Terug naar bibliotheek
Rechtbank Limburg

ECLI:NL:RBLIM:2025:8752 - Rechtbank Limburg - 9 september 2025

Uitspraak

ECLI:NL:RBLIM:2025:87529 september 2025

Rechtsgebieden

Uitspraak inhoud

Zittingsplaats Roermond

Strafrecht

Parketnummer: 03.198207.24

Tegenspraak

Vonnis van de meervoudige kamer van 9 september 2025

in de strafzaak tegen

[verdachte] , geboren te [geboorteplaats 1] op [geboortedatum 1] 1979, thans verblijvende te [adres 1] .

De verdachte wordt bijgestaan door mr. S.J.F. van Merm, advocaat kantoorhoudende te Maastricht.

1 Onderzoek van de zaak

De zaak is inhoudelijk behandeld op de zitting van 26 augustus 2025. De verdachte en zijn raadsman zijn verschenen. De officier van justitie en de verdediging hebben hun standpunten kenbaar gemaakt.

2 De tenlastelegging

De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht. De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat de verdachte

in de periode van 12 mei 2020 tot en met 18 juni 2024 zijn ouders heeft mishandeld: feit 1: door zijn vader te duwen, slaan en schoppen en zijn moeder te schoppen; feit 2: door hun gezondheid te benadelen.

3 De beoordeling van het bewijs

3.1 Het standpunt van de officier van justitie De officier van justitie heeft gerekwireerd tot bewezenverklaring van het ten laste gelegde. Hij heeft hierbij verwezen naar de aangifte van vader [slachtoffer] , de getuigenverklaringen van de broers en zus van verdachte, de feitelijke constateringen van de wijkagent, de diverse politiemutaties en de (medische) bevindingen.

3.2 Het standpunt van de verdediging De raadsman heeft aangevoerd dat de verdachte integraal van de feiten dient te worden vrijgesproken. Ten aanzien van feit 1 bevat het dossier onvoldoende wettig en overtuigend bewijs om buiten redelijke twijfel vast te stellen dat de verdachte zijn ouders heeft mishandeld. Bovendien is de verklaring van aangever [slachtoffer] niet betrouwbaar en wordt die onvoldoende ondersteund door andere bewijsmiddelen. Met betrekking tot feit 2 is aangevoerd dat er geen sprake is van benadeling van de gezondheid, dat niet kan worden vastgesteld dat er een causaal verband bestond tussen het handelen van de verdachte en de gezondheid van zijn ouders en dat het opzet ontbreekt.

3.3 Het oordeel van de rechtbank [1]

Feit 1

Mishandeling [naam 1]

Aanwijzingen voor mishandeling van [naam 1] blijken enkel uit de verklaring van getuige [naam 3] , waarin zij aangeeft dat de verdachte hun moeder wel eens op haar rug heeft geslagen en een mutatie waaruit blijkt dat [naam 4] zou hebben gezien dat de verdachte hun moeder aan de kant duwde. Nu aan de verdachte mishandeling door het schoppen van zijn moeder is ten laste gelegd, is er onvoldoende wettig bewijsmateriaal voorhanden om te komen tot een bewezenverklaring van de mishandeling, zodat de verdachte daarvan dient te worden vrijgesproken.

Mishandeling [slachtoffer]

3.3.1 , de vader van de verdachte, deed op 18 juni 2024 aangifte en verklaarde onder meer als volgt:[2]

O: U heeft aangegeven dat u drie weken geleden door [verdachte] geslagen en geschopt bent. V: Wat dacht u toen, toen hij u schopte en sloeg? A: Ik dacht, daar moet je je wat betrachten. Dat doe je toch niet, dat hij naar zijn vader slaat. V: Hoe vaak gebeurt het dat [verdachte] u schopt en slaat? A: Dat is een paar keer gebeurd. V: Hoe lang speelt het al dat [verdachte] uw slaat en schopt? A: Dat is van de laatste tijd. (…) V: Als hij u schopte en sloeg, wat voelde u dan? A: Pijn. O: Opmerking verbalisanten: [slachtoffer] , tilt zijn broekspijp omhoog waardoor zijn rechterknie te zien is. Op zijn knie zijn schaafwonden te zien. V: U dus geslagen/geschopt tegen uw knie? A: Ja, hij vloog mij aan.

[slachtoffer] verklaarde op 16 januari 2025 bij de rechter-commissaris onder meer als volgt:[3]

U zei dat u wel eens woorden met [verdachte] kon hebben en dat het er dan niet zo aardig aan toe ging. Is het ook wel eens fysiek geworden? In een boze bui heeft hij mij wel eens geduwd. Het was dus wel eens zo dat hij een boze bui had en dat hij u dan duwde? Ja, wel eens geduwd of een klap om de oren gegeven. Hij heeft ook wel eens geschopt.

3.3.2 [naam 4] , broer van de verdachte, verklaarde op 16 januari 2025 bij de rechter-commissaris onder meer als volgt:[4]

Ik begreep van [naam 5] (rechtbank: de zus van de verdachte en deze getuige) dat uw vader ook wel eens moeilijk liep. Heeft u dit moeilijk lopen zelf wel eens gezien? Ja. Ik heb wel eens gezien dat mijn vader stijf liep en dat hij pijn had aan zijn been of heup. Ik heb wel eens vaker aan pap gevraagd wat hij aan zijn been had. Pap vertelde mij dan wel regelmatig dat er weer een aanvaring met [verdachte] was geweest.

3.3.3 Verbalisant [naam 6] relateerde op 13 juni 2024 onder meer als volgt:[5]

Ik ben werkzaam als wijkagent voor het gebied Sittard. Binnen het gebied behoort ook het adres [adres 2] te Guttecoven. Op dit adres staan in de BRP-administratie ingeschreven: Vader: [slachtoffer] , geboren op [geboortedatum 2] 1939 te [geboorteplaats 2] (85) [...] Zoon: [verdachte] , geboren op [geboortedatum 1] 1979 te [geboorteplaats 1] (44) [...] Mijn laatste bezoek aan het gezin was op 11 april 2024, de dag nadat ik bericht ontving van de mishandeling van [slachtoffer] door [verdachte] . Ik ging naar de woning van [slachtoffer] . Ik vroeg [slachtoffer] wat er gebeurd was. Ik hoorde [slachtoffer] zeggen dat er weer ruzie was geweest tussen beide ouders en [verdachte] . Ik hoorde [slachtoffer] zeggen dat hij geslagen en geschopt was en dat hij pijn had. Ik hoorde [slachtoffer] zeggen tegen mij dat ik maar tegen niemand moest zeggen wat [verdachte] gedaan had. Ik hoorde [slachtoffer] zeggen dat hij dan nog meer problemen zou krijgen en het nog meer uit de hand zou lopen.

3.3.4 Verbalisant [naam 7] relateerde op 7 juni 2024 – zakelijk weergegeven – onder meer als volgt:[6]

[verdachte] en ouders zijn woonachtig op de [adres 2] te Guttecoven.

Ik zocht via het politie informatiesysteem op het adres naar eerdere meldingen/mutaties die betrekking hebben op familie [naam 8] en ouderenmishandeling.

2020074242 Tijdstip kennisname: 14 mei 2020 Feit gepleegd op: 12-05-2020 Wijkagent werd gebeld door [naam 9] welke zijn zorgen uitte over dat zijn broer, [verdachte] , naar aanleiding van een relatiebreuk weer bij hun ouders was ingetrokken. (…) In de mutatie staat onder andere vermeld dat [verdachte] zijn vader (80+) afgelopen zondag op de grond had gegooid.

2023038049 Tijdstip kennisname: 11 maart 2023 Patrouille werd door de meldkamer gestuurd naar [adres 2] Guttecoven wegens huiselijk geweld. Vader verklaarde aan de politie dat hij was aangevallen door zijn zoon [verdachte] . [verdachte] zou vader geslagen hebben. Volgens vader was hij in de ochtend op zijn hoofd geslagen door [verdachte] en een dag eerder in de ochtend door [verdachte] tegen zijn been gestampt.

20223053884 Opmaak datum: 9 april 2023 Vader doet melding bij de politie van een conflict met zijn zoon [verdachte] in de woning. [verdachte] zou getrapt hebben naar vader. Politie hoorde ter plaatse het verhaal aan. Volgens vader werd hij door [verdachte] getrapt tegen zijn bovenbeen. Door [verdachte] werd aangegeven dat hij vader wel geduwd had.

2024057077 Opmaak datum: 10 april 2024 Door [naam 10] werd melding gemaakt dat hij van zijn andere broer had gehoord dat [verdachte] hun vader weer had geslagen. Door de wijkagent werd een bezoek gebracht aan [adres 2] te Guttecoven. Wijkagent vroeg aan vader of hij mishandeld was. Vader zou gezegd hebben dat [verdachte] hem pijn had gedaan. Op het laatst zou vader een opmerking naar wijkagent gemaakt hebben dat hij niks mocht zeggen als [verdachte] erbij zou zijn, omdat hij niet nog meer klappen wilde krijgen.

Overwegingen De verdediging acht de verklaring van [slachtoffer] niet betrouwbaar en onvoldoende ondersteund door andere bewijsmiddelen. De rechtbank overweegt als volgt. [slachtoffer] heeft in juni 2024 aangifte gedaan van mishandeling door de verdachte. Bij de rechter-commissaris in januari 2025 bagatelliseert aangever weliswaar de gevolgen van de gebeurtenissen (‘dat stelde niets voor’ en ‘daar ga ik niet dood door’), maar bevestigt hij zijn aangifte, dat hij door de verdachte werd geduwd, geslagen en geschopt. In zoverre heeft hij dus consistent verklaard over de mishandelingen door de verdachte. Tijdens dit verhoor verklaart aangever dat hij zijn zoon ontzettend mist en dat hij hem graag weer thuis wil hebben. De rechtbank overweegt dat het afzwakken van de gebeurtenissen bij de rechter-commissaris door het gemis kan zijn ingegeven. Dat aangever niet tot in detail kan vertellen wat er op welke datum is gebeurd, is gelet op zijn leeftijd ten tijde van de verhoren (85 jaar) niet onbegrijpelijk. In de processen-verbaal van verhoor worden geen opmerkingen gemaakt over geestelijke en/of lichamelijke beperkingen die van invloed waren op het deugdelijk kunnen verhoren van aangever. De rechtbank heeft geen reden te twijfelen aan zijn verklaringen en acht deze dan ook betrouwbaar en bruikbaar voor het bewijs. Daarbij vinden de verklaringen voldoende steun in voormelde overige bewijsmiddelen. De rechtbank komt dan ook tot het oordeel dat wettig en overtuigend kan worden bewezen dat de verdachte zijn vader [slachtoffer] heeft mishandeld door hem te slaan, te schoppen en te duwen.

Feit 2

De verdachte is in mei 2020 bij zijn ouders ingetrokken. Er zijn diverse getuigenissen afgelegd en vele zorgmeldingen gedaan bij de politie en diverse andere instanties over het gezin [naam 8] . Zo zouden de gezinsleden onderling een vijandelijke band hebben, zou de verdachte verbaal en fysiek agressief zijn naar zijn ouders, zou hij hen financieel uitbuiten voor onder andere sigaretten en waren er zorgen over de gezondheid van vader en moeder. De verdachte heeft ter terechtzitting bevestigd dat hij ongeveer 15.000,- euro van de bankrekening van zijn ouders heeft weggenomen dan wel heeft ontvangen en dit vervolgens online heeft vergokt.

Voor de rechtbank staat op basis van het dossier vast dat er in de periode van mei 2020 tot en met juni 2024 sprake was van een ongezonde gezinsdynamiek en dat de verdachte ernstig (financieel) misbruik heeft gemaakt van zijn bejaarde ouders en dat zij absoluut niet tegen hem opgewassen waren.

In de tenlastelegging is het de verdachte gemaakte strafrechtelijke verwijt nader omschreven. De kern daarvan is dat de verdachte geld van zijn ouders heeft gepakt of voor zichzelf heeft gehouden, waardoor zij niet meer konden voorzien in hun levensonderhoud en als gevolg daarvan lichaamsgewicht verloren. De verdachte zou ook niet voor het levensonderhoud van zijn ouders hebben gezorgd. Door het gewichtsverlies zou de gezondheid van de ouders zijn benadeeld.

Mishandeling [slachtoffer]

Het dossier bevat verschillende verklaringen en meldingen, maar enkel het medisch dossier van [slachtoffer] (pg. 209) bevat concrete en objectieve gegevens omtrent zijn algemene gezondheid en gewicht. [slachtoffer] woog in 2020 (vanaf juli): 55 kg, in 2021: 49-53 kg, in 2022: 49-53 kg, in 2023: 47,5-50 kg en in 2024 (tot juni): 44-49,7 kg. Dit betreffen de jaren dat de verdachte bij zijn ouders inwoonde (de ten laste gelegde periode). In de jaren daarvoor woog [slachtoffer] in 2019: 55,5 kg, in 2018: 49 kg, in 2017: 49,3 kg, in 2016: 47,8-50,2 kg en in 2011: 50-50,2 kg en in 2009 48,6 kg (met schoenen). Blijkens een mutatie op 22 augustus 2011 belde de echtgenote van [slachtoffer] naar de huisarts met de mededeling dat hij het laatste jaar was afgevallen van iets meer dan 60 kg naar 50 kg.

Uit de medische gegevens leidt de rechtbank af dat er in de periode 2020-2024 geen sprake was van een onverwachte en aanmerkelijke gewichtsafname. Er waren wel zorgen over de gewichtsschommelingen, maar die waren er ook al in 2011. Ook fluctueerde het gewicht van [slachtoffer] in de jaren dat de verdachte thuis woonde niet aanzienlijk anders dan in de jaren daarvoor en werd in beide periodes bijvoeding voorgeschreven. Bovendien hebben [slachtoffer] zelf en ook anderen verklaard dat hij altijd mager is geweest. Ook de huisarts merkt in augustus 2011 op dat het een ‘magere man’ is (gewicht 50 kg). Daarbij was [slachtoffer] in de jaren 2011-2024 in de leeftijd van 72-85 jaar. Het is algemeen bekend dat mensen op oudere leeftijd minder kunnen gaan eten en daardoor afvallen. De gewichtsschommelingen in 2020-2024 waren in die zin niet onverklaarbaar of zorgelijker dan in de jaren daarvoor. Daarnaast blijkt uit de medische gegevens ook niet of, en in welke mate, gewichtsverlies of -schommelingen in de periode van 2020-2024 van invloed zijn geweest op de algemene gezondheid van [slachtoffer] . Ook blijkt daar niet uit of deze invloed anders was dan in de periode daarvoor.

De rechtbank is van oordeel dat uit het dossier niet kan worden afgeleid dat er sprake is geweest van zodanig gewichtsverlies dat daardoor de gezondheid van [slachtoffer] is benadeeld. Dit betekent dat de rechtbank niet toekomt aan de vervolgvragen: of die benadeling van de gezondheid het gevolg was van het handelen of nalaten door de verdachte en of dat deze opzettelijk gebeurde. De rechtbank is dan ook van oordeel dat de mishandeling door benadeling van de gezondheid niet wettig en overtuigend kan worden bewezenverklaard en zal de verdachte daarom hiervan vrijspreken.

Mishandeling [naam 1]

Het dossier bevat verschillende verklaringen en meldingen waarin in algemene zin de gezondheid en het gewicht van [naam 1] wordt beschreven. Uit het medische dossier blijkt niet dat sprake is van zorgelijk gewichtsverlies of een andere benadeling van de gezondheid van [naam 1] , zodat de rechtbank op dezelfde gronden als hiervoor ten aanzien van [slachtoffer] is overwogen tot het oordeel komt dat er onvoldoende wettig bewijsmateriaal voorhanden is om te komen tot een bewezenverklaring van de mishandeling van [naam 1] , zodat de verdachte ook daarvan dient te worden vrijgesproken.

3.4 De bewezenverklaring De rechtbank acht bewezen dat de verdachte

op meer tijdstippen in de periode van 12 mei 2020 tot en met 18 juni 2024 te Guttecoven, zijn vader, [slachtoffer] , tot wie hij in familierechtelijke betrekking staat, opzettelijk heeft mishandeld door:

  • tegen het lichaam van die [naam 8] te duwen en

  • meerdere malen die [naam 8] tegen zijn hoofd en zijn benen, te slaan en te schoppen.

De rechtbank acht niet bewezen hetgeen meer of anders is ten laste gelegd. De verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.

4 De strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert het volgende strafbare feit op:

feit 1: mishandeling, terwijl de schuldige het misdrijf begaat tegen zijn vader tot wie hij in familierechtelijke betrekking staat, meermalen gepleegd*.*

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het feit uitsluiten.

5 De strafbaarheid van de verdachte

De verdachte is strafbaar, omdat geen feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die zijn strafbaarheid uitsluiten.

6 De straf

6.1 De vordering van de officier van justitie De officier van justitie heeft op grond van hetgeen hij bewezen heeft geacht gevorderd aan de verdachte op te leggen een gevangenisstraf voor de duur van 300 dagen, waarvan 173 dagen voorwaardelijk, met een proeftijd van 3 jaar en met aftrek van voorarrest. Aan het voorwaardelijke strafdeel dienen de bijzondere voorwaarden te worden verbonden, zoals door de reclassering geadviseerd en daarnaast een verbod voor de verdachte om opnieuw bij zijn moeder te gaan wonen.

6.2 Het standpunt van de verdediging De raadsman heeft zich op het standpunt gesteld dat geen langere onvoorwaardelijke gevangenisstraf dient te worden opgelegd dan het reeds ondergane voorarrest, eventueel gecombineerd met een voorwaardelijk deel met een proeftijd van twee jaar en bijzondere voorwaarden, waaronder begeleid wonen. De verdachte wil echter liever niet bij De Schakel blijven wonen. Gelet op de duur van het voorarrest acht de verdediging een aanvullende onvoorwaardelijke taakstraf niet op zijn plaats.

6.3 Het oordeel van de rechtbank Bij de bepaling van de op te leggen straf is gelet op de aard en ernst van hetgeen bewezen is verklaard, op de omstandigheden waaronder het bewezenverklaarde is begaan en op de persoon van de verdachte, zoals een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting naar voren is gekomen.

Zijn bejaarde ouders namen hem na een relatiebreuk in huis. De sfeer thuis was vijandig en de verdachte was zeer bepalend en als hij zijn zin niet kreeg agressief. De verdachte misbruikte zijn ouders voor het bekostigen van -in ieder geval- zijn gokverslaving en verspilde hieraan een bedrag van 15.000,- euro. Hiertegen konden zij geen weerstand bieden en ze kwamen in ernstige financiële nood terwijl ze eigenlijk onbezorgd van hun oude dag hadden moeten kunnen genieten. Gelet op de hoeveelheid mutaties en de inhoud daarvan moeten de ouders jarenlang onder stressvolle omstandigheden geleefd hebben. Een rechtstreeks verband op hun gezondheidstoestand in de zin van oudermishandeling heeft de rechtbank op basis van de bewijsmiddelen niet kunnen vaststellen, maar de zorgsignalen lijken zeer op hun plaats. De verdachte heeft in een periode van vier jaar zijn vader verschillende keren mishandeld. Naast de ernst van het feit en de context waarin het heeft plaatsgevonden heeft de rechtbank ook acht geslagen op hetgeen tijdens de zitting over de persoon van de verdachte naar voren is gekomen, waaronder de inhoud van zijn strafblad, waaruit blijkt dat de verdachte zich onder meer schuldig heeft gemaakt aan huiselijk geweld in de vorm van belaging, het rapport van psycholoog C. Moerland van 2 oktober 2024 en het rapport van de Reclassering Nederland van 18 augustus 2025. Daarin wordt geadviseerd het feit verdachte in een enigszins beperkte mate toe te rekenen omdat er bij verdachte sprake is van persoonlijkheidsproblematiek en intellectuele beperkingen.

Gelet op de kwetsbaarheid van het slachtoffer, zijnde de bejaarde vader van de verdachte, en de context waarin de mishandelingen gedurende lange tijd hebben plaatsgevonden, acht de rechtbank geen andere straf aangewezen dan een onvoorwaardelijke gevangenisstraf.

Alles overwegende is de rechtbank van oordeel dat aan de verdachte een gevangenisstraf voor de duur van een maand dient te worden opgelegd, met aftrek van de door de verdachte in voorarrest doorgebrachte tijd.

Deze straf is lager dan de eis van de officier van justitie omdat de rechtbank tot een andere bewezenverklaring komt. Gelet op de duur van het reeds ondergane voorarrest ziet de rechtbank geen mogelijkheid een (deels) voorwaardelijke straf op te leggen, zoals door officier van justitie is gevorderd en de raadsman (subsidiair) bepleit, en acht zij om dezelfde reden oplegging van daarnaast een onvoorwaardelijke taakstraf niet aan de orde.

7 De wettelijke voorschriften

De beslissing berust op de artikelen 57, 300, 304 van het Wetboek van Strafrecht, zoals deze artikelen luidden ten tijde van het bewezenverklaarde.

8 De beslissing

De rechtbank:

Vrijspraak

  • spreekt de verdachte vrij van het onder 2 ten laste gelegde feit;

Bewezenverklaring

Strafbaarheid

Straf

Voorlopige hechtenis

  • heft op het (geschorste) bevel tot voorlopige hechtenis met ingang van heden.

Dit vonnis is gewezen door mr. K. Mestrom, voorzitter, mr. M.J.H. van den Hombergh en mr. L. Bastiaans, rechters, in tegenwoordigheid van mr. N. Geene, griffier, en uitgesproken ter openbare zitting van 9 september 2025.

Buiten staat Mr. M.J.H. van den Hombergh is niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen.

BIJLAGE I: De tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd dat

hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 12 mei 2020 tot en met 18 juni 2024 te Guttecoven, gemeente Sittard-Geleen zijn vader, [slachtoffer] en/of zijn moeder, [naam 1] , beiden tot wie hij in familierechtelijke betrekking staat, opzettelijk heeft mishandeld door:

  • meerdere malen althans eenmaal tegen het lichaam van die [naam 8] te duwen (ten gevolge waarvan die [naam 8] ten val kwam) en/of die [naam 8] naar de grond toe te werken en/of

  • meerdere malen althans eenmaal die [naam 8] tegen zijn hoofd en/of zijn benen, althans tegen zijn lichaam, te slaan en/of te schoppen en/of

  • meerdere malen althans eenmaal tegen de benen, althans het lichaam van de [naam 1] te schoppen;

(art 300 lid 1 Wetboek van Strafrecht, art 304 lid 1 ahf/sub 1° Wetboek van Strafrecht)

hij op omstreeks 12 mei 2020 tot en met 18 juni 2024 te Guttecoven, gemeente Sittard-Geleen zijn moeder, [naam 1] en/of zijn vader, [slachtoffer] , beiden tot wie hij in familierechtelijke betrekking staat, heeft mishandeld door opzettelijk de gezondheid van die [naam 8] en/of die [naam 1] te benadelen door met dat opzet

  • zich de financiële middelen van die [naam 8] en/of die [naam 1] toe te eigenen en/of voor zichzelf te houden waardoor die [naam 8] en/of die [naam 1] niet of onvoldoende in hun levensonderhoud konden voorzien en/of

  • door niet te voorzien in het levensonderhoud van die [naam 8] en/of die [naam 1] ;

(art 300 lid 4 Wetboek van Strafrecht, art 304 lid 1 ahf/sub 1° Wetboek van Strafrecht)

Waar hierna wordt verwezen naar paginanummers, wordt - tenzij anders vermeld - gedoeld op paginanummers uit het proces-verbaal van politie, districtsrecherche Zuid-West-Limburg, proces-verbaalnummer PL2300-2024086561, gesloten d.d. 27 juli 2024, doorgenummerd van pagina 1 tot en met pagina 204, en de aanvulling daarop, gesloten d.d. 23 augustus 2024, pagina 205 tot en met pagina 342.

Proces-verbaal van aangifte door [slachtoffer] d.d. 18 juni 2024, pagina 63 en 64.

Proces-verbaal van verhoor getuige [slachtoffer] d.d. 16 januari 2025, pagina 3.

Proces-verbaal van verhoor getuige [naam 4] d.d. 16 januari 2025, pagina 3.

Proces-verbaal van bevindingen d.d. 13 juni 2024, pagina 50.

Proces-verbaal van bevindingen d.d. 7 juni 2024, pagina 57-59.


Voetnoten

Waar hierna wordt verwezen naar paginanummers, wordt - tenzij anders vermeld - gedoeld op paginanummers uit het proces-verbaal van politie, districtsrecherche Zuid-West-Limburg, proces-verbaalnummer PL2300-2024086561, gesloten d.d. 27 juli 2024, doorgenummerd van pagina 1 tot en met pagina 204, en de aanvulling daarop, gesloten d.d. 23 augustus 2024, pagina 205 tot en met pagina 342.

Proces-verbaal van aangifte door [slachtoffer] d.d. 18 juni 2024, pagina 63 en 64.

Proces-verbaal van verhoor getuige [slachtoffer] d.d. 16 januari 2025, pagina 3.

Proces-verbaal van verhoor getuige [naam 4] d.d. 16 januari 2025, pagina 3.

Proces-verbaal van bevindingen d.d. 13 juni 2024, pagina 50.

Proces-verbaal van bevindingen d.d. 7 juni 2024, pagina 57-59.