ECLI:NL:RBOVE:2025:5482 - Rechtbank Overijssel - 8 september 2025
Uitspraak
Rechtsgebieden
Uitspraak inhoud
Team Strafrecht
Zittingsplaats Zwolle
Parketnummer: 07-400148-07 Datum uitspraak: 8 september 2025
Beslissing op de vordering van het Openbaar Ministerie tot verlenging van de terbeschikkingstelling van:
[betrokkene], geboren op [geboortedatum] 1979 in [geboorteplaats] (Turkije), verblijvende in FPC [locatie], hierna te noemen: betrokkene.
1 De aanleiding
Betrokkene is bij arrest van het gerechtshof Arnhem, zittingsplaats Leeuwarden, van 27 juli 2012 ter beschikking gesteld, waarbij betreffende het gedrag van betrokkene voorwaarden zijn gesteld, na bewezenverklaring van de misdrijven:
De terbeschikkingstelling is ingegaan op 27 juli 2012. Bij beslissing van 10 oktober 2019 heeft de rechtbank de terbeschikkingstelling omgezet in een terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege en de termijn van de terbeschikkingstelling verlengd met twee jaren. Het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden heeft op 24 september 2020 deze beslissing bevestigd.
De terbeschikkingstelling is laatstelijk verlengd bij beslissing van deze rechtbank van 4 september 2023 en zou, behoudens nadere voorziening, zijn geëindigd op 27 juli 2025.
2 De stukken
De rechtbank heeft kennis genomen van de op grond van artikel 6:6:12 van het Wetboek van Strafvordering (Sv) overgelegde stukken, te weten:
3 De procedure
Het Openbaar Ministerie heeft op 18 juni 2025 een vordering ingediend tot verlenging van bovenvermelde termijn met twee jaren.
Het onderzoek van de zaak heeft plaatsgevonden op de openbare terechtzitting van 25 augustus 2025. De rechtbank heeft op de openbare terechtzitting gehoord:
De officier van justitie heeft gepersisteerd bij de vordering tot verlenging van de termijn van terbeschikkingstelling met twee jaren.
Betrokkene en zijn raadsman hebben verzocht om de termijn van de verlenging van de maatregel terbeschikkingstelling te beperken tot één jaar. De raadsman heeft hiertoe aangevoerd dat op die manier de voortgang van de maatregel kan worden getoetst.
4 De beoordeling
De vordering is op 18 juni 2025 ingediend. Dit is tijdig.
De rechtbank dient op grond van het bepaalde in de artikelen 38d en 38e van het Wetboek van Strafrecht (Sr) te bepalen of de termijn van de maatregel van terbeschikkingstelling moet worden verlengd.
De rechtbank neemt bij haar overwegingen het verlengingsadvies van de kliniek en de toelichting van de deskundige op de zitting van 25 augustus 2025 in aanmerking.
Het verlengingsadvies van de kliniek
Het rapport van de kliniek houdt, zakelijk weergegeven, onder meer het volgende in. Bij betrokkene is sprake van een andere gespecificeerde persoonlijkheidsstoornis met antisociale, narcistische en afhankelijke trekken. Er is sprake van beperkte draagkracht en een verhoogde stressgevoeligheid. Daarnaast is er sprake van ernstige verslavingsproblematiek, te weten (cannabis, cocaïne en gokken). Tevens is er in het verleden sprake geweest van fors alcoholgebruik. Verder is bij betrokkene sprake van een neiging tot zelfoverschatting, een sterke behoefte aan regie en gevoeligheid voor krenking. Betrokkene houdt zich veelal vast aan zijn eigen perspectief en externaliseert en minimaliseert problematiek. Ook is er bij betrokkene sprake van impulsiviteit en het denken in gedrag, met name bij oplopende stress en overbelasting van zijn draagkracht. In de voorgeschiedenis van betrokkene is sprake van meerdere negatieve, ingrijpende gebeurtenissen en verschillende verlieservaringen. Zowel de traumatisering, zich begeven in een crimineel milieu als het vluchten in overmatig middelengebruik hebben de persoonlijkheidsontwikkeling van betrokkene ernstig verstoord.
Betrokkene is in augustus 2024 doorgestroomd naar FVK Basalt en heeft zich het afgelopen jaar goed gehouden aan de afdelingsafspraken. Daarnaast is betrokkene beter in staat om te luisteren naar anderen. De copingvaardigheden van betrokkene zijn binnen de gestructureerde omgeving voldoende. Echter, wanneer betrokkene op zichzelf is aangewezen schieten zijn vaardigheden, met name op het gebied van emotieregulatie, te kort. Een positieve ontwikkeling is dat betrokkene begint te vragen wat de bedoeling is van de ander in de interactie met hem. Ook hebben zich er het afgelopen jaar weinig problemen voorgedaan met betrekking tot de impulsiviteit van betrokkene.
Het risicomanagement van betrokkene bestaat uit het bieden van externe structuur, ondersteuning en toezicht op het psychisch functioneren, het omgaan met krenking, frustraties en agressieve gevoelens, een evenwichtige dagbesteding en toezicht op middelengebruik. Verder is het van belang dat betrokkene abstinent blijft van middelen, inzicht geeft in zijn interne belevingswereld, niet in conflictsituaties komt en spanningen blijft bespreken. Bij een beëindiging van de tbs-maatregel wordt het risico op (seksueel) gewelddadig gedrag als matig-hoog gezien. De verslavingsproblematiek van betrokkene is ernstig en houdt direct verband met een toename van het recidiverisico. Het gebruik van middelen houdt bij betrokkene direct verband met een toename van het risico op gewelds-, vermogens en seksuele delicten. Betrokkene werkt mee aan urinecontroles en geeft aan geen zucht te hebben naar middelen. Op het moment dat sprake is van een zucht en terugval in gebruik zal dit leiden tot stagnatie en vertraging van het traject, waarbij de verwachting is dat de frustratie van betrokkene zal oplopen en de samenwerking zal verslechteren. Gevoelens van krenking kunnen dan leiden tot een verhoogde kans op verbale agressie. Bij langdurig en structureel middelengebruik zal betrokkene ontremd raken, waarbij fysieke en seksuele agressie te verwachten is.
Betrokkene volgt momenteel een verslavingsbehandeling en een behandeling die ziet op het verstevigen van het interne risicomanagement. Het is van belang dat betrokkene de behandeling op Basalt zal blijven doorlopen, terwijl ondertussen zijn vrijheden stapsgewijs worden uitgebreid, zodat zijn draagkracht en middelenabstinentie in een ruimer kader kunnen worden getoetst. Op deze wijze kan de komende periode worden ingeschat hoe het concrete doorstroomplan van betrokkene er uit zal gaan zien. Na afronding van de behandeling in de kliniek zal betrokkene mogelijk doorstromen naar een passende vervolgvoorziening, bijvoorbeeld Lister in Utrecht. De inschatting is dat toezicht vanuit een gedwongen kader noodzakelijk zal blijven om het recidiverisico te matigen en de verwachting is dan ook dat betrokkene afhankelijk zal blijven van ondersteuning. Het probleeminzicht van betrokkene is verbeterd, maar hij is nog niet in staat om effectief in te grijpen op zijn problematiek. Het is noodzakelijk dat de behandeling en resocialisatie plaats zullen vinden binnen de verplichte kaders van een tbs-maatregel. Verder dient het opbouwen van vrijheden en de toename van zelfstandigheid in kleine stappen plaats te vinden. Gelet op de huidige fase van de behandeling, de behandeldoelen en de te nemen stappen in de resocialisatie, adviseert de kliniek om de tbs-maatregel te verlengen met twee jaren.
De deskundige ter zitting
Op zitting heeft deskundige Oudhof het advies gehandhaafd en in aanvulling op het advies naar voren gebracht dat betrokkene stappen heeft gezet in het forensisch beschermd wonen, wat een positieve ontwikkeling is. Momenteel wordt er gewerkt aan de vervolgstappen, die na afronding van de behandeling bij Basalt zullen plaatsvinden. Betrokkene is op een intake geweest, welke goed is verlopen. Er is een machtiging transmuraal verlof aangevraagd en zodra deze is toegekend, kan betrokkene worden aangenomen. Er zijn inmiddels verschillende positieve stappen gezet, na een aanvankelijk langdurig en moeizaam traject. Betrokkene blijft kwetsbaar. Betrokkene zal verhuizen naar een andere woonplaats, waar nieuw werk gevonden moet worden. De organisatie van de verslavingszorg blijft ongewijzigd. De deskundige verwijst naar pagina 15 t/m 17 van het verlengingsadvies. Er is opnieuw een risicotaxatie uitgevoerd. In het advies is dit op een bijzondere wijze omschreven, waarbij onderdelen door elkaar lijken te lopen. Daarnaast is de informatie deels verouderd. Voor de situatie ‘in de zorg’ acht de kliniek het recidiverisico niet hoog; anders zou er niet zijn overgegaan tot de volgende stap ten aanzien van het beschermd wonen. Tijdens het traject heeft betrokkene verschillende teleurstellingen ervaren, maar deze hebben de behandelrelatie niet verstoord. Betrokkene zal een andere behandelaar toegewezen krijgen. De communicatielijnen blijven kort en de kliniek blijft betrokken. Rust is goed voor betrokkene. Ook heeft betrokkene tijd en ruimte nodig. Betrokkene is nog niet geplaatst op de vervolgplek en dat zal ook niet direct gaan gebeuren. Een verlenging van de termijn van de terbeschikkingstelling met twee jaren is daarom niet onredelijk.
Het oordeel van de rechtbank
Gelet op het vorenstaande is de rechtbank van oordeel dat de veiligheid van anderen, dan wel de algemene veiligheid van personen eist dat de maatregel van terbeschikkingstelling wordt verlengd. Op grond van het verlengingsadvies van de kliniek en het verhandelde ter zitting, stelt de rechtbank vast dat sprake is van stoornissen bij betrokkene en een recidiverisico. Aan de criteria voor de verlenging van de terbeschikkingstelling is voldaan. De rechtbank neemt daarbij in aanmerking dat de maatregel is opgelegd ter zake van een misdrijf dat gericht is tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen. De totale duur van de maatregel van terbeschikkingstelling met bevel tot verpleging van overheidswege kan daarom een periode van vier jaren te boven gaan.
Betrokkene heeft de afgelopen periode positieve stappen gezet. In de komende periode zal er worden toegewerkt naar plaatsing in een vervolgvoorziening (forensisch beschermd wonen). Wanneer transmuraal verlof is toegekend, kan betrokkene worden aangenomen op de vervolgvoorziening.
De rechtbank stelt vast dat nog geruime tijd nodig zal zijn voor het behalen van de behandeldoelen, plaatsing op de vervolgvoorziening en de te nemen stappen in de resocialisatie. De draagkracht van betrokkene en zijn middelenabstinentie zullen in een ruimer kader worden getoetst en in de komende periode zal worden bepaald hoe het concrete doorstroomplan van betrokkene er uit zal gaan zien. De rechtbank overweegt dat er vanuit de kliniek een gedegen plan ligt. Het opbouwen van vrijheden en de toename van zelfstandigheid dient in geleidelijke stappen plaats te vinden. Het is in het belang van betrokkene dat dit traject geleidelijk zal worden doorlopen en de rechtbank acht aannemelijk dat dit nog meerdere jaren kan duren.
De rechtbank ziet dan ook onvoldoende grond voor een verlengingstermijn van een jaar, zoals door de raadsman van betrokkene is bepleit. De rechtbank hanteert als uitgangspunt dat, indien aannemelijk is geworden dat de behandeling meer tijd in beslag zal nemen dan de tijd die resteert bij een verlenging met een jaar, de terbeschikkingstelling in beginsel verlengd dient te worden met een termijn van twee jaren. De rechtbank stelt op basis van het voorgaande vast dat niet te verwachten is dat binnen een jaar gronden aanwezig zullen zijn die een voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege rechtvaardigen. Een verlenging van de terbeschikkingstelling met een termijn van een jaar zou bij betrokkene in dit geval ten onrechte de verwachting kunnen wekken dat er binnen het jaar gronden aanwezig kunnen zijn die een voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege mogelijk kunnen maken. De rechtbank zal de terbeschikkingstelling daarom met twee jaren verlengen.
5 De beslissing
De rechtbank verlengt de terbeschikkingstelling met bevel verpleging van [betrokkene] met 2 (twee) jaren.
Aldus gegeven door mr. M.J.A.L. Beljaars, voorzitter, mr. S.K. Huisman en mr. J.G.M. Fluttert, rechters, in tegenwoordigheid van E. Bauhuis als griffier en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 8 september 2025.
De griffier is buiten staat deze beslissing mede te ondertekenen.