Terug naar bibliotheek
Rechtbank Oost-Brabant

ECLI:NL:RBOBR:2025:5779 - Trage resocialisatie geen bijzondere omstandigheid voor kortere TBS-verlenging - 19 september 2025

Uitspraak

ECLI:NL:RBOBR:2025:577919 september 2025

Essentie

De Rechtbank Oost-Brabant verlengt een tbs-maatregel met de standaardtermijn van twee jaar. De rechtbank oordeelt dat een traag verlopend resocialisatietraject, mede door een langdurige onderbreking, geen bijzondere omstandigheid vormt die een kortere verlengingstermijn van één jaar rechtvaardigt.

Rechtsgebieden

Uitspraak inhoud

beslissing

RECHTBANK OOST-BRABANT

Locatie 's-Hertogenbosch Strafrecht

Parketnummer: 01.035259.00

Uitspraakdatum: 19 september 2025

Beslissing verlenging terbeschikkingstelling

Beslissing in de zaak van:

[verdachte] ,

geboren te [geboorteplaats] op [1967] , verblijvende in FPC de Rooyse Wissel, hierna te noemen: “terbeschikkinggestelde”.

Het onderzoek van de zaak.

Bij vonnis van de rechtbank van 18 januari 2001 is terbeschikkinggestelde ter beschikking gesteld met verpleging van overheidswege. De terbeschikkingstelling is gestart in 2003, waarna de terbeschikkinggestelde in behandeling is geweest en een resocialisatietraject is ingeslagen dat in 2013 leidde tot transmuraal verlof. De maatregel is in 2014 onderbroken door de aanhouding van terbeschikkinggestelde voor een ouder delict, waarvoor hij aansluitend is veroordeeld en een gevangenisstraf heeft uitgezeten. In 2022 is de terbeschikkingstelling hervat. Deze terbeschikkingstelling is voor het laatst, bij beslissing van deze rechtbank van 10 november 2023 met een een termijn van twee jaren verlengd, welke beslissing bij beslissing van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 22 mei 2025 is bevestigd.

De vordering van de officier van justitie bij deze rechtbank ingekomen op 14 augustus 2025 strekt tot verlenging van de termijn van terbeschikkingstelling met twee jaren.

Deze vordering is behandeld op de openbare terechtzitting van de rechtbank van 5 september 2025. Hierbij zijn de officier van justitie, deskundige M. Kok, de terbeschikkinggestelde en zijn raadsman, mr. J.A.W. Knoester, gehoord.

In het dossier bevinden zich onder andere:

De beoordeling.

Het advies van de kliniek Uit het verlengingsadvies van de kliniek volgt dat de terbeschikkinggestelde is gediagnosticeerd met een andere gespecificeerde persoonlijkheidsstoornis (met antisociale, borderline en narcistische kenmerken). In het verleden is er sprake geweest van excessief middelengebruik (alcohol en cocaïne), maar dat is momenteel langdurig in remissie (sinds 2002). Ook is sprake van stemmingsproblematiek.

Het recidiverisico in geval van voorwaardelijke beëindiging van de verpleging wordt ingeschat als matig. Indien de maatregel of het toezicht wordt beëindigd wordt het recidiverisico ingeschat als hoog.

Door de psychologische behandeling en de farmacologische ondersteuning (stemmingsstabilisator) lukt het de terbeschikkinggestelde om zich in de huidige setting staande te houden. Echter, wanneer zijn frustratietolerantie overschredenwordt, dan wordt nog steeds gezien dat het moeilijk is voor de terbeschikkinggestelde om reeds geleerde adequate copingvaardigheden consequent in te zetten. Bij het oplopen van spanningen stijgt de kans dat de terbeschikkinggestelde gefrustreerd raakt, het hem niet lukt om zelfstandig adequate coping toe te passen of hierover met iemand in gesprek te gaan. Die situatie kan leiden tot alcoholgebruik en op termijn tot het overgaan tot (seksuele) ontlading van zijn spanningen.

Behandelverloop Gezien het uitzonderlijke behandelverloop van de terbeschikkinggestelde (met een jarenlange onderbreking) is door de kliniek in september 2023 een zorgconferentie aangevraagd. Dit verzoek is door het ministerie afgewezen. Op 6 februari 2024 heeft een collegiaal casuïstiek overleg plaatsgevonden waarbij geadviseerd werd om de terbeschikkinggestelde aan te moedigen tot het bekennen van het delict waarvoor hij in 2014 is aangehouden, wat het risicomanagement zou versterken. Bij blijvende ontkenning werd longcare als mogelijke vervolgstap genoemd. Twee onafhankelijke rapporteurs oordeelden in 2023 dat uiteindelijke resocialisatie verantwoord is.

Tegen de laatste verlengingsbeslissing van de rechtbank van 10 november 2023 heeft de terbeschikkinggestelde hoger beroep ingesteld. In hoger beroep is door de terbeschikkinggestelde een observatie in het Pieter Baan Centrum (hierna: PBC) aangevraagd. Daar is hij van eind november 2024 tot begin februari 2025 ter observatie geplaatst. Uit de observatie kan volgens de kliniek worden afgeleid dat door het PBC wordt getwijfeld aan de eerdere dadertypering van de terbeschikkinggestelde (waarop het risicomanagement is gebaseerd). Het PBC heeft een nieuw en grondiger onderzoek in een andere kliniek geadviseerd om de dadertypologie opnieuw te laten onderzoeken waarbij in het bijzonder de veroordeling in 2014 wordt meegewogen, met als doel te onderzoeken of hieruit nog (aanvullende) aanknopingspunten voor een behandeling voortkomen. Dit advies is door de kliniek in overweging genomen. Gezien echter het lopende verloftraject binnen de huidige kliniek en de wens van de terbeschikkinggestelde om in De Rooyse Wissel te blijven, is besloten om het traject binnen de huidige kliniek verder vorm te geven.

In mei 2025 is een verlofuitbreiding toegestaan en werden begeleide verloven mogelijk, mits de terbeschikkinggestelde wordt begeleid door mannelijke begeleiders. Om het traject verder vorm te kunnen geven, is door de kliniek opnieuw bij het ministerie om toestemming voor een zorgconferentie verzocht. Vanwege de blijvende ontkenning door de terbeschikkinggestelde in de zaak waarvoor hij in 2014 is veroordeeld is het niet mogelijk gebleken om tot herijking te komen van mogelijk de diagnostiek, de risicofactoren en een eventuele versteviging van het risicomanagement. Dat complex aan factoren brengt het risico mee dat er geen resocialisatie van de grond komt. Thans werkt de terbeschikkinggestelde mee aan het opbouwen van zijn begeleide verlofstappen, stelt hij zich betrouwbaar en begeleidbaar op en staat hij goed in contact met het behandelteam. Door het praktiseren van verloven kan worden bekeken hoe de terbeschikkinggestelde omgaat met toenemende vrijheden en eventuele bijkomende spanningen.

Vooralsnog wordt het behoud van het huidige bevel tot verpleging door de kliniek als noodzakelijk gezien om een stapsgewijze resocialisatie - met voldoende tijd en ruimte voor het gedegen toetsen van het bestaande risicomanagement - te kunnen verwezenlijken.

Gelet op het behandelverloop en de problematiek van de terbeschikkinggestelde en de daarmee samenhangende stapsgewijze aanpak ten aanzien van de resocialisatie is het aannemelijk dat de terbeschikkingstelling in de huidige juridische vorm niet in minder dan twee jaren zal zijn afgewikkeld. Door de kliniek wordt daarom geadviseerd de maatregel met een termijn van twee jaren te verlengen.

De deskundige, optredend namens de kliniek, heeft bij de behandeling ter terechtzitting gepersisteerd bij voornoemd advies. De deskundige heeft verklaard dat de kliniek wil voortborduren op het ‘twee sporenbeleid’ wat inhoudt dat enerzijds wordt ingezet op een voortvarende, maar zorgvuldige en stapsgewijze, resocialisatie en anderzijds op de aanvraag van een zorgconferentie. Om een goed onderbouwde aanvraag tot uitbreiding van het verlof te doen bij het AVT (Adviescollege Verloftoetsing tbs) dienen de aanbevelingen van het PBC te worden meegenomen. De kliniek beraadt zich op dit moment over de vraag op welke wijze dat het beste kan gebeuren. Daarbij kan worden gedacht aan een aangescherpte delictanalyse of verdiepende gesprekken van de terbeschikkinggestelde met een seksuoloog. Een uitbreiding van het huidige verlofkader is nog niet aangevraagd. Een zorgconferentie is wel aangevraagd bij het ministerie, maar er is op dit moment nog geen zicht op toestemming.

Het standpunt van de officier van justitie De officier van justitie heeft gepersisteerd bij verlenging van de maatregel met een termijn van twee jaren. Er zijn geen uitzonderingen die maken dat moet afgeweken van de hoofdregel die inhoudt dat als het bestaande behandel- en resocialisatietraject langer dan een jaar zal duren er wordt verlengd met een termijn van twee jaren.

Het standpunt van de terbeschikkinggestelde en zijn raadsman. De (aanvragen van de) voorgenomen resocialisatiestappen verlopen traag. De terbeschikkinggestelde verbleef, voordat hij tijdens zijn TBS in 2014 werd aangehouden in een andere strafzaak, al in een transmurale voorziening en heeft daarmee laten zien dat hij binnen een uitgebreid verlofkader kan functioneren. Op dit moment heeft de terbeschikkinggestelde slechts begeleid verlof met mannelijke begeleiders. De kliniek heeft aangegeven dat men voortvarend, maar ook zorgvuldig te werk wil gaan bij de aanvraag van een uitbreiding van het verlofkader. De kliniek wil daarbij werk maken van de aanbevelingen uit het PBC-rapport, zodat een aanvraag tot uitbreiding van het verlof een goede kans van slagen heeft bij het AVT. Sinds het verschijnen van het PBC-rapport is echter nog altijd niet duidelijk geworden op welke wijze de aanbevelingen van het PBC geïmplementeerd kunnen/zullen worden. Een uitbreiding van het verlof is nog niet aangevraagd, terwijl het nog maar de vraag is of een toekomstige verlofaanvraag zal worden toegewezen.

Het andere spoor van de kliniek, de zorgconferentie, is eveneens met grote onzekerheden omgeven. Het organiseren van een degelijke conferentie laat, zo heeft de raadsman beschreven met een voorbeeld uit zijn eigen praktijk, soms wel anderhalf jaar op zich wachten.

De raadsman heeft, gelet op het voorgaande en in afwijking van de hoofdregel van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, bepleit de terbeschikkingstelling met slechts een termijn van één jaar te verlengen. Ten eerste is sprake van bijzondere omstandigheden die een kortere verlenging rechtvaardigen. Op die wijze kan door de rechtbank een vinger aan de pols worden gehouden en de voortgang worden bewaakt. Ten tweede is niet uitgesloten dat indien het tweesporenbeleid van de kliniek spaak loopt over een jaar al gekeken zal moeten worden naar andere mogelijkheden, bijvoorbeeld naar een kader waarbij het AVT niet in beeld is, zoals een voorwaardelijke beëindiging van het bevel tot verpleging van overheidswege.

Het oordeel van de rechtbank

Indexdelicten De terbeschikkingstelling is in 2001 toegepast ter zake verkrachting, meermalen gepleegd en opzettelijk iemand van de vrijheid beroven en beroofd houden, terwijl de veiligheid van anderen, dan wel de algemene veiligheid van personen het opleggen van die maatregel eiste. De hiervoor genoemde misdrijven betreffen misdrijven die zijn gericht tegen of gevaar veroorzaken voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen. Stoornis en recidivegevaarUit het advies van de kliniek volgt dat nog altijd sprake is van een stoornis en dat het risico op gewelddadige recidive in geval van beëindiging van de maatregel of toezicht in hoge mate aanwezig is. Bij een voorwaardelijke beëindiging van het bevel tot verpleging wordt het recidiverisico ingeschat als matig.

Verlenging De rechtbank verenigt zich met het advies van de inrichting en met de daarop gegeven toelichting door de deskundige.

Gelet op het vorenstaande, gezien de artikelen 38d en 38e van het Wetboek van Strafrecht is de rechtbank van oordeel dat de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen de verlenging van de terbeschikkingstelling eist.

Termijn van de verlenging Het is vaste jurisprudentie dat wanneer aannemelijk is dat de behandeling en resocialisatie van de terbeschikkinggestelde meer tijd in beslag zal nemen dan de tijd die resteert bij een verlenging van de terbeschikkingstelling met een termijn van een jaar, de terbeschikkingstelling verlengd moet worden met een termijn van twee jaren. De rechtbank ziet in hetgeen door de raadsman naar voren is gebracht geen aanleiding hiervan af te wijken. De kliniek heeft er op begrijpelijke gronden voor gekozen stapsgewijs verder te gaan met het resocialiseren van de terbeschikkinggestelde in de huidige kliniek. Op dit moment wordt gewerkt aan het geleidelijk opbouwen en uitbreiden van de begeleide verlofstappen van de terbeschikkinggestelde. Gegeven de inhoud en aanbevelingen van het PBC zal die uitbreiding, zoals ook door de deskundige is aangegeven, met de nodige voorzichtigheid moeten worden vormgegeven. Daarmee is de nodige tijd gemoeid. Op het tweede spoor heeft de kliniek, naast de uitbouw van het ingezette resocialisatietraject, ingezet op de organisatie van een landelijke zorgconferentie waarvoor de terbeschikkinggestelde reeds is aangemeld. Dat het volgens de raadsman enige tijd kan duren voordat die zorgconferentie daadwerkelijk plaatsvindt is in deze zaak onvoldoende reden om aan te nemen dat binnen een jaar een aanpassing van het juridische kader aan de orde zal zijn. De rechtbank komt dan ook op dezelfde gronden als de kliniek tot het oordeel dat (nog) geen sprake is van zodanige bijzondere omstandigheden dat een verlenging van de tbs-maatregel korter dan twee jaar aan de orde zou moeten zijn. De rechtbank weegt in dit verband mee dat de langdurige onderbreking van de behandeling in 2014 voor risico van de terbeschikkinggestelde komt en dat sinds de hervatting in 2022 nog niet zodanige tijd is verstreken dat de rechtbank nu in het bijzonder een vinger aan de pols zou moeten houden.

DE BESLISSING

De rechtbank:

verlengt de terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege van [verdachte] met een termijn van twee jaren.

Deze beslissing is gegeven door mr. W.A.F. Damen, voorzitter, mr. W. Heijninck en mr. C.F.N. van Schaijk, leden, in tegenwoordigheid van mr. G.J.B. van Weegen, griffier en is in het openbaar uitgesproken op 19 september 2025.