ECLI:NL:RBNHO:2025:11235 - Rechtbank Noord-Holland - 1 oktober 2025
Uitspraak
Rechtsgebieden
Genoemde wetsartikelen
Uitspraak inhoud
Civiel recht
Zittingsplaats Alkmaar
Zaaknummer: C/15/366490 / KG ZA 25-399
Vonnis in kort geding van 1 oktober 2025
in de zaak van
de publiekrechtelijke rechtspersoon GEMEENTE HOORN, te Hoorn, eisende partij, hierna te noemen: de gemeente, advocaat: mr. M.A. Le Belle,
tegen
1 de commanditaire vennootschap [naam] C.V.,
te [plaats] ,2. de besloten vennootschap GROTE KERK HOORN B.V., beherend vennoot van [naam] C.V., te Velsen-Zuid, gedaagde partijen, hierna samen te noemen: [naam] c.s., niet verschenen.
1 De procedure
1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding van 28 juli 2025,- de producties van de gemeente,- de mondelinge behandeling van 24 september 2025, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt,- de verstekverlening tegen de niet verschenen gedaagden.
2 De beoordeling
2.1. Het gevorderde komt de voorzieningenrechter niet onrechtmatig of ongegrond voor en ligt voor toewijzing gereed, met dien verstande dat de voorzieningenrechter [naam] c.s. niet zal veroordelen de koopsom onder de notaris te storten. De overeenkomst waarvan de gemeente nakoming vordert houdt namelijk (onder meer) in het over en weer aan elkaar leveren van percelen en overeengekomen is de koopprijzen met elkaar te verrekenen, zoals de gemeente ter zitting heeft bevestigd. Verder zal de gevorderde dwangsom worden gematigd en gemaximeerd op de hierna te melden wijze.
2.2. [naam] c.s. zijn in het ongelijk gesteld en moeten daarom de proceskosten (inclusief nakosten) betalen. De proceskosten van de gemeente worden begroot op:
2.3. De gevorderde wettelijke rente over de proceskosten wordt toegewezen zoals vermeld in de beslissing.
2.4. De veroordelingen worden (deels) hoofdelijk uitgesproken. Voor de veroordelingen om te betalen betekent dit dat iedere veroordeelde kan worden gedwongen het hele bedrag te betalen. Als de één (een deel) betaalt, hoeft de ander dat (deel van het) bedrag niet meer te betalen.
3 De beslissing
De voorzieningenrechter
3.1. gebiedt [naam] c.s. hoofdelijk om binnen veertien dagen na betekening van dit vonnis de overeenkomst van 24 juli 2023 na te komen, onder andere door:
-
binnen twee werkdagen nadat de notaris om relevante stukken heeft gevraagd, de notaris alle benodigde informatie te verstrekken die zij nodig heeft om haar cliëntonderzoek af te ronden,
-
binnen twee werkdagen nadat de notaris daarom heeft gevraagd, de nota van afrekening te betalen die de notaris actueel zal opstellen,
-
mee te werken aan de daadwerkelijke levering,
3.2. gebiedt [naam] c.s. hoofdelijk over te gaan tot plaatsing van de overeengekomen en vergunde luifel, een en ander te starten met de werkzaamheden binnen 30 dagen na betekening van dit vonnis en een en ander af te ronden en op te leveren uiterlijk acht weken na betekening van dit vonnis,
3.3. verbiedt [naam] c.s. hoofdelijk het aanwezige terras te gebruiken of te laten gebruiken en dit binnen veertien dagen na betekening van dit vonnis te ontmantelen en ontmanteld te houden, zolang de luifel niet is geplaatst,,
3.4. veroordeelt [naam] c.s. hoofdelijk om aan de gemeente een dwangsom te betalen van € 1.000,00 voor iedere dag dat zij niet aan de veroordeling onder 3.1 en/of 3.2 en/of 3.3 voldoen, tot een maximum van € 50.000,00 is bereikt,
3.5. veroordeelt [naam] c.s. hoofdelijk tot betaling van de boete van € 100,00 per dag vanaf 30 april 2025 tot de dag waarop [naam] c.s. hun verplichtingen uit hoofde van de overeenkomst van 24 juli 2023 zijn nagekomen, zijnde over de periode van 30 april 2025 tot 15 juli 2025 € 7.500,00, en te vermeerderen met € 100,00 voor iedere dag dat [naam] c.s. de verplichtingen uit de overeenkomst na 15 juli 2025 niet nakomt,
3.6. veroordeelt [naam] c.s. hoofdelijk in de proceskosten van € 4.010,35, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met € 92,00 plus de kosten van betekening als [naam] c.s. niet tijdig aan de veroordelingen voldoen en het vonnis daarna wordt betekend,
3.7. veroordeelt [naam] c.s. hoofdelijk tot betaling van de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over de proceskosten als deze niet binnen veertien dagen na aanschrijving zijn betaald,
3.8. verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad,
3.9. wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. N. Boots en in het openbaar uitgesproken op 1 oktober 2025.
NB/MKI