ECLI:NL:RBOVE:2025:5656 - Verlenging TBS-maatregel ondanks behandelvoortgang en weigering pro Justitia-onderzoek - 22 september 2025
Uitspraak
Essentie
De rechtbank Overijssel verlengt de terbeschikkingstelling met twee jaar. Hoewel betrokkene vooruitgang boekt, acht de rechtbank de verlenging noodzakelijk voor de veiligheid van anderen. Het recidiverisico en de stoornis zijn, mede op basis van het klinisch advies, nog steeds aanwezig en verdere resocialisatie is vereist.
Rechtsgebieden
Uitspraak inhoud
Team Strafrecht
Zittingsplaats Zwolle
Parketnummer: 08.760117.14 Datum uitspraak: 22 september 2025
Beslissingop de vordering van het Openbaar Ministerie tot verlenging van de terbeschikkingstelling van:
[betrokkene], geboren op [geboortedatum] 1987 te [geboorteplaats], nu verblijvende in FPC [geboorteplaats], hierna te noemen: betrokkene
1 De aanleiding
Betrokkene is bij arrest van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 7 oktober 2016 ter beschikking gesteld met bevel tot verpleging van overheidswege, na bewezenverklaring van (onder meer) de misdrijven: vernieling, brandstichting en belaging.
De terbeschikkingstelling is ingegaan op 29 augustus 2017. Deze terbeschikkingstelling is laatstelijk verlengd bij beslissing van deze rechtbank van 4 september 2023 en eindigt, behoudens nadere voorziening, op 18 augustus 2025.
2 De stukken
De rechtbank heeft kennisgenomen van de op grond van artikel 6:6:12 van het Wetboek van Strafvordering (Sv) overgelegde stukken, te weten:
3 De procedure
Het Openbaar Ministerie heeft op 1 juli 2025 een vordering ingediend tot verlenging van bovenvermelde termijn met twee jaren.
Het onderzoek van de zaak heeft plaatsgevonden op de openbare terechtzitting van 8 september 2025. De rechtbank heeft op die terechtzitting gehoord:
De officier van justitie heeft de vordering tot verlenging van de termijn van terbeschikkingstelling met twee jaren gehandhaafd.
Betrokkene en haar raadsvrouw hebben naar voren gebracht dat zij geen bezwaar hebben tegen verlenging van de maatregel met twee jaren.
4 De beoordeling
De vordering is op 1 juli 2025 ingediend. Dit is tijdig.
De rechtbank stelt vast dat het onderzoek van de zaak niet uiterlijk twee maanden na de ontvangst van de vordering heeft plaatsgevonden. De rechtbank acht dit onwenselijk, maar volstaat met de constatering dat de bedoelde termijn is overschreden.
De rechtbank dient op grond van het bepaalde in de artikelen 38d en 38e van het Wetboek van Strafrecht (Sr) te bepalen of de termijn van de maatregel van terbeschikkingstelling moet worden verlengd.
De rechtbank neemt bij haar overwegingen het over betrokkene opgemaakte advies van de kliniek, de over betrokkene opgemaakte pro Justitia rapportages en de toelichting van de deskundige ter zitting in aanmerking.
Het rapport van de kliniek houdt, zakelijk weergegeven, onder meer het volgende in. Betrokkene is gediagnosticeerd met schizofrenie, waarbij differentiaal diagnostisch ook kan worden gedacht aan borderline persoonlijkheidstrekken. Onderliggend is sprake van een psychotische kwetsbaarheid en hechtingsproblematiek. In april 2023 is een machtiging voor begeleide verloven met begeleiding door een mannelijke medewerker afgegeven. Deze verloven verlopen goed, er doen zich geen bijzonderheden voor in het contact met mannelijke begeleiders. Wat wel opvalt is dat zij geneigd is tot obsessief gedrag. Betrokkene is afhankelijk van externe structuur en begrenzing. Zij laat zich hier inmiddels redelijk goed in begeleiden en sturen. Netwerkverloven (naar ouders) vormen een onderdeel van het verlofplan. Het doel hiervan is de interactie tussen betrokkene en haar ouders te monitoren. Tijdens de netwerkverloven wordt niet gesproken over behandelinhoudelijke zaken, ook wordt niet gesproken over het verleden in het gezin. Betrokkene komt met name om ouders praktische zaken te laten regelen (zoals het verstellen van broeken). Begin 2024 is onbegeleid verlof aangevraagd, waarvoor in maart 2024 de machtiging is afgegeven. Nadat de machtiging voor onbegeleid verlof binnen was, ontstond er echter een conflictueuze situatie tussen de mentor en betrokkene. In verband hiermee zijn de (begeleide) verloven stopgezet, omdat betrokkene niet aan de verlofvoorwaarden voldoet. Betrokkene is ingesteld op een depot en haar gedrag is geproblematiseerd, waarna zij uiteindelijk de samenwerking met haar mentor weer is aangegaan. De begeleide verloven zijn weer herstart en sinds een paar maanden praktiseert ze onbegeleid verlof. Deze verlopen goed, er doen zich geen bijzonderheden voor. In het contact is betrokkene opener en in haar gedrag lijkt zij minder obsessief. De medicatie lijkt goed effect te hebben. De koers richtte zich op doorstroom naar de FPA [locatie] te [plaats 1]. Betrokkene vond dit wel ver van haar familie. In het kader van risicomanagement is resocialisatie in een andere omgeving dan de omgeving van herkomst passend, ook gelet op de gebiedsverboden en veelheid van delicten en slachtoffers in en rondom Zwolle. Daarnaast wordt de familie van betrokkene niet zonder meer als beschermende factor gezien. Wel is haar de optie van doorstroom naar FPA [plaats 2] voorgelegd. Op korte termijn wordt een besluit genomen welke FPA het wordt. De komende periode zal gebruikt worden om haar draagkracht te toetsen en of betrokkene stabiel blijft functioneren bij toenemende vrijheden bij onbegeleid en/of transmuraal verlof (bij een overplaatsing naar een FPA). Vanuit risico-oogpunt is het van belang dat deze uitbreiding in het huidige kader plaatsvindt, zodat zorg en toezicht snel op- en afgeschaald kunnen worden. Gezien de huidige fase van de behandeling en de te zetten stappen in de resocialisatie adviseert de kliniek de tbs-maatregel met twee jaar te verlengen.
De deskundige heeft het advies ter zitting toegelicht en verklaard dat betrokkene de positieve lijn heeft doorgezet. Er zijn geen verhoogde risico’s en betrokkene houdt zich aan de verlofafspraken. Ze zit in de afrondende fase van het EMDR-traject en betrokkene is geïndiceerd voor therapie gericht op haar seksuele ontwikkeling. Daarnaast wordt Psychomotorische therapie (PMT) ingezet. Momenteel zetten de kliniek en betrokkene in op een overgang naar de FPA in [plaats 1]. Deze FPA sluit goed aan op de behandelbehoefte van betrokkene en ligt in een rustige omgeving. Dit heeft inmiddels ook wel de voorkeur van betrokkene.
Met betrekking tot de 4-jaarsrapportage speelt het volgende. Betrokkene weigerde aan het onderzoek van de psychiater mee te werken. Hierdoor is het voor de psychiater niet mogelijk om een gedegen advies uit te brengen. Betrokkene heeft ook gesprekken met de psycholoog geweigerd. Ook de psycholoog onthoudt zich daarom van advies.
Het oordeel van de rechtbank Gelet op het vorenstaande is de rechtbank van oordeel dat de veiligheid van anderen, dan wel de algemene veiligheid van personen eist dat de maatregel van terbeschikkingstelling wordt verlengd. Op grond van de inhoud van de rapportage van de kliniek is vermeld en hetgeen ter zitting is toegelicht, stelt de rechtbank vast dat bij betrokkene sprake is van een stoornis en dat sprake is van recidiverisico. Aan de criteria voor de verlenging van de terbeschikkingstelling is daarom voldaan.
De rechtbank stelt verder vast dat betrokkene zich de afgelopen periode voor de behandeling heeft ingezet en zeer noemenswaardige vooruitgang heeft geboekt. De verwachting is dat betrokkene de komende periode vanuit de kliniek zal doorstromen naar de FPA in [plaats 1], waar betrokkene verder zal oefenen met toenemende prikkels en vrijheden. Het verdere traject zal nog meerdere jaren in beslag nemen. De rechtbank zal daarom de terbeschikkingstelling met twee jaren verlengen.
5 De beslissing
De rechtbank:
- verlengt de terbeschikkingstelling van [betrokkene] met twee jaren;
Aldus gegeven door mr. A. van Holten, voorzitter, mr. S.H. Peper en mr. R.J. Postma, rechters, in tegenwoordigheid van mr. M.G. Drent als griffier en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 22 september 2025.