ECLI:NL:RBOVE:2025:5655 - Verlenging TBS ondanks uitblijven behandelwinst bij hoog recidiverisico - 22 september 2025
Uitspraak
Essentie
De rechtbank Overijssel verlengt de tbs-maatregel met twee jaar. Hoewel verdere behandelwinst uitblijft en betrokkene afhankelijk is van een strikt extern risicomanagement, eist de veiligheid van anderen een verlenging vanwege een onveranderd hoog risico op (seksuele) geweldsdelicten bij beëindiging van de maatregel.
Rechtsgebieden
Uitspraak inhoud
Team Strafrecht
Zittingsplaats Zwolle
Parketnummer: 07.007126.95 Datum uitspraak: 22 september 2025
Beslissingop de vordering van het Openbaar Ministerie tot verlenging van de terbeschikkingstelling van:
[betrokkene], geboren op [geboortedatum] 1964 te [geboorteplaats], thans verblijvende in FPC [verblijfplaats], hierna te noemen: betrokkene
1 De aanleiding
Betrokkene is bij vonnis van de rechtbank Zwolle van 28 november 1995 ter beschikking gesteld met bevel tot verpleging van overheidswege, na bewezenverklaring van de misdrijven verkrachting en opzettelijk iemand van de vrijheid beroven en beroofd houden.
De terbeschikkingstelling is ingegaan op 5 augustus 1997. Deze terbeschikkingstelling is laatstelijk verlengd bij beslissing van deze rechtbank van 25 september 2023 en eindigt, behoudens nadere voorziening, op 5 augustus 2025.
2 De stukken
De rechtbank heeft kennisgenomen van de op grond van artikel 6:6:12 van het Wetboek van Strafvordering (Sv) overgelegde stukken, te weten:
3 De procedure
Het Openbaar Ministerie heeft op 30 juni 2025 een vordering ingediend tot verlenging van bovenvermelde termijn twee jaren.
Het onderzoek van de zaak heeft plaatsgevonden op de openbare terechtzitting van 8 september 2025. De rechtbank heeft op die terechtzitting gehoord:
De officier van justitie de vordering tot verlenging van de termijn van terbeschikkingstelling met twee jaren gehandhaafd.
De raadsman heeft namens betrokkene primair verzocht de vordering tot verlenging af te wijzen, omdat niet is voldaan aan de vereisten van artikel 38d, tweede lid, van het Wetboek van Strafrecht (Sr), om een verlenging te rechtvaardigen. Er is namelijk geen sprake van recidivegevaar. Subsidiair verzoekt de raadsman de terbeschikkingstelling te verlengen met een jaar.
4 De beoordeling
De vordering is op 30 juni 2025 ingediend. Dit is tijdig.
De rechtbank stelt vast dat het onderzoek van de zaak niet uiterlijk twee maanden na de ontvangst van de vordering heeft plaatsgevonden. De rechtbank acht dit onwenselijk, maar volstaat met de constatering dat de bedoelde termijn is overschreden.
De rechtbank dient op grond van het bepaalde in de artikelen 38d en 38e Sr te bepalen of de termijn van de maatregel van terbeschikkingstelling moet worden verlengd.
De rechtbank neemt bij haar overwegingen het over betrokkene opgemaakte advies van de kliniek en de toelichting van de deskundige ter zitting in aanmerking.
Het rapport van de kliniek houdt, zakelijk weergegeven, onder meer het volgende in. Bij betrokkene is sprake van een licht verstandelijke beperking en een persoonlijkheidsstoornis met antisociale, borderline en paranoïde trekken. Betrokkene verblijft sinds 1986 in verschillende tbs-klinieken of in detentie en is hierdoor gehospitaliseerd geraakt. In het kader van de huidige terbeschikkingstelling verblijft betrokkene sinds 1998 in verschillende behandelklinieken. Betrokkene heeft naar vermogen meegewerkt aan een langdurige behandeling. Echter, na drie behandelpogingen en een eerdere plaatsing in de LFPZ in 2003, is in 2020 wederom de LFPZ-status aangevraagd en toegekend. Ondanks de inzet van betrokkene voor meerdere behandelinterventies, is er nimmer een substantiële behandelwinst behaald. Er worden geen mogelijkheden gezien om de vrijheden van betrokkene verder uit te breiden dan enkel begeleid verlof door een mannelijke medewerker. Mogelijkheden tot doorstroom naar een setting met een minder hoog beveiligingsniveau, zoals een longcare voorziening of FPK, zijn onderzocht. Vanwege het ingeschatte hoge risico op seksueel gewelddadig gedrag blijkt een dergelijke plaatsing niet geïndiceerd. Het delictgevaar is niet met behandelinterventies te beïnvloeden en de onderliggende dynamiek die ten grondslag ligt aan de zedendelicten is nog onveranderd aanwezig. Er is geen sprake van probleembesef en het vermogen tot vroegsignalering is ontoereikend. Spanningen en frustraties lopen nog immer makkelijk op, waardoor boosheid snel toeneemt. Betrokkene is een zeer beperkt ontwikkelde man. Er is veel stut- en steunwerk nodig om betrokkene te ondersteunen in zijn functioneren. Bij oplopende spanningen is instabiliteit in het functioneren van betrokkene merkbaar. In 2023 destabiliseerde betrokkene na een periode van (zelf)overvraging. Een fysiek agressief incident is voorkomen door interventie en de-escalerende bejegening vanuit het team. Externe vroegsignalering blijft noodzakelijk en de begeleiding en de psycholoog zijn ondersteunend bij het ventileren van aanwezige spanningen. Seksueel grensoverschrijdend gedrag heeft in de afgelopen periode niet plaatsgevonden. Wel blijven contacten met vrouwen gemonitord worden. In de afgelopen periode heeft betrokkene verliefdheidsgevoelens voor een begeleidster uitgesproken. Het behandelteam hanteert duidelijke grenzen en ondersteunt betrokkene om met deze gevoelens om te gaan, zodat er geen gevaarzettend gedrag ontstaat. Het behandelteam ziet dat de LFPZ de best passende plek is voor betrokkene. Om zijn kwaliteit van leven te vergroten is begeleid verlof (door twee mannelijke medewerkers) gemachtigd en zijn de eerste verloven gepraktiseerd. Uitbreiding van zijn vrijheden wordt niet beoogd. De problematiek is complex, de zorg- en ondersteuningsbehoefte is intensief, de (behandel)druk wordt laag gehouden en het recidiverisico blijft hoog bij het wegvallen van een strikt extern risicomanagement of bij een lager beveiligingsniveau. Een nieuwe behandelpoging zal hem fors overvragen en is daarmee risicoverhogend. Bij beëindiging van de tbs-maatregel is het risico op (seksuele) geweldsdelicten hoog. De kliniek adviseert de terbeschikkingstelling met twee jaren te verlengen.
De deskundige heeft het advies ter zitting gehandhaafd en toegelicht dat verdachte op de goede plek zit in de LFPZ. Er is veel ondersteuning nodig voor betrokkene om de spanningen niet te laten oplopen. In juni 2025 is de LFPZ-status van betrokkene verlengd voor de duur van twee jaar. Het begeleide verlof van betrokkene verloopt goed. Het gaat goed met betrokkene maar als de behandeldruk toeneemt, lopen de spanningen op en behandeling zal het recidiverisico niet verminderen. De kliniek vindt uitstroom naar een longcare voorziening op beveiligingsniveau 2 of 3 niet passend. Ook uitstroom naar Trajectum is niet passend, omdat Trajectum geen verblijfzorg biedt. Trajectum biedt behandeling met als doel uitstromen. Maar uitstromen en resocialiseren zoals Trajectum verlangd, is niet haalbaar voor betrokkene.
Het oordeel van de rechtbank Gelet op het vorenstaande is de rechtbank van oordeel dat de veiligheid van anderen, dan wel de algemene veiligheid van personen eist dat de maatregel van terbeschikkingstelling wordt verlengd. Op grond van wat in het verlengingsadvies van de kliniek is vermeld en ter zitting is toegelicht, stelt de rechtbank vast dat sprake is van een stoornis en dat sprake is van recidiverisico. Aan de criteria voor de verlenging van de terbeschikkingstelling is daarom voldaan.
De rechtbank ziet onvoldoende grond voor een verlengingstermijn van een jaar en overweegt daartoe als volgt. De rechtbank hanteert als uitgangspunt dat, indien aannemelijk is geworden dat de behandeling en resocialisatie van betrokkene in het bestaande juridische kader meer tijd in beslag zal nemen dan de tijd die resteert bij een verlenging met een jaar, de terbeschikkingstelling in beginsel verlengd dient te worden met een termijn van twee jaren. De rechtbank stelt vast dat hoewel betrokkene in de huidige setting relatief stabiel functioneert, hij ter beperking van het recidiverisico zeer afhankelijk is van het strikte risicomanagement van de kliniek. Het huidige beveiligingsniveau is nog altijd noodzakelijk en betrokkene zal altijd begeleiding nodig hebben. Zeer recent is de LFPZ-status van betrokkene nog verlengd. De rechtbank stelt dan ook vast dat niet te verwachten is dat binnen een jaar gronden aanwezig zullen zijn die een voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege rechtvaardigen. De rechtbank zal de terbeschikkingstelling daarom met twee jaren verlengen.
5 De beslissing
De rechtbank:
- verlengt de terbeschikkingstelling van [betrokkene] met twee jaren.
Aldus gegeven door mr. A. van Holten, voorzitter, mr. S.H. Peper en mr. R.J. Postma, rechters, in tegenwoordigheid van mr. M.G. Drent als griffier en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 22 september 2025.