Terug naar bibliotheek
Rechtbank Noord-Holland

ECLI:NL:RBNHO:2025:8180 - Niet onverwijld ontslag, toch geen billijke vergoeding door ernstige verwijtbaarheid - 16 juli 2025

Uitspraak

ECLI:NL:RBNHO:2025:818016 juli 2025

Essentie

De kantonrechter oordeelt dat een ontslag op staande voet niet rechtsgeldig is wegens het ontbreken van onverwijldheid. Desondanks worden de billijke vergoeding en transitievergoeding afgewezen, omdat de kantonrechter de betrokkenheid van de werknemer bij diefstal voldoende aannemelijk acht, wat kwalificeert als ernstig verwijtbaar handelen.

Rechtsgebieden

Civiel RechtArbeidsrecht

Uitspraak inhoud

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Civiel recht Kantonrechter

Zittingsplaats Haarlem

Zaaknummer / rekestnummer: 11699228 \ AO VERZ 25-67 (HB)

Beschikking van 16 juli 2025 in de zaak van

[verzoeker], te [plaats], verzoekende partij, hierna te noemen: [verzoeker], gemachtigde: mr. A. Yandere,

tegen

de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid EXPEDITORS INTERNATIONAL B.V., te Rozenburg (gemeente Haarlemmermeer), verwerende partij, hierna te noemen: Expeditors, gemachtigde: mr. W.M. Engelsman.

De zaak in het kort

In deze zaak is een werknemer op staande voet ontslagen vanwege betrokkenheid bij een grootschalige diefstal. De werknemer ontkent betrokkenheid bij de diefstal en verzoekt om toekenning van vergoedingen, omdat het ontslag volgens hem niet rechtsgeldig is. De kantonrechter wijst de verzochte vergoeding wegens onregelmatige opzegging toe, omdat het ontslag op staande voet niet onverwijld is gegeven. De verzochte billijke vergoeding en transitievergoeding worden afgewezen, omdat de werknemer ernstig verwijtbaar heeft gehandeld. De kantonrechter vindt namelijk voldoende aannemelijk geworden dat de werknemer wel betrokken was bij de diefstal.

1 De procedure

1.1. [verzoeker] heeft op 13 mei 2025 een verzoekschrift (met producties) ingediend. Expeditors heeft een verweerschrift (met producties) ingediend en een voorwaardelijk tegenverzoek gedaan. Bij e-mail van 26 juni 2025 heeft [verzoeker] een aanvullende productie in het geding gebracht.

1.2. Op 1 juli 2025 heeft de mondelinge behandeling plaatsgevonden. Ter zitting heeft [verzoeker] het verzoek tot vernietiging van het ontslag op staande voet ingetrokken en ‘de switch’ gemaakt naar het verzoek om hem vergoedingen toe te kennen. Partijen en hun gemachtigden hebben hun standpunten toegelicht en vragen beantwoord. De griffier heeft daarvan aantekeningen gemaakt. Beide partijen hebben spreekaantekeningen overgelegd en voorgedragen.

2 Feiten

2.1. Expeditors is een logistiekbedrijf waar vervoerders producten leveren en ophalen.

2.2. [verzoeker] is op 15 maart 2024 bij Expeditors in dienst getreden op basis van een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd van 7 maanden. Die arbeidsovereenkomst is vervolgens verlengd tot en met 14 oktober 2025.

2.3. Het salaris van [verzoeker] bedroeg laatstelijk € 2.500,-, exclusief 8% vakantietoeslag.

2.4. De functie van [verzoeker] is agent-Air Export. In die functie houdt hij zich bezig met klantencontact en het boeken van exportzendingen naar en vanuit Expeditors. [verzoeker] is onderdeel van het zogenoemde Farma-team dat zich bezighoudt met farmaceutische zendingen.

2.5. Voordat vervoerders het terrein van Expeditors kunnen betreden, moeten zij door middel van een zogenoemde ‘vooraanmelding’ worden aangemeld in een toegangssysteem genaamd Proxyclick. [verzoeker] heeft (net als zijn collega’s) tot taak om de vooraanmeldingen in dat systeem te registeren. Daarbij wordt aan de vervoerder een tijdslot toegekend waarbinnen de vervoerder het terrein van Expeditors mag betreden. Daarbij worden ook het kenteken van de truck en van de oplegger geregistreerd en de namen van de vervoersonderneming en de chauffeur.

2.6. In de nacht van 12 op 13 oktober 2024 (tussen 2.10 en 2.40 uur) zijn uit het warehouse van Expeditors 47 pallets high tech goederen met een totale waarde van € 5.000.000,- gestolen.

2.7. Omdat er mogelijk werknemers van Expeditors bij die diefstal betrokken waren, heeft Expeditors een onderzoek laten verrichten door bedrijfsrecherchebureau CEFA B.V. in samenwerking met EVH Surveys International B.V. (hierna ook te noemen: de onderzoekers).

2.8. Op 1 november 2024 is [verzoeker] gehoord door de onderzoekers. Van dat verhoor is een verslag opgemaakt. Op 3 en (nogmaals) op 5 november 2024 hebben de onderzoekers dit verslag per e-mail aan [verzoeker] toegezonden en hem gevraagd daarop te reageren. Dit verslag is in de ‘spambox’ van [verzoeker] terechtgekomen, maar [verzoeker] heeft dit verslag (naar hij heeft erkend) later (een maand voor 14 maart 2025) wel gezien. [verzoeker] heeft (ook toen) niet op dat verslag gereageerd.

2.9. Na het verhoor van 1 november 2024 heeft [verzoeker] een week gewerkt. Vervolgens is hij in een gesprek op 8 november 2024 met onmiddellijke ingang geschorst (met behoud van loon), met als reden dat hij mogelijk betrokken is bij een incident en die betrokkenheid verder onderzoek vergt. De schorsing is bij brief van diezelfde datum aan [verzoeker] bevestigd.

2.10. Uit het verrichte onderzoek is (onder meer) gebleken dat de dief zich toegang heeft verschaft tot het terrein van Expeditors door gebruik te maken van een vooraanmelding die [verzoeker] op vrijdag 11 oktober 2024 in Proxyclick heeft gezet. De dief is (door de beveiligers) toegelaten tot het terrein van Expeditors, doordat hij zich (conform de gegevens in de melding) voordeed als chauffeur [betrokkene 1] van vervoersbedrijf [bedrijf] (een vaste vervoerder van Expeditors) en doordat hij reed in een truck met oplegger met vervalste kentekens. Vervolgens heeft de dief zich toegang verschaft tot het warehouse door gebruik te maken van een (later als verloren opgegeven) toegangspas van een andere werknemer. De dief is rechtstreeks op de juiste pallets (die er toen nog maar net stonden) afgegaan en heeft deze met een heftruck ingeladen in de oplegger.

2.11. Op 11 maart 2025 heeft Expeditors [verzoeker] uitgenodigd voor een gesprek op 14 maart 2025. In dat gesprek is [verzoeker] op staande voet ontslagen.

2.12. Het ontslag op staande voet is aan [verzoeker] bevestigd bij brief van 17 maart 2025. In die brief staat:

‘(…) Uit het onderzoek is gebleken dat je op 11 oktober 2024 om 17.06 en 17.08 uur twee zogenaamde ‘prenotifications/vooraanmeldingen’ in het softwaresysteem Proxyclick hebt gezet voor de vervoerder [bedrijf], chauffeur [betrokkene 1], trekker met kenteken [kenteken 1] en oplegger met kenteken [kenteken 2]. Deze prenotifications/vooraanmeldingen hadden betrekking op de gehele zaterdag 12 oktober 2024 en de gehele zondag 13 oktober 2024. Daarnaast kwam naar voren uit het onderzoek dat er voor zondag 13 oktober 2024 geen vooraanmelding was gedaan van vervoerder [bedrijf] voor chauffeur [betrokkene 1], trekker met kenteken [kenteken 1] en oplegger met kenteken [kenteken 2]. Ook bleek dat je in Proxyclick wel de zending referenties voor wat betreft zaterdag 12 oktober 2024 hebt vermeld, maar dat je dat niet hebt gedaan voor zondag 13 oktober 2024 in relatie tot [bedrijf] en chauffeur [betrokkene 1].

Als gevolg van jouw foutieve (voor)melding heeft een onbekende trekker met oplegger onrechtmatig toegang verkregen tot het bedrijfsterrein van Expeditors door gebruik te maken van de gegevens die jij in de proxyclick hebt gezet. Van voornoemde trekker met oplegger - met dus kentekens en naam gelijk aan de vooraanmelding zoals jij die in het systeem hebt gezet – is later vastgesteld dat het betrokken was bij de grootschalige diefstal op zondagmorgen 13 oktober 2024.

Met bovenstaande bevindingen ben je geconfronteerd als onderdeel van het onderzoek door CEFA. Je kon niet uitleggen waarom je de hierboven omschreven handelingen in Proxyclick had verricht. We hebben je toen uitgelegd dat de vooraanmeldingen zoals jij die hebt gedaan, niet per ongeluk in het systeem kúnnen zijn gezet, gelet op de extra handelingen die je daarvoor – bewust – moet verrichten. (…)

Je bent daarop in de gelegenheid gesteld om aan de onderzoekers van CEFA te laten zien of, en zo ja, hoe de foutieve pre-notifications/vooraanmeldingen wel per ongeluk in Proxyclick uitgevoerd hadden kunnen worden. Van die mogelijkheid heb je echter geen gebruik gemaakt. (…)

Afgelopen vrijdag 14 maart 2024 gaf je wel opnieuw aan dat je die meldingen in het systeem hebt gezet, maar dat je niet weet hoe het kan dat de vooraanmelding voor het gehele weekend gold. Je gaf aan dat er wellicht iemand anders op jouw account die tweede melding heeft gedaan. Dat vinden we ongeloofwaardig, nu je wel die eerste vooraanmelding heb gedaan. Dan zou iemand in die twee minuten tussen de twee meldingen moeten hebben ingelogd onder jouw naam. In dat geval zou je echter gezien hebben dat de vooraanmelding opeens gold voor het gehele weekend. (…)

Al met al was de door jou gegeven uitleg onvoldoende om ons ervan te overtuigen dat jij niet betrokken bent geweest bij de diefstal van 13 oktober 2024. Zoals we vrijdag al hebben uitgelegd: al heb je de diefstal niet gepleegd, zonder jouw handelen zou de diefstal niet mogelijk zijn geweest.

Wij vinden dit een zeer ernstige kwestie en jouw reactie tijdens ons gesprek van vandaag heeft daarin geen verandering gebracht. Door jouw handelen heb je Expeditors aanzienlijke financiële schade toegebracht. (…)

De bovengenoemde verwijten gelden ieder voor zich en/of in onderlinge samenhang bezien als (een) dringende reden(en) in de zin van artikel 7:678 BW. Je hebt met jouw gedragingen bovendien in strijd gehandeld met jouw wettelijke plicht je als goed werknemer te gedragen en met jouw handelswijze grovelijk de verplichtingen uit de arbeidsovereenkomst geschonden. Daarmee heb je het vertrouwen dat Expeditors in jou moet kunnen stellen op onherstelbare wijze geschonden. (…)

Ook ben je ons de gefixeerde schadevergoeding verschuldigd die we zullen verrekenen met de salarisbetaling en/of de eindafrekening.(…)’

3 Het verzoek, het verweer en het (voorwaardelijke) tegenverzoek

3.1. [verzoeker] verzoekt de kantonrechter om Expeditors te veroordelen tot betaling van een vergoeding wegens onregelmatige opzegging, een billijke vergoeding en de transitievergoeding (te vermeerderen met de wettelijke rente). Verder verzoekt hij om Expeditors te veroordelen om hem € 3.875,28 bruto te betalen als vergoeding voor niet genoten vakantie uren en om hem deugdelijke salarisspecificaties (over januari 2025 en de maanden daarna) te verstrekken. Ook verzoekt [verzoeker] te bepalen dat Expeditors ten onrechte een gefixeerde schadevergoeding op zijn salaris heeft ingehouden en Expeditors te veroordelen om zijn salaris met vakantietoeslag te betalen, te vermeerderen met de wettelijke rente en de wettelijke verhoging van 50%, tot het einde van de arbeidsovereenkomst.

3.2. [verzoeker] legt aan zijn verzoek ten grondslag - kort weergegeven - dat het gegeven ontslag op staande voet niet rechtsgeldig is, omdat hieraan geen dringende reden ten grondslag ligt en het ontslag niet onverwijld is gegeven.

3.3. Expeditors voert verweer. Zij verzoekt het verzoek van [verzoeker] af te wijzen en te verklaren voor recht dat de arbeidsovereenkomst op 14 maart 2025 rechtsgeldig is geëindigd.

3.4. Expeditors voert hiertoe aan - kort samengevat ‑ dat het ontslag op staande voet rechtsgeldig is, omdat aan alle daarvoor geldende vereisten is voldaan.

3.5. Expeditors had ook een voorwaardelijk tegenverzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst gedaan. Dat tegenverzoek is echter niet meer aan de orde, omdat [verzoeker] het verzoek tot vernietiging van het ontslag op staande voet ter zitting heeft ingetrokken en ‘de switch’ heeft gemaakt naar het verzoek om hem de bovenvermelde vergoedingen toe te kennen.

3.6. Onder ‘de beoordeling’ zal - zo nodig - uitgebreider op de standpunten van partijen worden ingegaan.

4 De beoordeling van het verzoek

Toetsingskader ontslag op staande voet

4.1. Het gaat in deze zaak allereerst om de vraag of het ontslag op staande voet rechtsgeldig is.

4.2. Een ontslag op staande voet is alleen geldig als daarvoor een dringende reden is, dat wil zeggen zodanige daden, eigenschappen of gedragingen van de werknemer, die tot gevolg hebben dat van de werkgever redelijkerwijs niet kan worden gevergd de arbeidsovereenkomst te laten voortduren. De kantonrechter moet bij de beoordeling van de dringende reden alle omstandigheden van het geval in aanmerking nemen. Ook moet er onverwijld worden opgezegd en moet de dringende reden onverwijld worden meegedeeld aan de werknemer. Onverwijld betekent dat dit direct of zo snel mogelijk moet gebeuren.

Niet onverwijld

4.3. De kantonrechter oordeelt dat het ontslag op staande voet niet onverwijld is gegeven. De kantonrechter legt hierna uit hoe zij tot dit oordeel is gekomen.

4.4. [verzoeker] heeft naar voren gebracht dat hij op 14 maart 2025 is ontslagen op grond van informatie die Expeditors op 1 november 2024 al had. Tijdens het gesprek op 14 maart 2025 zijn hem ook geen andere vragen gesteld dan in het gesprek op 1 november 2024.

4.5. Expeditors heeft daar tegenover aangevoerd dat de onderzoeksresultaten pas op 4 maart 2025 aan haar zijn gepresenteerd. Naar aanleiding daarvan heeft zij bekeken of er een fout in het systeem kan zitten of dat onbewust bepaalde meldingen in het systeem kunnen worden aangemaakt, wat niet het geval bleek. Vervolgens heeft zij juridisch advies ingewonnen en voor alle betrokken werknemers onderzocht welke maatregelen jegens hen passend zijn. Daarna heeft zij [verzoeker] op 11 maart 2025 uitgenodigd voor een gesprek, dat pas op 14 maart 2025 kon plaatsvinden. Gelet op deze gang van zaken is Expeditors van mening dat zij voldoende voortvarend heeft gehandeld en dat het ontslag onverwijld is gegeven.

4.6. De kantonrechter oordeelt dat niet is gebleken dat het onderzoek voldoende voortvarend is uitgevoerd. In het verhoor op 1 november 2024 hebben de onderzoekers [verzoeker] al geconfronteerd met de op 11 oktober 2024 ingevoerde voormelding in Proxyclick voor zondag 13 oktober 2024. In haar verweerschrift heeft Expeditors de twee scenario’s weergegeven die [verzoeker] tijdens dat verhoor naar voren heeft gebracht als verklaring voor die vooraanmelding. In het eerste door [verzoeker] geschetste scenario zou [bedrijf] oorspronkelijk een opdracht voor het hele weekend van 12 en 13 oktober 2024 hebben gegeven en zou vervolgens de opdracht voor zondag 13 oktober 2024 door [bedrijf] zijn afgezegd. In het tweede scenario zou [bedrijf] voor zondag 13 oktober 2024 helemaal geen opdracht hebben gegeven, maar zouden alle ritten door [betrokkene 2], een andere vervoerder, worden uitgevoerd. Het natrekken van die scenario’s rechtvaardigt naar het oordeel van de kantonrechter niet een onderzoek van viereneenhalve maand. Navraag bij [bedrijf] (en eventueel [betrokkene 2]) volstond immers in dat geval.

4.7. Bovendien is het onderzoeksrapport niet overgelegd, waardoor (ook in het geval er nog andere zaken dan de bovenstaande twee scenario’s zijn onderzocht) niet kan worden getoetst waarom het onderzoek zo lang moest duren. De gemachtigde van Expeditors heeft ter zitting bevestigd dat er in het onderzoeksrapport ten aanzien van [verzoeker] niet veel meer informatie stond dan de informatie die er al was. Ook heeft Expeditors erkend zich niet tussentijds op de hoogte te hebben gesteld van de bevindingen uit het onderzoek met betrekking tot [verzoeker]. Dit had gelet op de duur van het onderzoek wel gemoeten. Als Expeditors dit wel had gedaan, had zij [verzoeker] wellicht eerder kunnen ontslaan.

4.8. Gelet op het bovenstaande houdt de kantonrechter het ervoor dat het ontslag niet onverwijld is gegeven.

Ontslag op staande voet niet rechtsgeldig

4.9. Omdat hiervoor is geoordeeld dat het ontslag niet onverwijld is gegeven, is het ontslag op staande voet niet rechtsgeldig. Daarom hoeft niet te worden beoordeeld of sprake is van een dringende reden.

Einde van de arbeidsovereenkomst

4.10. Doordat [verzoeker] heeft berust in het (niet rechtsgeldige) ontslag, is de arbeidsovereenkomst geëindigd op 14 maart 2025.

Vergoeding wegens onregelmatige opzegging

4.11. Omdat de arbeidsovereenkomst is opgezegd tegen een eerdere dag dan die tussen partijen geldt, is Expeditors een vergoeding wegens onregelmatige opzegging aan [verzoeker] verschuldigd.[1] Die vergoeding is gelijk aan het bedrag van het loon over de opzegtermijn van één maand (inclusief 8% vakantietoeslag), dus € 2.700,- bruto zoals verzocht.

4.12. De gevorderde wettelijke rente over die vergoeding wordt eveneens toegewezen, te rekenen vanaf de dag waarop de arbeidsovereenkomst is geëindigd (14 maart 2025).[2]

Geen billijke vergoeding

4.13. Als een ontslag op staande voet niet rechtsgeldig is, zoals in dit geval, ‘kan’ de kantonrechter de werknemer ten laste van de werkgever een billijke vergoeding toekennen.[3] In dit geval ziet de kantonrechter hier echter geen aanleiding voor, omdat zij van oordeel is dat [verzoeker] ernstig verwijtbaar heeft gehandeld. Dat legt zij hieronder uit.

4.14. Vast staat dat de dief zich op 13 oktober 2024 toegang heeft verschaft tot het terrein van Expeditors door gebruik te maken van de vooraanmelding die op 11 oktober 2024 op het account van [verzoeker] in het Proxyclick systeem is gezet voor de data 12 en 13 oktober 2024. De omstandigheid dat de diefstal – zoals [verzoeker] heeft aangevoerd – niet had kunnen plaatsvinden als de beveiligers beter hadden opgelet, maakt niet dat de vooraanmelding niet (mede) een rol in het geheel heeft gespeeld.

4.15. De kantonrechter vindt voldoende aannemelijk geworden dat [verzoeker] de betreffende vooraanmelding niet ‘per ongeluk’ in het systeem heeft gezet, maar dat hij dit bewust heeft gedaan en (mede) betrokken was bij de diefstal. Het volgende is daartoe redengevend.

4.16. [verzoeker] heeft op 11 oktober 2024 om 17.06 uur een vooraanmelding voor een zending op 12 oktober 2024 in Proxyclick gezet op naam van [bedrijf], chauffeur [betrokkene 1] met de betreffende kentekens. Twee minuten later om 17.08 uur is die voormelding aangepast, waarbij de optie van ‘recurring visit’ (terugkerend bezoek) actief is aangeklikt. Hierdoor liep de melding door tot zondag 13 oktober 2024. Dit, terwijl [bedrijf] alleen opdracht heeft gegeven voor twee zendingen op 12 oktober 2024 en niet voor 13 oktober 2024.

4.17. Verder is opmerkelijk dat de optie ‘recurring visit’ is gebruikt voor twee losse zendingen, terwijl [verzoeker] dergelijke zendingen normaal gesproken (zoals de week ervoor nog) los van elkaar in het systeem zette. Dat [verzoeker] de optie ‘recurring visit’ nooit eerder had gebruikt, is door Expeditors aangetoond door de overgelegde uitdraai uit het systeem en is door [verzoeker] ook erkend. Om deze optie te activeren zijn bovendien meerdere specifieke handelingen nodig.

4.18. [verzoeker] heeft verschillende verklaringen gegeven voor de verrichte handelingen, maar de kantonrechter vindt deze geen van alle plausibel.

4.19. Zo heeft [verzoeker] tijdens het verhoor op 1 november 2024 aangevoerd dat [bedrijf] oorspronkelijk opdracht had gegeven voor het hele weekend van 12 en 13 oktober 2024 en dat de opdracht voor 13 oktober 2024 vervolgens door [bedrijf] is afgezegd. Van een afzegging door [bedrijf] is echter niet gebleken. Voor zover die opdracht telefonisch zou zijn afgezegd is dat niet aannemelijk, omdat uit het (door Expeditors overgelegde) e-mailbericht van [bedrijf] blijkt dat [bedrijf] wijzigingen in opdrachten altijd per e-mail doorgeeft.

4.20. Ook heeft [verzoeker] tijdens het verhoor als mogelijke verklaring aangevoerd dat voor zondag 13 oktober 2024 helemaal geen opdracht was gegeven door [bedrijf], maar dat alle geplande ritten door [betrokkene 2] zouden worden uitgevoerd. In dat geval is echter niet begrijpelijk waarom de voormelding voor [bedrijf] voor zondag 13 oktober 2024 überhaupt is ingevoerd.

4.21. In het verzoekschrift heeft [verzoeker] naar voren gebracht dat hij als onderdeel van het Farma-team alleen verantwoordelijk was voor de aanmelding van farmaceutische zendingen en dus niets te maken kan hebben gehad met de gesloten elektronica goederen die in een andere loods waren opgeslagen. De kantonrechter oordeelt dat Expeditors de juistheid van dat standpunt voldoende heeft weersproken door er op te wijzen dat er maar één loods op het terrein is en dat alle trucks het terrein van Expeditors via dezelfde poort binnenkomen.

4.22. In zijn verzoekschrift heeft [verzoeker] verder naar voren bracht dat, toen hij op 11 oktober 2024 bezig was met het invoeren van meerdere tijdsloten, een collega hem vertelde (samengevat) dat het makkelijker was om de optie ‘recurring visit’ aan te klikken. De kantonrechter vindt het vreemd dat [verzoeker] dit niet al tijdens het verhoor op 1 november 2024 heeft verteld. Volgens [verzoeker] was dit tijdens het verhoor (door de lange duur daarvan en de wijze waarop dit verliep) niet bij hem opgekomen. Wat daar ook van zij, [verzoeker] had na kennisname van het hem toegezonden verslag van het verhoor alsnog kunnen melden dat zijn collega hem had geadviseerd de optie ‘recurring visit’ te gebruiken, zodat dit meegenomen had kunnen worden in het onderzoek. Dat is niet gebeurd. Daar komt bij dat uit het door [verzoeker] overgelegde whatsappgesprek met de betreffende collega blijkt dat die collega juist heeft gezegd dat [verzoeker] het ‘on the same start & end date’ moest houden. Dat heeft [verzoeker] nu juist niet gedaan.

4.23. Op de zitting heeft [verzoeker] vervolgens verklaard dat niet hij (op instructie van zijn collega), maar die collega zelf (of een andere collega) mogelijk de functie ‘recurring visit’ heeft toegepast en dat hij niet zelf achter de knoppen zat. [verzoeker] heeft gesteld dat hij al tijdens het verhoor op 1 november 2024 het vermoeden had dat zijn collega de aanpassing had gemaakt, maar dat dit hem pas tijdens het ontslaggesprek van 14 maart 2025 echt duidelijk werd, omdat hem toen werd verteld dat de functie ‘recurring visit’ maar één keer was geactiveerd op zijn Proxyclick account.

4.24. Pas tijdens het ontslaggesprek heeft [verzoeker] (voor het eerst) de mogelijkheid geopperd dat wellicht iemand anders op zijn account de tweede melding in Proxyclick heeft gedaan. De kantonrechter vindt dit echter niet aannemelijk, omdat er maar twee minuten tussen de twee meldingen zaten. Daar komt bij dat [verzoeker] daarna gezien zou moeten hebben dat de vooraanmelding opeens voor het gehele weekend van 12 en 13 oktober 2024 gold.

4.25. Bovendien vindt de kantonrechter het onbegrijpelijk dat [verzoeker] dit scenario niet veel krachtiger naar voren heeft gebracht. Weliswaar ligt de bewijslast van [verzoeker] betrokkenheid bij de diefstal bij Expeditors, maar als [verzoeker] echt niet bij die diefstal was betrokken zou het logisch zijn geweest dat hij op alle mogelijke manieren zijn onschuld had proberen aan te tonen. Temeer omdat hij hierdoor zelfs ontslagen is. In dat geval had het voor de hand gelegen dat hij dit scenario in ieder geval kort na het gesprek op 14 maart 2025 duidelijk en meer onderbouwd aan Expeditors of aan de politie kenbaar had gemaakt. Dat is niet gebeurd. Pas in deze procedure heeft [verzoeker] een (mogelijk relevant) whatsapp-gesprek met de betreffende collega in het geding gebracht.

4.26. Gelet op de steeds wisselende, niet aannemelijke verklaringen van [verzoeker] houdt de kantonrechter het ervoor dat [verzoeker] wel degelijk betrokken is geweest bij de diefstal door het bewust doen van een vooraanmelding om de dief toegang te verlenen tot het terrein van Expeditors en zo de diefstal (mede) mogelijk te maken. Dit levert ernstig verwijtbaar handelen van [verzoeker] op en is reden om hem geen billijke vergoeding toe te kennen. Dat er ook andere collega’s (mogelijk) een rol hebben gespeeld bij de diefstal en dat de beveiliging beter zijn werk had moeten doen, doet daar niet aan af.

Geen transitievergoeding

4.27. Vanwege dat ernstig verwijtbaar handelen komt [verzoeker] ook geen transitievergoeding toe.[4]

Vakantie uren en onterechte inhouding van de gefixeerde schadevergoeding

4.28. [verzoeker] heeft verzocht om Expeditors te veroordelen tot uitbetaling van 200 niet genoten vakantie uren over 2024 en 41 uren over de periode van januari 2025 tot en met 14 maart 2025, in totaal € 3.875,28 bruto.

4.29. Expeditors heeft in de processtukken aangevoerd dat [verzoeker] geen aanspraak heeft op uitbetaling van die vakantie uren, omdat Expeditors deze heeft verrekend met de gefixeerde schadevergoeding. De kantonrechter oordeelt echter dat de gefixeerde schadevergoeding ten onrechte is verrekend, omdat het ontslag op staande voet niet rechtsgeldig is (vanwege de niet-onverwijldheid).[5]

4.30. In de processtukken heeft Expeditors de door [verzoeker] gestelde omvang van het tegoed aan niet genoten vakantie-uren op zichzelf niet betwist. De kantonrechter ziet de openstaande vakantie-uren niet vermeld staan in de eindafrekening van april 2025. Op de vraag van de kantonrechter ter zitting waar de vakantie-uren in de eindafrekening te vinden zijn, heeft Expeditors aangegeven dat zij deze ook niet ziet staan en dat er dus kennelijk geen openstaande vakantie uren meer waren. Dit is een onvoldoende gemotiveerde betwisting van het (in het verzoekschrift gespecifieerde) standpunt van [verzoeker] dat er 241 vakantie-uren openstonden. Daarom zal het verzoek van [verzoeker] tot betaling van het desbetreffende bedrag van € 3.875,28 bruto worden toegewezen.

4.31. Bovendien moet Expeditors nog het bedrag aan salaris aan [verzoeker] betalen dat openstaat na ongedaanmaking van de onterechte verrekening van de gefixeerde schadevergoeding. De kantonrechter laat het aan partijen zelf over om de omvang van dat openstaande bedrag te berekenen.

De wettelijke rente en de wettelijke verhoging over het achterstallige salaris

4.32. Over het onder 4.31. genoemde openstaande bedrag aan salaris zullen vanwege de te late betaling de wettelijke rente en de wettelijke verhoging worden toegewezen. De kantonrechter ziet echter aanleiding de wettelijke verhoging te matigen tot 10%, omdat [verzoeker] ernstig verwijtbaar heeft gehandeld.

Deugdelijke salarisspecificaties

4.33. De door [verzoeker] verzochte salarisspecificaties over de maanden januari 2025 tot en met maart 2025 zijn inmiddels door Expeditors overgelegd. Wel moet Expeditors aan [verzoeker] nog een deugdelijke eindafrekening verstrekken. De kantonrechter zal Expeditors daartoe veroordelen.

De proceskosten

4.34. De kantonrechter zal bepalen dat partijen ieder hun eigen proceskosten betalen, omdat beide partijen op punten ongelijk krijgen

5 De beslissing

De kantonrechter

5.1. veroordeelt Expeditors om aan [verzoeker] een vergoeding wegens onregelmatige opzegging te betalen van € 2.700,- bruto, te vermeerderen met de wettelijke rente over dat bedrag vanaf 14 maart 2025 tot aan de dag van de gehele betaling,

5.2. veroordeelt Expeditors om aan [verzoeker] een bedrag van € 3.875,28 bruto aan niet genoten vakantie uren te betalen,

5.3. bepaalt dat Expeditors ten onrechte een gefixeerde schadevergoeding van € 2.500,- bruto heeft ingehouden op het salaris van [verzoeker],

5.4. veroordeelt Expeditors om aan [verzoeker] te betalen het bedrag aan salaris dat openstaat na ongedaanmaking van de onterechte verrekening van de gefixeerde schadevergoeding, te vermeerderen met de wettelijke verhoging gematigd tot 10% en met de wettelijke rente vanaf de dag van opeisbaarheid tot de dag van de gehele betaling,

5.5. veroordeelt Expeditors om aan [verzoeker] een deugdelijke eindafrekening te verstrekken,

5.6. bepaalt dat iedere partij de eigen proceskosten draagt,

5.7. verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad[6],

5.8. wijst het meer of anders verzochte af.

Deze beschikking is gegeven door mr. M. Woerdman en in het openbaar uitgesproken op 16 juli 2025. De griffier, De kantonrechter,

Artikel 7:672 lid 11 BW.

Artikel 7:686a lid 1 BW.

Artikel 7:681 lid 1, onderdeel a, BW.

Artikel 7:673 lid 7 aanhef en onderdeel c BW.

Zie artikel 7:677 lid 2 BW.

Uitvoerbaar bij voorraad betekent dat de veroordelingen in de beschikking uitgevoerd moeten worden, ook als eventueel in hoger beroep wordt gegaan.


Voetnoten

Artikel 7:672 lid 11 BW.

Artikel 7:686a lid 1 BW.

Artikel 7:681 lid 1, onderdeel a, BW.

Artikel 7:673 lid 7 aanhef en onderdeel c BW.

Zie artikel 7:677 lid 2 BW.

Uitvoerbaar bij voorraad betekent dat de veroordelingen in de beschikking uitgevoerd moeten worden, ook als eventueel in hoger beroep wordt gegaan.