnis is gewezen door mr. H. van den Heuvel, voorzitter, en mrs. J.M.L. van Mulbregt en M. Hulshof, rechters, in tegenwoordigheid van mr. J. Knook, griffier, en uitgesproken op de openbare terechtzitting op de datum die in de kop van dit vonnis is vermeld.
De jongste rechter is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage I
Tekst tenlastelegging
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
1 hij op één of meer tijdstippen in de periode van 24 januari 2025 tot en met 6 februari 2025 te [plaats 2] , althans in Nederland, tezamen en in vereniging met (een) anderen, althans alleen, meermaals, althans eenmaal, (telkens) al dan niet opzettelijk, zonder registratie zoals bedoeld in de Geneesmiddelenwet een werkzame stof, te weten ongeveer 171,59 kilogram ketamine, in elk geval een hoeveelheid van een materieel bevattende ketamine heeft bereid en/of ingevoerd en/of in voorraad heeft gehad en/of te koop heeft aangeboden en/of heeft afgeleverd dan wel in werkzame stoffen een groothandel gedreven;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden :
hij op één of meer tijdstippen in de periode van 24 januari 2025 tot en met 6 februari 2025 te [plaats 2] , althans in Nederland, tezamen en in vereniging met (een) anderen, althans alleen, meermaals, althans eenmaal, (telkens) al dan niet opzettelijk, een geneesmiddel waarvoor geen handelsvergunning geldt, heeft verkocht en/of afgeleverd en/of ter hand gesteld, in elk geval in voorraad heeft/hebben gehad, te weten 171,59 kilogram, althans een hoeveelheid, ketamine, bevattende de werkzame stof ketamine;
2 hij op één of meerdere tijdstippen in of omstreeks de periode van 14 augustus 2024 tot en met 6 februari 2025 te [plaats 1] , althans in Nederland tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, om een feit, bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet, voor te bereiden en/of te bevorderen, te weten het opzettelijk vervaardigen, bereiden, bewerken, verwerken, verkopen, afleveren, verstrekken en/of vervoeren en/of het binnen en/of buiten het grondgebied van Nederland brengen, van een (grote) hoeveelheid/hoeveelheden cocaïne en/of heroïne en/of MDMA en/of amfetamine, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne en/of heroïne en/of MDMA en/of amfetamine, zijnde cocaïne en/of heroïne en/of MDMA en/of amfetamine (telkens) een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens artikel 3a, vijfde lid van de Opiumwet (telkens) een ander heeft getracht te bewegen om dat feit te plegen, te doen plegen, mede te plegen en/of uit te lokken, om daarbij behulpzaam te zijn en/of om daartoe gelegenheid, middelen en/of inlichtingen te verschaffen en/of (telkens) zich en/of een of meer anderen gelegenheid en/of inlichtingen tot het plegen van dat/die feit(en) heeft getracht te verschaffen en/of (telkens) voorwerpen en/of vervoersmiddelen en/of stoffen en/of gelden voorhanden heeft/hebben gehad waarvan verdachte en/of verdachtes mededader(s)(telkens) wist(en) of ernstige redenen had(den) te vermoeden, dat dat/die bestemd was/waren tot het plegen van dat/die feit(en), hebbende verdachte en/of (een of meer van) verdachtes mededader(s)
-
één of meerdere telefoons voorhanden heeft gehad en/of daarvan gebruik heeft gemaakt middels de communicatieapp Signal te communiceren met één of meer van zijn mededaders en/of kopers en/of leveranciers en/of
-
( telefonische) afspraken heeft gemaakt met en/of besprekingen en/of inlichtingen en/of aanwijzingen en/of opdrachten (door)gegeven aan zijn mededader(s) en/of een of meer anderen, om verdovende middelen te kopen en/of verkopen en/of te bewerken en/of in ontvangst te nemen en/of vervoeren en/of berichten heeft verstuurd betreffende de wijze waarop die verdovende middelen, zou(den) worden gekocht en/of bewerkt en/of geleverd en/of afgenomen en/of verder vervoerd en/of
-
afspraken heeft gemaakt over betalingen en/of vergoedingen voor het vervoeren en/of
-
transport geregeld en/of laten regelen;
3 hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 april 2024 tot en met 1 april 2025 te [plaats 1] , althans in Nederland, (telkens) (van) één of meer geldbedrag(en) van in totaal €75.066,73, althans een of meer geldgedrag(en)
-
de werkelijke aard, de herkomst, de vindplaats, de vervreemding en/of de verplaatsing heeft verborgen en/of heeft verhuld, dan wel
-
heeft verborgen en/of heeft verhuld wie de rechthebbende(n) op dat/die voorwerp(en) was/waren en/of
-
heeft verborgen en/of heeft verhuld wie dat/die geldbedrag(en) voorhanden had(den)
terwijl hij, verdachte, wist althans redelijkerwijs moest vermoeden dat/die geldbedrag(en) – onmiddellijk of middellijk – afkomstig was/waren uit enig misdrijf.