Terug naar bibliotheek
Rechtbank Noord-Nederland

ECLI:NL:RBNNE:2025:3383 - Rechtbank Noord-Nederland - 7 augustus 2025

Uitspraak

ECLI:NL:RBNNE:2025:33837 augustus 2025

Rechtsgebieden

Uitspraak inhoud

Afdeling strafrecht

Locatie Leeuwarden

parketnummer 17-880304-10

beslissing van de meervoudige strafkamer in de rechtbank Noord-Nederland d.d. 7 augustus 2025

in de zaak tegen

veroordeelde, geboren op [geboortedatum] 1983 te [geboorteplaats] , thans verblijvende in [instelling 1]

Procesverloop

De officier van justitie heeft op 20 juni 2025 schriftelijk gevorderd dat de rechtbank de termijn van terbeschikkingstelling van de veroordeelde zal verlengen met twee jaren.

De behandeling heeft plaatsgevonden op 24 juli 2025, waarbij aanwezig waren de veroordeelde, zijn raadsman, mr. E. Albayrak, advocaat te Heerenveen, de officier van justitie en dhr. E. Haze, verpleegkundig specialist GGZ, als deskundige.

De rechtbank heeft acht geslagen op de stukken, waaronder met name het door het plaatsvervangend hoofd van de inrichting ondertekende rapport met advies d.d. 6 juni 2025, van het behandelteam van de instelling waar de veroordeelde van overheidswege wordt verpleegd en de aantekeningen omtrent de lichamelijke en geestelijke gesteldheid van de veroordeelde.

De rechtbank heeft voorts gelet op de adviezen als bedoeld in artikel 6:6:12, derde lid, van het Wetboek van Strafvordering (Sv), opgemaakt door I. Maksimovic, psychiater, en A.J. de Groot, psycholoog, beiden niet verbonden aan de instelling waar de veroordeelde wordt verpleegd.

Motivering

De opgelegde terbeschikkingstelling Bij vonnis van de Rechtbank Leeuwarden van 4 mei 2011 is de veroordeelde wegens poging tot doodslag ter beschikking gesteld, onder voorwaarden. Bij beslissing van 28 februari 2012 is de terbeschikkingstelling omgezetd naar een maatregel met bevel tot verpleging van overheidswege. De terbeschikkingstelling is aangevangen 9 augustus 2011 en laatstelijk op 10 augustus 2023 verlengd met twee jaar.

Het advies van de instelling In het verlengingsadvies wordt geadviseerd de termijn van de terbeschikkingstelling te verlengen met twee jaar. In dit verlengingsadvies is onder meer -zakelijk weergegeven- aangegeven dat bij veroordeelde sprake is van schizofrenie van het paranoïde type en verslavingsproblematiek. In 2010 is daarnaast een disharmonisch intelligentieprofiel vastgesteld. Betrokkene gedraagt zich vaak impulsief en kan een antisociale houding aannemen ten aanzien van de buitenwereld en mensen in zijn omgeving. Dit gedrag is secundair aan de schizofrenie en hangt samen met de aanwezigheid van een floride psychotisch beeld. Nu veroordeelde zich geruime tijd in een beveiligde, gestructureerde omgeving bevindt en is ingesteld op medicatie die effectief is gebleken tegen positieve symptomen, is de persoonlijkheidsproblematiek naar de achtergrond verdwenen. Dit maakt dat er geen persoonlijkheidsproblematiek meer wordt gediagnosticeerd.

Als gevolg van zijn problematiek is veroordeelde blijvend kwetsbaar voor terugval in drugsgebruik of psychotische ontregelingen. Ook in de afgelopen periode is gebleken dat terugval in middelen en stresserende omstandigheden veroordeelde psychotisch laten ontregelen. Dit heeft geleid tot een time-out plaatsing in [instelling 2] . Veroordeelde heeft zelf weinig vaardigheden om hiermee om te gaan. Op dit moment functioneert veroordeelde stabiel. Gezien de complexe en forse problematiek zal zeer stapsgewijs moeten worden toegewerkt naar een passende vervolgsetting. De kliniek is voornemens om veroordeelde uit te laten stromen naar begeleid wonen in [instelling 3] , in het kader van transmuraal verlof, met mogelijkheid van time-outs. Voor een adequaat en verantwoordelijk resocialisatietraject is tijd nodig. Wanneer de structuur, begeleiding en ondersteuning van de huidige setting wegvallen, zal de kans groot zijn dat betrokkene terugvalt in delictgerelateerde gedragspatronen. Om die reden wordt geadviseerd om de terbeschikkingstelling te verlengen met twee jaar.

De deskundige, dhr. E. Haze, heeft tijdens de terechtzitting van 24 juli 2025 het advies bevestigd en nader toegelicht. Deze toelichting houdt - zakelijk weergegeven - in:

Veroordeelde functioneert op dit moment stabiel. Er wordt stapsgewijs toegewerkt naar meer zelfstandigheid en meer vrijheid. Dit gaat in kleine stappen. Bij veroordeelde is nog altijd sprake van zucht naar middelen. Het toezicht van de kliniek is daardoor nog nodig.

De adviezen van de deskundigen als bedoeld in artikel 6:6:12, derde lid Sv. In het door de deskundige, I. Maksimovic, pychiater, op 24 mei 2025 opgemaakte rapport wordt geadviseerd de termijn van de terbeschikkingstelling met twee jaar te verlengen. Het advies houdt onder meer in, zakelijk weergegeven: Bij veroordeelde is sprake van schizofrenie, een stoornis in het gebruik van alcohol en stimulantia (cocaïne, amfetamine en andere stimulantia) in remissie in een gereguleerde omgeving en een stoornis in cannabisgebruik, in gedeeltelijke remissie in een gereguleerde omgeving. Het risico op gewelddadig gedrag vloeit voort uit de schizofrenie, met name omdat veroordeelde vanuit een psychose vijandig kan reageren. Hij is psychotisch kwetsbaar en heeft een beperkte draagkracht. Zonder de maatregel wordt het recidiverisico op lange termijn als matig tot hoog ingeschat. De psychiater adviseert om de maatregel te verlengen met twee jaar.

In het door de deskundige, A.J. de Groot, psycholoog, op 23 mei 2025 opgemaakte rapport wordt geadviseerd de termijn van de terbeschikkingstelling met twee jaar te verlengen. Het advies houdt onder meer in, zakelijk weergegeven: Bij veroordeelde is sprake van schizofrenie. Daarnaast is sprake van verslavingsgevoeligheid met stoornissen in het gebruik van cannabis, alcohol, amfetamine en cocaïne. Veroordeelde blijft vooral gevoelig voor terugval in cannabisgebruik. Veroordeelde wordt op dit moment stabiel genoeg geacht om toe te werken naar een overplaatsing naar beschermd wonen bij [instelling 3] , op basis van transmuraal verlof, zodat eventueel time-outs nog mogelijk zijn. Er is sprake van een reeds langdurig resocialisatietraject. Volledige psychiatrische stabilisering is waarschijnlijk niet te bewerkstelligen. Veroordeelde zal wellicht blijvende zorg nodig hebben. Geadviseerd wordt dan ook om de maatregel te verlengen met twee jaren.

Het standpunt van het openbaar ministerie De officier van justitie heeft gepersisteerd bij haar vordering tot verlenging van de terbeschikkingstelling met dwangverpleging met twee jaren.

Het standpunt van de veroordeelde en zijn raadsman De veroordeelde en zijn raadsvrouw hebben zich niet verzet tegen een verlenging van de terbeschikkingstelling met twee jaren.

Het oordeel van de rechtbank De opleggingsrechter heeft duidelijk gemotiveerd dat sprake is van een geweldsmisdrijf, dat de terbeschikkingstelling daarom niet in duur beperkt is en dus verlengd kan worden.

Op grond van de inhoud van voormeld adviezen, de door de deskundige gegeven toelichting en hetgeen overigens uit het onderzoek ter zitting naar voren is gekomen, is de rechtbank van oordeel dat de veiligheid van anderen, dan wel de algemene veiligheid van personen vereist dat de termijn van de dwangmaatregel wordt verlengd.

Uit de adviezen is gebleken dat veroordeelde de afgelopen tijd stabiel heeft gefunctioneerd. Daarnaast is gebleken dat, gelet op de complexe en forse problematiek en de kwetsbaarheid van veroordeelde, zeer stapsgewijs zal moeten worden toegewerkt naar meer zelfstandigheid en vrijheden, waarbij onzeker is of volledige psychiatrische stabilisering te bewerkstelligen valt. Op dit moment wordt toegewerkt naar transmuraal verlof.

Dit maakt dat niet te verwachten valt dat veroordeelde binnen een jaar toe is aan voorwaardelijke beëindiging van de maatregel. De Penitentiaire Kamer van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden heeft als uitgangspunt dat de terbeschikkingstelling verlengd dient te worden met een termijn van twee jaren wanneer aannemelijk is geworden dat de behandeling en resocialisatie van de terbeschikkinggestelde in het bestaande juridische kader meer tijd in beslag zal nemen dan de tijd die resteert bij een verlenging van de terbeschikkingstelling met een termijn van een jaar. De rechtbank zal daarom de terbeschikkingstelling, overeenkomstig de vordering en het verlengingsadvies, en het pleidooi van de raadsman, met twee jaar verlengen.

De rechtbank heeft gelet op de artikelen 38d en 38e van het Wetboek van Strafrecht.

Beslissing

De rechtbank verlengt de termijn van de terbeschikkingstelling van de veroordeelde met twee jaren.

Deze beslissing is gegeven door mr. A.H.M. Dölle, voorzitter, mr. T.M.L. Wolters en mr. A. Dijkstra, rechters, bijgestaan door mr. D.H. Röben, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting op 7 augustus 2025. mr. A. Dijkstra is buiten staat deze beslissing mede te ondertekenen.