Terug naar bibliotheek
Rechtbank Noord-Holland

ECLI:NL:RBNHO:2025:8724 - Rechtbank Noord-Holland - 30 juli 2025

Uitspraak

ECLI:NL:RBNHO:2025:872430 juli 2025

Uitspraak inhoud

Familie en Jeugd

Locatie Alkmaar

voornaamswijziging en inschrijving buitenlandse geboorteakte/vaststelling geboortegegevens

zaak-/rekestnr.: C/15/353707 / FA RK 24-3110

beschikking van de enkelvoudige kamer voor familiezaken van 30 juli 2025

in de zaak van:

[verzoeker] , in de basisregistratie personen thans opgenomen als: [verzoeker] , wonende te [plaats] , hierna mede te noemen: verzoeker, advocaat mr. E.P.J. Appelman, kantoorhoudende te Alkmaar,

strekkende tot het wijzigen van de voornaam ‘ [voornaam] ’ in de voornamen ‘ [voornamen] ’.

De rechtbank merkt als belanghebbende aan:

de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente Den Haag, gevestigd te Den Haag, hierna mede te noemen: de ambtenaar.

1 Verloop van de procedure

1.1. Voor het verloop van de procedure verwijst de rechtbank naar de volgende stukken:

  • het op 19 juni 2024 ontvangen verzoekschrift met bijlagen van verzoeker;

  • de brieven van de ambtenaar van 31 juli 2024, 4 september 2024, 24 december 2024, 31 maart 2025 en 24 juni 2025;

  • de berichten, met bijlagen, van de advocaat van verzoeker van 4 oktober 2024, 20 november 2024 en 19 februari 2025 en 8 mei 2025.

1.2. De mondelinge behandeling van de zaak heeft plaatsgevonden op 2 juli 2025 in aanwezigheid van verzoeker, bijgestaan door mr. E.P.J. Appelman. De ambtenaar is, met afbericht, niet verschenen.

2 Vaststaande feiten

2.1. Verzoeker is geboren op [geboortedatum] te [plaats] , [land] .

2.2. Bij Koninklijk Besluit van [datum] is aan verzoeker het Nederlanderschap verleend. 3. Het verzoek

3.1. Verzoeker heeft verzocht om zijn voornaam ‘ [voornaam] ’ te wijzigen in ‘ [voornamen] ’.

3.2. Ter onderbouwing van zijn verzoek heeft verzoeker aangegeven dat hij veel hinder ondervindt van zijn officiële voornaam. Verzoeker is in het verleden slachtoffer geweest van seksueel misbruik en heeft als gevolg daarvan PTSS opgelopen. Verzoeker gebruikt al jaren de voornaam [voornaam] en wil dit ook formaliseren, samen met de namen [namen] . Verzoeker heeft ter onderbouwing van zijn stelling een verklaring van de psycholoog overgelegd.

4 Standpunt van de ambtenaar

4.1. Ten aanzien van het verzoek om een voornaamswijziging refereert de ambtenaar zich aan het oordeel van de rechtbank.

4.2. Ten aanzien van de benodigde last tot inschrijving van de geboorteakte van verzoeker dan wel de voor het opmaken van de geboorteakte noodzakelijke gegevens in de registers van de burgerlijke stand van de gemeente Den Haag, heeft de ambtenaar het volgende standpunt ingenomen.

Verzoeker heeft in eerste instantie een kopie van de verkorte versie van de geboorteakte (Abridged) overgelegd en een kopie van de uitgebreide versie van de geboorteakte (Unabridged), afgegeven op [datum] , waarvan de notaris een kopie conform origineel heeft opgemaakt en waarbij de handtekening van de notaris is voorzien van een apostille. De kopieën van de verkorte en uitgebreide versie van de geboorteakte zijn niet voorzien van een apostille. De geboorteakte is dan ook niet vatbaar voor inschrijving in de registers van de burgerlijke stand van de gemeente Den Haag, omdat de juiste apostille ontbreekt. Van verzoeker kan worden verwacht dat hij een origineel afschrift van zijn geboorteakte (Unabridged) met de benodigde apostille in het geding brengt. De daarna ingebrachte kopieën van de zo genoemde originele geboorteakten zijn evenmin voorzien van de benodigde apostille.

Om vast te kunnen stellen of de ouders van verzoeker ten tijde van zijn geboorte waren gehuwd, dient verzoeker voorts de originele huwelijksakte van zijn ouders, eveneens voorzien van een apostille, in het geding te brengen. Verzoeker heeft een brief overgelegd van zijn vader van [datum] , waaruit blijkt dat de ouders beschikken over een afschrift van de huwelijksakte, waarvan een kopie zou zijn bijgevoegd bij de stukken. Deze kopie ontbreekt echter. De ambtenaar heeft tot slot gesteld dat het feit dat er van verzoeker een geboorteakte beschikbaar is, verhindert dat de geboortegegevens kunnen worden vastgesteld.

5 Beoordeling van het verzoek

internationaal privaatrechtelijke aspecten

5.1. Nu verzoeker in Nederland woont, heeft de Nederlandse rechter rechtsmacht op grond van artikel 3 aanhef en onder a van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering.

5.2. Ingevolge artikel 10:20 van het Burgerlijk Wetboek (BW) is Nederlands recht op het verzoek van toepassing.

voornaamswijziging

5.3. Op grond van artikel 1:4 lid 4 BW kan de rechter wijziging van de voornamen gelasten op verzoek van de betrokken persoon of zijn wettelijk vertegenwoordiger. De gevraagde voornamen mogen volgens artikel 1:4 lid 2 BW niet ongepast zijn of overeenstemmen met bestaande geslachtsnamen, tenzij deze tevens gebruikelijke voornamen zijn.

5.4. De rechtbank is van oordeel dat met de aangevoerde gronden een voldoende zwaarwichtig belang bestaat om te komen tot de verzochte wijziging van de voornaam van verzoeker. Daarbij is in aanmerking genomen dat verzoeker aannemelijk heeft gemaakt dat zijn voornaam bij hem nare associaties oproept en dat hij hinder ondervindt bij het gebruik van zijn voornaam. De verzochte voornamen zijn niet in strijd met de in artikel 1:4 lid 2 BW geformuleerde maatstaven. De rechtbank is voornemens het verzoek toe te wijzen. Gelet op het feit dat, zoals hierna zal blijken, op dit moment nog geen last tot inschrijving van de geboorteakte dan wel vaststelling van de geboortegegevens kan worden gegeven, kan de rechtbank thans nog geen beslissing geven.

last tot inschrijving geboorteakte/vaststellen geboortegegevens

5.5. Een voornaamswijziging – indien toegewezen – komt eerst tot stand doordat van de beschikking waarbij de voornaamswijziging is gelast een latere vermelding aan de geboorteakte wordt toegevoegd. In Nederland is geen geboorteakte ten name van verzoeker ingeschreven. Dat betekent dat verzoeker zijn buitenlandse geboorteakte dient te overleggen en tevens dient aan te tonen hoe de familierechtelijke betrekking tot de ouders, genoemd in de geboorteakte, tot stand is gekomen.

5.6. Verzoeker heeft een kopie van de verkorte versie van de geboorteakte (Abridged) overgelegd en een kopie van de uitgebreide versie van de geboorteakte (Unabridged), afgegeven op [datum] , waarvan de notaris in [land] op [datum] blijkens de notarial authentication certificate heeft verklaard dat de bijgevoegde documenten getrouwe kopieën zijn van het origineel. De handtekening van de notaris is daarbij voorzien van een apostille.

Verzoeker heeft daarnaast een kopie van het huwelijksboekje van zijn ouders overgelegd, alsmede een brief van zijn ouders waarin zij verklaren op [datum] te zijn gehuwd en thans nog steeds te zijn gehuwd.

5.7. In deze zaak zijn er twee hobbels die moeten worden genomen om tot een last tot inschrijving van de geboorteakte van verzoeker te komen, dan wel het vaststellen van de geboortegegevens van verzoeker. De ambtenaar heeft gesteld dat de geboorteakte niet kan worden ingeschreven omdat de geboorteakte niet is voorzien van een apostille waaruit blijkt dat de ambtenaar van de burgerlijke stand die de geboorteakte heeft opgemaakt en afgegeven, bevoegd was om dat te doen. Voorts heeft de ambtenaar gesteld dat het huwelijk van de ouders van verzoeker dient te worden aangetoond door het overleggen van een kopie van de huwelijksakte van de ouders, voorzien van de daartoe vereiste apostille.

huwelijk ouders

5.8. De rechtbank zal allereerst ingaan op de stelling van de ambtenaar dat verzoeker een kopie van de huwelijksakte van de ouders voorzien van een apostille dient over te leggen. Verzoeker heeft aangegeven dat hij deze niet zelf kan opvragen, maar dat zijn ouders dat moeten doen. Zij hebben dit geweigerd en alleen de brief overgelegd, voorzien van (een kopie) van het huwelijksboekje. Verzoeker heeft verder verklaard dat de verstandhouding met zijn ouders dermate slecht is dat hij ook van hen niet meer stukken kan krijgen dan hij thans heeft overgelegd. Verzoeker heeft ter zitting het originele familieboekje aan de rechtbank getoond. Gelet op de overgelegde stukken aangaande het huwelijk van zijn ouders, is de rechtbank van oordeel dat genoegzaam is aangetoond dat [ouder 1] en [ouder 2] op [datum] zijn gehuwd en dat zij dat ook waren ten tijde van de geboorte van verzoeker. De eerste hobbel is daarmee genomen.

geboorteakte verzoeker

5.9. In geschil is of de overgelegde kopieën van de geboorteakten zijn voorzien van de juiste apostille. De rechtbank is met de ambtenaar van oordeel dat dit niet het geval is. De notaris heeft in de notarial authentication certificate verklaard dat zowel bijgevoegde kopieën van de verkorte versie van de geboorteakte (Abridged) en de uitgebreide versie van de geboorteakte (Unabridged), afgegeven op [datum] , echte kopieën van het origineel zijn. De notarial authentication certificate is voorzien van een apostille. Een afschrift van een geboorteakte dient te zijn afgegeven door de daartoe bevoegde autoriteit, zijnde de ambtenaar van de burgerlijke stand. Verzoeker is het daar niet mee eens. Ter zitting is namens verzoeker een geanonimiseerd voorbeeld overgelegd van een ander persoon. Verzoeker heeft daarmee willen aantonen dat dit vergelijkbaar is met de stukken die door de notaris zijn afgegeven en dat deze stukken wel zijn geaccepteerd door de ambtenaar in Den Haag. De rechtbank volgt verzoeker hier niet in, nu uit die stukken blijkt dat op de apostille is vermeld welke ambtenaar het afschrift heeft afgegeven. Deze ambtenaar staat ook op elke bladzijde van het afschrift vermeld, inclusief naam, referentie en emailadres. De apostille verklaart dat dit de authentieke handtekening is van deze gemeenteambtenaar. Dit is ook de bevoegde autoriteit voor het afgeven van een afschrift van een geboorteakte. Dit is niet het geval bij de door verzoeker overgelegde kopieën. De door verzoeker overgelegde stukken betreffen naar het oordeel van de rechtbank niet de door een daartoe bevoegde autoriteit afgegeven afschriften van de geboorteakte, voorzien van de daartoe benodigde apostille. De thans overlegde (kopieën) van de geboorteakte komen dan ook niet voor inschrijving in de registers van de burgerlijke stand van de gemeente Den Haag in aanmerking.

5.10. Verzoeker heeft aangegeven dat van hem niet kan worden verwacht dat hij naar [land] reist om een afschrift van zijn geboorteakte te verkrijgen, omdat dit voor hem, gelet op zijn trauma, onmogelijk is. Verzoeker heeft gesteld dat een afschrift alleen kan worden verkregen als hij dit in persoon doet in [land] .

5.11. Op grond van artikel 29 lid 2 sub b van de [nationaliteit] Wet registratie geboorten en overlijden worden geboorte-en overlijdensakten verstrekt aan iedere persoon die hiertoe bij dichtstbijzijnde Home Affairs Office een beargumenteerde aanvraag doet aan de Director General. Als mogelijke aanvragers worden onder andere in het bijzonder genoemd: iedere persoon of organisatie die in naam van en in schriftelijke opdracht van de persoon handelt wiens gegevens worden opgevraagd. De Director-General voorziet in de aanvraag als hij ervan is overtuigd dat het verstrekken van de informatie in het belang is van de persoon wiens geboorte- of overlijdensake wordt opgevraagd en hiervoor bepaalde administratiekosten zijn betaald. In geval de aanvrager zich in het buitenland bevindt, moet het verzoek worden gericht aan de dichtstbijzijnde [nationaliteit] missie of consulaat. (Raadpleegbaar via Lefebre SDU Vind Burgerzaken). Verzoeker heeft niet aangetoond dat hij heeft getracht om een derde door middel van een schriftelijke opdracht een door de bevoegde autoriteit afgegeven afschrift van zijn geboorteakte te doen verkrijgen. Ook heeft verzoeker niet aangetoond dat hij heeft getracht om via de [nationaliteit] ambassade in Nederland een door de bevoegde autoriteit afgegeven afschrift te verkrijgen van zijn geboorteakte. De rechtbank is van oordeel dat dit van verzoeker verwacht mag worden en zal verzoeker daartoe alsnog in de gelegenheid stellen.

5.12. Naar het oordeel van de rechtbank is er thans nog een reden die verhindert dat kan worden overgegaan tot inschrijving van de geboorteakte. Ter zitting heeft verzoeker aangegeven dat zijn geslachtsnaam is gewijzigd. Behalve een kopie van de bijsluiter psychische hinder voor een aanvraag geslachtsnaamswijziging bij de dienst Justis van het Ministerie van Justitie en Veiligheid, heeft verzoeker geen nadere onderbouwende stukken overlegd en ook geen koninklijk besluit overgelegd waaruit deze geslachtsnaamswijziging blijkt. De rechtbank heeft ambtshalve vastgesteld dat kort na de mondelinge behandeling de geslachtsnaam van verzoeker in de basisregistratie personen is aangepast, waarbij als ingangsdatum is opgenomen [datum] . Het had dan ook op de weg van verzoeker gelegen om de rechtbank hierover gedurende de procedure te informeren.

Bij een gewijzigde geslachtsnaam is van belang om vast te stellen of deze in Nederland of in [land] heeft plaatsgevonden. Daarbij geldt ook dat als de naamswijziging in [land] is verwerkt op de geboorteakte van verzoeker, dit gevolgen voor de beoordeling van de geldigheid van de stukken. Verzoeker heeft een brief overgelegd van Ms [Ms] uit [land] van [Ms] , waarin verzoeker reeds wordt aangeduid als [verzoeker] (voorheen [verzoeker] ). Indien de naamsverandering in het buitenland heeft plaatsgevonden is van belang of verzoeker, naast de Nederlandse nationaliteit, ook nog over de [nationaliteit] nationaliteit beschikt. Dit is van belang om te kunnen vaststellen of na de wijziging van de geslachtsnaam de geboorteakte nog wel voor inschrijving in aanmerking komt of dat de geboortegegevens moeten worden vastgesteld.

5.13. Kortom, de rechtbank acht zich thans onvoldoende voorgelicht om een beslissing te nemen. De rechtbank zal verzoeker in de gelegenheid stellen om de volgende vragen te beantwoorden, dan wel stukken te overleggen.

5.14. De rechtbank zal de behandeling van de zaak pro forma aanhouden in afwachting van de nadere stukken en toelichting van verzoeker en zal daarna de ambtenaar in de gelegenheid stellen hierop te reageren. De rechtbank zal daarna beslissen over de voortgang van de procedure.

6 De Beslissing

De rechtbank:

6.1. houdt de behandeling van de zaak pro forma aan tot 30 oktober 2025 in afwachting van bericht van de advocaat van verzoeker ten aanzien van de in rechtsoverweging 5.13. gestelde vragen;

6.2. zal na binnenkomst van de reactie van de advocaat van verzoeker de ambtenaar in de gelegenheid stellen te reageren;

6.3. zal daarna beslissen over de voortgang van de procedure.