ECLI:NL:RBGEL:2025:7853 - Rechtbank Gelderland - 12 september 2025
Uitspraak
Rechtsgebieden
Uitspraak inhoud
RECHTBANK GELDERLAND
Civiel recht Kantonrechter
Zittingsplaats Nijmegen
Zaaknummer: 11824040 \ VV EXPL 25-56
Vonnis in kort geding van 12 september 2025
in de zaak van
de stichtingStichting Talis gevestigd te Nijmegen eisende partij gemachtigde: mr. W. Blansjaar
tegen
**[gedaagde partij q.q.]**in haar hoedanigheid van bewindvoerder over de goederen van [betrokkene 1] zaakdoende te Nijmegen gedaagde partij procederend in persoon.
Partijen worden hierna Talis, de bewindvoerder en [betrokkene 1] genoemd.
1 De procedure
1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding inclusief producties 1 t/m 16;- de aanvullende productie (17) van Talis;- de mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 29 augustus 2025. Namens Talis is verschenen de heer [betrokkene 2] (wijkadviseur) en hij werd bijgestaan door mr. W. Blansjaar. Daarnaast is de bewindvoerder verschenen. De griffier heeft aantekeningen gehouden van hetgeen met partijen is besproken.
1.2. Vervolgens is de datum van het vonnis bepaald.
2 De feiten
2.1. Talis verhuurt sinds 28 juli 2023 aan [betrokkene 1] de zelfstandige woonruimte aan de [adres] te [plaats] . De huurovereenkomst is aangegaan voor bepaalde tijd van twee jaar. Op de huurovereenkomst zijn de algemene huurvoorwaarden huurovereenkomst zelfstandige woonruimte Stichting Talis d.d. 2 november 2021 van toepassing.
2.2. De huurovereenkomst is aangegaan in het kader van de Werkgroep Bijzondere Bemiddeling (WBB) en is tot stand gekomen in samenwerking met het Leger des Heils. Onderdeel van de huurovereenkomst maakt de zorg/begeleidingsovereenkomst. In de huurovereenkomst is daarmee samenhangend expliciet opgenomen:
- (..) Indien huurder in de bepaalde periode geen overlast heeft veroorzaakt en zich heeft gehouden aan de gemaakte afspraken, zal de huurovereenkomst na 2 jaar worden omgezet in een huurovereenkomst voor bepaalde tijd.
(..) Huurder verklaart een exemplaar van de betreffende algemene voorwaarden voor het sluiten van deze overeenkomst van Talis te hebben ontvangen, de daarin vervatte bepalingen te kennen en zich te verbinden die bepalingen stipt na te komen.
Hierbij wordt gewezen op de bepaalde artikelen 6 en 12 van de algemene voorwaarden, die behoren bij de huurovereenkomst.
(..)
Huurder verklaart de begeleiding te accepteren en zich te houden aan de aanwijzingen van de zorgpartij.
(..)
Huurder heeft ambulante zorg van zorgpartij Leger des Heils gedurende de gehele periode van deze huurovereenkomst. (..)’
2.3. Tijdens de multidisciplinaire overleggen (MDO) op 28 november 2024 en 6 februari 2025 hebben de bij [betrokkene 1] betrokken instanties (waaronder het Leger des Heils, de GGD, Talis en de Gemeente Nijmegen) geconstateerd dat het niet goed gaat met [betrokkene 1] en dat zij geen goed contact met haar kunnen krijgen.
2.4. Talis heeft bij brief van 24 februari 2025 aan [betrokkene 1] haar zorgen geuit over de melding dat [betrokkene 1] zich onttrekt van de hulpverlenende instanties. Daarbij heeft Talis meegedeeld dat [betrokkene 1] daarom wordt aangemeld bij het Regieteam.
2.5. Bij brief van 6 maart 204 heeft Talis aan [betrokkene 1] meegedeeld dat de huurovereenkomst niet zal worden verlengd. [betrokkene 1] is daarom verzocht de woning uiterlijk op 28 juli 2025 (schoon) op te leveren.
2.6. [betrokkene 1] heeft naar aanleiding van voornoemde brief telefonisch contact met Talis opgenomen en gevraagd waarom de huurovereenkomst niet wordt verlengd voor onbepaalde tijd. Bij brieven van 30 april en 3 juni 2025 heeft Talis schriftelijk toegelicht dat de huurovereenkomst niet wordt verlengd omdat [betrokkene 1] – kort samengevat - de noodzakelijke hulpverlening niet heeft toegelaten of geaccepteerd.
2.7. [betrokkene 1] heeft het gehuurde, ondanks de brieven van 15 en 24 juli van Talis waarin zij daartoe werd gesommeerd, niet op 28 juli 2025 opgeleverd.
2.8. Op 30 juli 2025 heeft de bewindvoerder telefonisch aan Talis meegedeeld dat zij geen contact meer kan krijgen met [betrokkene 1] en dat zij vermoedt dat [betrokkene 1] niet meer in de woning woont maar op campings rondzwerft.
3 Het geschil
3.1. Talis vordert samengevat - ontruiming van de woning aan de [adres] te [plaats] , met veroordeling van de bewindvoerder in de proceskosten.
3.2. Talis legt aan de vordering het volgende ten grondslag. De huurovereenkomst met [betrokkene 1] is op grond van artikel 7:228 lid 1 BW van rechtswege geëindigd op 28 juli 2025. [betrokkene 1] was dan ook verplicht het gehuurde op die datum ter beschikking te stellen aan Talis, maar dit heeft zij nagelaten. [betrokkene 1] houdt het gehuurde zonder recht of titel onder zich en is dan ook gehouden de woning aan Talis op te leveren.
3.3. Van de bewindvoerder is geen verweer ontvangen.
3.4. Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
4 De beoordeling
4.1. Het spoedeisend belang is gegeven met de aard van de vordering.
4.2. De kantonrechter stelt voorop dat een bij voorlopige voorziening bevolen ontruiming een maatregel is, die diep ingrijpt in het gebruiksrecht en de daarmee verbonden huurbescherming van de huurder. Bij de beoordeling van een dergelijke vordering moet - volgens vaste jurisprudentie - grote terughoudendheid worden betracht, gelet op de omstandigheid dat in een kortgedingprocedure geen plaats is voor een - diepgaand - onderzoek naar bestreden feiten en gezien de vergaande, veelal onomkeerbare gevolgen van een ontruiming in kort geding, zoals in deze zaak aan de orde is.
4.3. De bewindvoerder heeft niet betwist dat [betrokkene 1] in strijd heeft gehandeld met de bepalingen uit de met Talis gesloten huurovereenkomst en dat als gevolg daarvan de huurovereenkomst niet voor onbepaalde tijd is verlengd maar van rechtswege is geëindigd per 28 juli 2025. [betrokkene 1] houdt de woning – door deze niet voor 28 juli 2025 te hebben ontruimd en de sleutels aan Talis af te geven – zonder recht of titel onder zich. De gevorderde ontruiming is daarom toewijsbaar.
4.4. Talis heeft een ontruimingstermijn gevorderd van drie dagen na betekening van dit vonnis. Zij voert aan dat een medewerker van Talis in de afgelopen maanden op verschillende momenten langs de woning is geweest en heeft geconstateerd dat de woning niet meer wordt bewoond. De bewindvoerder heeft aangegeven dat zij ook heeft begrepen dat [betrokkene 1] niet meer in de woning woont maar op campings rondzwerft. Gelet daarop en op het belang van Talis om weer vrij over de woning te kunnen beschikken, acht de kantonrechter de gevorderde ontruimingstermijn redelijk en zal deze als zodanig toewijzen.
4.5. De bewindvoerder is gehouden vanaf 28 juli 2025 (voor zover zij dit nog niet heeft gedaan) een gebruiksvergoeding te betalen dat gelijk is aan de maandelijkse huur tot de dag van de ontruiming. Deze vordering wordt in zoverre toegewezen.
4.6. Dit vonnis wordt uitvoerbaar bij voorraad verklaard, omdat er gezien het voorgaande een spoedeisend belang bestaat aan de zijde van Talis en omdat Talis dat vordert en de bewindvoerder daar niet op heeft gereageerd (artikel 233 Rv). Dat betekent dat het vonnis meteen mag worden uitgevoerd, ook als één van de partijen aan een hogere rechter vraagt om de zaak opnieuw te beoordelen.
4.7. De bewindvoerder is in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten (inclusief nakosten) betalen. De proceskosten van Talis worden begroot op:
5 De beslissing
De kantonrechter
5.1. veroordeelt de bewindvoerder q.q. en zij die verblijven in de woning aan de [adres] te [plaats] om binnen 3 dagen na betekening van dit vonnis de woning te ontruimen met alle daarin aanwezige personen en zaken, tenzij deze zaken van Talis zijn, en de sleutels af te geven aan Talis;
5.2. veroordeelt de bewindvoerder q.q. aan Talis te betalen een bedrag van € 647,19 per maand (voor zover de bewindvoerder dit nog niet heeft gedaan) vanaf 28 juli 2025 tot de dag van ontruiming;
5.3. veroordeelt de bewindvoerder q.q. in de proceskosten van € 933,21, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met de kosten van betekening als de bewindvoerder niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend;
5.4. verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
40140 \ 560