Artikel 228 (Einde huur bepaalde onbepaalde tijd)
1. Een huur voor bepaalde tijd aangegaan, eindigt, zonder dat daartoe een opzegging vereist is, wanneer die tijd is verstreken.
2. Een huur voor onbepaalde tijd aangegaan of voor onbepaalde tijd verlengd eindigt door opzegging. Heeft de huur betrekking op een onroerende zaak die noch woonruimte, noch bedrijfsruimte is, dan dient de opzegging te geschieden tegen een voor huurbetaling overeengekomen dag op een termijn van tenminste een maand.
Uitleg in duidelijke taal
1. Een huur voor bepaalde tijd aangegaan, eindigt, zonder dat daartoe een opzegging vereist is, wanneer die tijd is verstreken.
Dit lid stelt dat een huurovereenkomst die voor een specifieke, vooraf vastgestelde periode (bepaalde tijd) is gesloten (aangegaan), automatisch eindigt op het moment dat deze periode voorbij is (verstreken). Hiervoor is geen aparte handeling van opzegging nodig (zonder dat daartoe een opzegging vereist is).
2. Een huur voor onbepaalde tijd aangegaan of voor onbepaalde tijd verlengd eindigt door opzegging. Heeft de huur betrekking op een onroerende zaak die noch woonruimte, noch bedrijfsruimte is, dan dient de opzegging te geschieden tegen een voor huurbetaling overeengekomen dag op een termijn van tenminste een maand.
Dit lid bepaalt dat een huurovereenkomst die voor een niet-vastgestelde periode (onbepaalde tijd) is gesloten (aangegaan) of die voor onbepaalde tijd is voortgezet (verlengd), beëindigd wordt door een opzegging. Indien de huur een onroerende zaak betreft (betrekking op heeft) die geen woonruimte en ook geen bedrijfsruimte is (noch woonruimte, noch bedrijfsruimte), dan moet (dient) de opzegging plaatsvinden (te geschieden) tegen een dag die voor de huurbetaling is afgesproken (overeengekomen dag), met inachtneming van een opzegtermijn van minimaal één maand (op een termijn van tenminste een maand).