ECLI:NL:RBNHO:2025:8635 - Rechtbank Noord-Holland - 25 juli 2025
Uitspraak
Rechtsgebieden
Uitspraak inhoud
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
Civiel recht Kantonrechter
Zittingsplaats Zaanstad
Zaaknummer: 11755329 \ VV EXPL 25-47 (SJ)
Vonnis in kort geding van 25 juli 2025
in de zaak van
CELEBRATION PANDEN B.V., te Purmerend, eisende partij, hierna te noemen: Celebration, gemachtigde: mr. K. Mels,
tegen
[gedaagde], te [woonplaats] , gedaagde partij, hierna te noemen: [gedaagde] , niet verschenen.
1 De procedure
1.1. Celebration heeft [gedaagde] op 8 juli 2025 gedagvaard.
1.2. De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 18 juli 2025. [gedaagde] is, hoewel behoorlijk opgeroepen, niet verschenen. Tegen [gedaagde] is verstek verleend.
1.3. De griffier heeft aantekeningen gemaakt van wat Celebration ter toelichting van haar standpunt naar voren heeft gebracht. Voorafgaand aan de zitting heeft Celebration bij brief van 10 juli 2025 en e-mail van 17 juli 2025 nog stukken toegezonden.
2 De feiten
2.1. Healthy Express huurt met ingang van 1 april 2016 de “verkoopruimte” (op grond van een huurovereenkomst kantoorruimte en andere bedrijfsruimte in de zin van artikel 7:230a BW) aan het adres [adres] te Purmerend (hierna: het gehuurde) van de rechtsvoorganger van Celebration.
2.2. Per 7 juni 2019 is [gedaagde] als huurder in de plaats getreden van Healty Express. [gedaagde] zou het gehuurde als opslagruimte gebruiken voor onder meer zijn caravan en huisraad.
2.3. Eind oktober 2019 is de rechtsvoorganger van Celebration door de gemeente Purmerend geïnformeerd dat [gedaagde] in het gehuurde is gaan wonen.
2.4. In een brief van 6 november 2019 heeft de rechtsvoorganger van Celebration aan [gedaagde] de huur opgezegd per 6 februari 2020. Hieraan heeft [gedaagde] geen gevolg gegeven.
2.5. In verband met onrechtmatige bewoning in het gehuurde heeft de gemeente Purmerend aan [gedaagde] een last onder dwangsom opgelegd om de overtreding te beëindigen en beëindigd te houden.
2.6. In een uitspraak van 16 september 2024 van de voorzieningenrechter heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State in hoger beroep geoordeeld dat de rechtbank terecht heeft overwogen dat er jegens [gedaagde] handhavend moet worden opgetreden en de overtreding moet eindigen. [gedaagde] heeft aan deze uitspraak geen gehoor gegeven.
2.7. Met ingang van 24 december 2024 is Celebration eigenaar van het gehuurde en de verhuurder van [gedaagde] . Celebration is een vennootschap van de oorspronkelijke verhuurder, de heer [verhuurder] .
2.8. In een aangetekende e-mail van 23 december 2024 heeft (de vastgoedbeheerder van) Celebration aan [gedaagde] de huur opgezegd per 31 maart 2025 en aangezegd dat [gedaagde] het gehuurde uiterlijk op 31 maart 2025 ontruimd moet opleveren.
2.9. In een e-mail van 4 februari 2025 heeft [gedaagde] aan (de vastgoedbeheerder van) Celebration geschreven dat hij de brief van 23 december 2024 niet heeft ontvangen en dat de huurovereenkomst daarom niet is opgezegd.
2.10. In een e-mail van 19 februari 2025 heeft (de vastgoedbeheerder van) Celebration aan [gedaagde] het statusoverzicht van ‘aangetekend mailen’ gestuurd, waaruit blijkt dat de aangetekende e-mail op 23 december 2024 om 14.38 uur bij [gedaagde] is afgeleverd.
2.11. [gedaagde] heeft het gehuurde niet ontruimd.
2.12. In een e-mail van 2 juni 2025 en in een aangetekende en per gewone post gestuurde brief van 2 juni 2025 heeft (de gemachtigde van) Celebration aan [gedaagde] geschreven dat hij met ingang van 1 juni 2025 zonder recht of titel in het gehuurde verblijft en dat hij moet ontruimen.
3 De beoordeling
3.1. Celebration vordert – samengevat – dat de kantonrechter [gedaagde] uitvoerbaar bij voorraad veroordeelt om het gehuurde aan [adres] te Purmerend binnen 48 uur na betekening van het te wijzen vonnis te ontruimen en te verlaten en in behoorlijke staat op te leveren en aan Celebration ter beschikking te stellen en om, zolang de bedrijfsruimte niet is ontruimd, aan Celebration een gebruiksvergoeding te betalen gelijk aan de overeengekomen huurprijs van € 739,44 per maand en om de proceskosten te betalen.
3.2. Celebration legt aan de vordering ten grondslag dat zij de huurovereenkomst tijdig en rechtsgeldig heeft opgezegd per 31 maart 2025 bij aangetekende e-mail van 23 december 2024. Volgens Celebration staat vast dat deze aangetekende e-mail bij [gedaagde] is afgeleverd. De e-mail is verzonden naar het e-mailadres van [gedaagde] waarmee partijen ook voor de opzegging veelvuldig communiceerden. Dit betekent volgens Celebration dat [gedaagde] twee maanden ontruimingsbescherming heeft genoten tot en met 31 mei 2025 en dat hij nu zonder recht of titel in het gehuurde verblijft. [gedaagde] heeft geen verzoek om verlenging van de ontruimingstermijn ingediend. Daarnaast moet [gedaagde] het gehuurde ontruimen omdat hij daarin is gaan wonen. Dat is in strijd met de bestemming. Voor zover er nog sprake is van een huurovereenkomst tussen partijen dan schiet [gedaagde] tekort in de nakoming van zijn verplichtingen. Deze tekortkoming rechtvaardigt de ontbinding van de huurovereenkomst. Celebration is daarom van mening dat in een bodemprocedure de ontbinding van de huurovereenkomst zal worden uitgesproken. Daarnaast stelt Celebration dat [gedaagde] de huurovereenkomst onder valse voorwendselen heeft gesloten omdat hij van meet af aan van plan was om in het gehuurde te gaan wonen. De huurovereenkomst is onder invloed van bedrog dan wel dwaling tot stand gekomen.
3.3. De kantonrechter zal de vordering toewijzen, omdat deze naar haar aard spoedeisend is en niet onrechtmatig of ongegrond voorkomt.
3.4. Celebration heeft een ontruimingstermijn van 48 uur gevorderd. Gelet op het bepaalde in artikel 555 lid 1, Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering is deze termijn te kort. De kantonrechter zal de ontruimingstermijn stellen op 72 uur.
3.5. [gedaagde] is in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten (inclusief nakosten) betalen. De proceskosten van Celebration worden begroot op:
3.6. De gevorderde wettelijke rente over de proceskosten wordt toegewezen zoals vermeld in de beslissing.
3.7. De kantonrechter verklaart deze uitspraak uitvoerbaar bij voorraad, zoals Celebration heeft gevorderd. Dat betekent dat de beslissing moet worden gevolgd, ook als één van de partijen hoger beroep instelt tegen deze beslising. De beslissing geldt in dat geval tot het gerechtshof een andere beslissing neemt.
4 De beslissing
De kantonrechter
4.1. veroordeelt [gedaagde] om binnen 72 uur na betekening van dit vonnis het gehuurde aan [adres] te Purmerend met alle daarin aanwezige personen en zaken, tenzij deze zaken van Celebration zijn, te ontruimen en te verlaten en de sleutels af te geven aan Celebration en in behoorlijke staat op te leveren en ter beschikking te stellen aan Celebration;
4.2. veroordeelt [gedaagde] , zolang het gehuurde niet is ontruimd, voor het gehuurde maandelijks aan Celebration een gebruiksvergoeding te betalen, die gelijk is aan de huurpenningen die [gedaagde] tot en met 31 maart 2025 aan Celebration was verschuldigd, te weten: € 739,44 per maand, een gedeelte van een maand te rekenen voor een hele maand;
4.3. veroordeelt [gedaagde] in de proceskosten van € 957,47, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met de kosten van betekening als [gedaagde] niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend;
4.4. veroordeelt [gedaagde] tot betaling van de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over de proceskosten als deze niet binnen veertien dagen na aanschrijving zijn betaald;
4.5. verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
4.6. wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. J. Blokland en in het openbaar uitgesproken op 25 juli 2025.