Terug naar bibliotheek
Rechtbank Noord-Nederland

ECLI:NL:RBNNE:2025:3745 - Verlenging tbs met dwangverpleging bij onverminderd hoog recidiverisico - 12 september 2025

Uitspraak

ECLI:NL:RBNNE:2025:374512 september 2025

Essentie

De rechtbank Noord-Nederland verlengt de tbs-maatregel met dwangverpleging voor twee jaar. De verlenging is noodzakelijk voor de veiligheid, omdat de veroordeelde aan het begin van zijn behandeltraject staat, de delictgerelateerde factoren onvoldoende behandeld zijn en het recidiverisico onverminderd hoog is.

Rechtsgebieden

Uitspraak inhoud

Afdeling strafrecht

Locatie Groningen

parketnummer 18-227392-22

beslissing van de meervoudige strafkamer d.d. 12 september 2025 in de rechtbank Noord- Nederland

in de zaak tegen

geboren op [geboortedatum] 1998 te [geboorteplaats] , thans verblijvende te [instelling] , hierna te noemen: veroordeelde.

Procesverloop

De officier van justitie heeft op 31 juli 2025 schriftelijk gevorderd dat de rechtbank de termijn van terbeschikkingstelling van veroordeelde zal verlengen met twee jaren.

De behandeling heeft plaatsgevonden op 29 augustus 2025, waarbij aanwezig waren veroordeelde, zijn raadsvrouw mr. J.B. Pieters, de officier van justitie mr. A.R. Posthuma en als deskundige mw. M.E. de Graaf, Gz-psycholoog.

De rechtbank heeft acht geslagen op de stukken, waaronder met name het door het (plaatsvervangend) hoofd van de inrichting ondertekende rapport met advies d.d. 8 juli 2025, van het behandelteam van de instelling waar veroordeelde van overheidswege wordt verpleegd en de aantekeningen omtrent de lichamelijke en geestelijke gesteldheid van veroordeelde.

Motivering

De opgelegde terbeschikkingstelling Bij vonnis van 3 maart 2023 heeft de rechtbank Noord-Nederland locatie Groningen veroordeelde wegens brandstichting, poging zware mishandeling en mishandeling, onder meer ter beschikking gesteld met bevel tot verpleging van overheidswege. De terbeschikkingstelling is aangevangen 2 september 2023 en is nog niet eerder verlengd.

Het advies van de instelling In het verlengingsadvies wordt geadviseerd de termijn van de terbeschikkingstelling te verlengen met twee jaren. In dit verlengingsadvies is onder meer het volgende aangegeven, zakelijk weergegeven: Veroordeelde is een 27-jarige man met een gemiddelde intelligentie bij wie sprake is van een antisociale persoonlijkheidsstoornis met borderline trekken, ADHD en problemen met middelengebruik. Hij bevindt zich nog aan het begin van zijn behandeltraject. Er is vooruitgang behaald voor wat betreft de delictgerelateerde factoren, maar er is nog altijd sprake van met name beperkte agressie-regulatie- vaardigheden, beperkte copingvaardigheden, impulsiviteit en middelengebruik. Het is noodzakelijk om geleidelijk toe te werken naar een passende vervolgsetting die aansluit bij de zorg- en begeleidingsbehoefte van veroordeelde. Positief is dat veroordeelde de voorgeschreven medicatie accepteert en zich naar zijn kunnen inzet voor zijn behandeling. Er is een licht positieve lijn zichtbaar en er zal nog meer ontwikkeling en behandeling plaatsvinden voor er verdere vervolgstappen gezet kunnen worden waarbij er zorgvuldig getoetst moet worden of veroordeelde zijn (relatieve) stabiliteit behoudt bij een toename van vrijheden. Vooralsnog is het recidivegevaar echter onverminderd hoog, omdat de delictgerelateerde factoren nog onvoldoende behandeld zijn. In de komende periode zal gewerkt worden aan de delictgerelateerde factoren waarna er meer ruimte zal zijn voor het uitbreiden van vrijheden. Om dit verantwoord te kunnen laten plaatsvinden dient dit stapsgewijs en zeker de komende (geadviseerde) periode nog vanuit het huidige FPC te worden vormgegeven. Te grote stappen in het traject kunnen leiden tot destabilisatie en een terugval in delictgedrag.

De deskundige mw. M.E. de Graaf heeft tijdens de zitting het advies bevestigd en daarop aangevuld dat er nog geen begeleid verlof is aangevraagd.

Het standpunt van het openbaar ministerie De officier van justitie heeft gepersisteerd bij haar vordering.

Het standpunt van veroordeelde en zijn raadsvrouw Veroordeelde en zijn raadsvrouw hebben zich niet verzet tegen een verlenging van de terbeschikkingstelling.

Het oordeel van de rechtbank De rechtbank stelt op grond van de overwegingen in het onderliggende vonnis van 3 maart 2023 vast dat de terbeschikkingstelling niet in duur beperkt is en dus verlengd kan worden.

Op grond van de inhoud van voormeld advies, de door de deskundige gegeven toelichting en hetgeen overigens uit het onderzoek ter zitting naar voren is gekomen, is de rechtbank van oordeel dat de veiligheid van anderen, dan wel de algemene veiligheid van personen vereist dat de termijn van de dwangmaatregel wordt verlengd. Veroordeelde staat aan het begin van zijn behandeltraject en de delictgerelateerde factoren zijn nog onvoldoende behandeld. De komende periode zal in het teken staan van het vervolgen van de ingezette therapieën, waarna kan worden toegewerkt naar het stapsgewijs uitbreiden van vrijheden. Om dit verantwoord te kunnen laten plaatsvinden is tijd nodig. De rechtbank zal de terbeschikkingstelling, overeenkomstig de vordering en het verlengingsadvies, met twee jaren verlengen.

De rechtbank heeft gelet op de artikelen 38d en 38e van het Wetboek van Strafrecht.

Beslissing

De rechtbank verlengt de termijn van de terbeschikkingstelling met bevel tot verpleging van overheidswege van veroordeelde met twee jaren.

Deze beslissing is gegeven door mr. K. Offerein-Hulshoff, voorzitter, mr. A. de Jong en mr. M.B.W. Venema, rechters, bijgestaan door mr. J. van der Wiel, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting op 12 september 2025.