Uitspraak inhoud

Rechtbank DEN HAAG

Enkelvoudige Kamer

Rekestnummer: FA RK 23-8514

Zaaknummer: C/09/657271

Datum beschikking: 22 september 2025

Scheiding

Beschikking op het op 20 november 2023 ingekomen verzoek van:

[de vrouw] ,

de vrouw, wonende op een bij de rechtbank bekend adres in Nederland, advocaat: aanvankelijk mr. J.A. Hoste te ’s-Gravenhage, nu mr. A.F. Braun te ’s-Gravenhage.

Als belanghebbende wordt aangemerkt:

[de man] ,

de man, wonende op een bij de rechtbank bekend adres in Nederland, advocaat: voorheen mr. J. Todorov te Maasdijk, gemeente Westland, nu mr. N.T. Vogelaar te Maasdijk, gemeente Westland.

Procedure

Op 17 april 2025 is de zaak op de zitting van deze rechtbank behandeld. Bij beschikking van deze rechtbank heeft de rechtbank de echtscheiding uitgesproken, beslissingen genomen voer de hoofdverblijfplaats van de minderjarige, de kinderalimentatie, een alimentatie jong-meerderjarige, de zorgregeling en partneralimentatie. De verzoeken die zien op de afwikkeling van het huwelijksvermogensregime en de daarmee in verband staande “overige” verzoeken, zijn aangehouden teneinde partijen in de gelegenheid te stellen om in onderling overleg tot overeenstemming te komen. De zaak is daartoe pro forma aangehouden tot 1 juli 2025. De man heeft verzocht om uitstel van de pro forma-datum.

De rechtbank heeft daarna kennis genomen van het F9-formulier zijdens de vrouw van 17 juni 2025, het F9-formulier zijdens de vrouw van 18 juni 2025 met brief en bijlagen, het F9-formulier zijdens de man van 17 juli 2025, met brief en bijlagen en het F9-formulier zijdens de vrouw van 22 juli 2025.

De volgende verzoeken liggen nog voor:

Het verzoek van de vrouw tot:

  • bepaling dat de onroerende goederen in Nederland aan de vrouw worden toebedeeld en de onroerende goederen in Tunesië aan de man;

onder 44 tot en met 67;

  • machtiging van de vrouw om de woningen gelegen aan de [straatnaam 1] te [plaats] en de [adres 1] te [plaats] te gelde te maken en daarbij te bepalen dat deze beschikking in de plaats komt van de noodzakelijke toestemming van de man; met bepaling dat toegang wordt gegeven aan de makelaar en dat de man de woningen dient te ontruimen, een en ander met een dwangsom; in het geval dit verzoek wordt afgewezen: vaststelling van voorwaarden aan de overname/verkoop van de woning(en) zoals nader omschreven onder punt 28 van de pleitnotitie van de vrouw, bij gebreke waarvan partijen voor iedere dag dat zij nalaten aan de voorwaarden te voldoen een dwangsom verschuldigd zijn aan de ander van € 250,- per dag voor iedere dag dat zij hier niet aan voldoen;

  • voortgezet gebruik van de echtelijke woning;

een en ander voor zover mogelijk met uitvoerbaarverklaring bij voorraad.

Het verzoek van de man tot:

  • naar de rechtbank begrijpt: afwikkeling van het huwelijksvermogensregime van partijen, conform het voorstel van de man in zijn petitum van zijn ‘verweerschrift tegen het wijzigings- en aanvullend verzoek’ van 7 april 2025 onder de nummers IV tot en met VII en IX tot en met XXII;

  • voortgezet gebruik van de echtelijke woning te [adres 2] [plaats] ;

een en ander voor zover mogelijk met uitvoerbaarverklaring bij voorraad.

Beoordeling

Het voortgezet gebruik van de echtelijke woning Partijen verzoeken ieder het voortgezet gebruik van de echtelijke woning, gelegen aan de [adres 2] . De vrouw en de kinderen zijn daar inmiddels al niet meer woonachtig zodat zij geen belang meer heeft bij haar verzoek dat daarom wordt afgewezen. Zoals de rechtbank hierna zal uitleggen, moet deze woning worden verkocht. De man heeft ruimschoots de tijd gehad om op zoek te gaan naar vervangende woonruimte. Voor toewijzing van het verzoek van de man ziet de rechtbank daarom evenmin aanleiding.

Afwikkeling van het huwelijksvermogensregime Nu de Nederlandse rechter rechtsmacht heeft met betrekking tot het verzoek tot echtscheiding, heeft hij tevens rechtsmacht ten aanzien van het verzochte met betrekking tot het huwelijksvermogensstelsel van partijen (artikel 5, eerste lid, Verordening huwelijksvermogensstelsels).

Niet gebleken is dat de echtgenoten vóór het huwelijk het op hun huwelijksvermogensregime toepasselijke recht hebben aangewezen. Krachtens artikel 4, tweede lid, onder 2 van het Haags Huwelijksvermogensverdrag van 14 maart 1978, Trb. 1988, 130, wordt het huwelijksvermogensregime beheerst door het Tunesische recht, als het recht van de gemeenschappelijke nationaliteit van de echtgenoten, nu Tunesië geen partij is bij het verdrag, terwijl volgens het internationaal privaatrecht van deze staat zijn interne recht van toepassing is en de echtgenoten hun eerste gewone verblijfplaats na het huwelijk vestigden in Nederland.

Nu partijen na hun huwelijk meer dan tien jaar in Nederland hun gewone verblijfplaats hebben gehad en niet is gebleken dat een ander toepasselijk recht is aangewezen of huwelijkse voorwaarden zijn gemaakt, is het bepaalde in artikel 7 lid 2 onder 2 van het Verdrag van toepassing. Dit artikel bepaalt dat in plaats van het recht waaraan het huwelijksvermogensregime van partijen tevoren was onderworpen het interne recht van de Staat waar de echtgenoten beiden hun gewone verblijfplaats hebben toepasselijk wordt vanaf het tijdstip waarop zij daar na hun huwelijk gedurende meer dan tien jaar hun gewone verblijfplaats hebben gehad. Op grond van artikel 8 van het Verdrag heeft deze wijziging slechts gevolg voor de toekomst.

De man is blijkens zijn BRP met ingang van 13 december 2000 ingeschreven op hetzelfde adres als de vrouw in Nederland. Sindsdien hebben partijen hun gewone verblijfplaats in Nederland gehad. Vanaf december 2010 is daarmee het interne recht van Nederland toepasselijk.

Het voorgaande betekent dus dat op het huwelijksvermogensregime van partijen over de periode vanaf het huwelijk tot december 2010 het Tunesische recht van toepassing is en over de periode daarna Nederlands recht. Dat betekent dat partijen vanaf december 2010 gehuwd zijn in algehele gemeenschap van goederen, bestaande uit de sindsdien verkregen activa en passiva, welke gemeenschap is te verdelen.

Partijen zijn gehuwd onder het huwelijksvermogensregime “communauté des biens réduite aux acquêts”. Dat blijkt uit de (Franse vertaling van de) huwelijksakte. Dit regime betekent dat wat partijen ieder vóór aangaan van het huwelijk hadden, van hen privé blijft en dat wat ze tijdens het verkrijgen en bedoeld is voor gebruik door het gezin, geacht wordt van hen gezamenlijk te zijn. De bepalingen van de wet 98-94 van 9 november 1998 zijn van toepassing. Deze wet geeft geen enkele aanleiding te veronderstellen dat vóór het huwelijk door één van de echtgenoten verkregen zaken ook in de gemeenschap vallen.

Gelet op het bepaalde in de artikelen 1:93 en 1:94 van het Burgerlijk Wetboek (BW) – zoals deze artikelen golden tot 1 januari 2018 – moet worden aangenomen dat tussen de echtgenoten vanaf december 2010 een algehele gemeenschap van goederen bestond. Het uitgangspunt is dan dat de (door indiening van het verzoekschrift tot echtscheiding) ontbonden huwelijksgemeenschap (op grond van artikel 1:100 BW (zoals dat gold tot 1 januari 2018)) bij helfte tussen de echtgenoten moet worden verdeeld.

Omvang en samenstelling algehele gemeenschap van goederen Voor de omvang en samenstelling van de ontbonden gemeenschap geldt als peildatum 20 november 2023, zijnde de datum van indiening van het verzoekschrift tot echtscheiding. Voor de bepaling van de waarde van de te verdelen goederen geldt – voor zover de man en de vrouw niet anders overeenkomen dan wel de eisen van redelijkheid en billijkheid met zich meebrengen – de datum van feitelijke verdeling.

Partijen zijn het erover eens dat alle vermogensbestanddelen die thans nog te verdelen zijn, zijn verkregen na december 2010, met uitzondering van het pand aan de [straatnaam 2] op naam van de vrouw. Dat pand heeft de vrouw verkregen voor de huwelijksdatum. Volgens de man brengt Tunesisch recht mee dat dit pand ook van hen samen is geworden. De rechtbank volgt dat standpunt niet gelet op hetgeen hiervoor is overwogen met betrekking tot de inhoud van het gekozen Tunesische huwelijksvermogensregime.

De volgende door partijen bestanddelen en schulden maken – voor zover nog aanwezig – wel deel uit van de gemeenschap: de echtelijke woning te [adres 2] [plaats] en de daaraan gekoppelde hypothecaire geldlening; het onroerend goed te [adres 3] [plaats] en de daaraan gekoppelde hypothecaire geldlening; het onroerend goed te [adres 1] [plaats] ; grond in Tunesië; de bankrekeningen; de auto’s Opel Corsa, Toyota Hilux, Nissan Micra en BMW X5; de inboedel; schulden belastingdienst.

De rechtbank beoordeelt de vorderingen met betrekking tot de verdeling per bestanddeel. Omdat partijen met betrekking tot deze bestanddelen ook andere verzoeken hebben gedaan, zal de rechtbank die verzoeken bespreken onder hetzelfde kopje. De overige verzoeken die niet samenhangen met een in de verdeling betrokken bestanddeel, bespreekt de rechtbank daarna. De rechtbank begint echter met beoordeling van de verzoeken die zien op het pand aan de [straatnaam 2] dat buiten de verdeling valt.

[adres 4] [plaats] Zoals de rechtbank hiervoor reeds heeft overwogen, is dit pand door de vrouw vóór het huwelijk van partijen verkregen zodat dit toekomt aan de vrouw, zonder nadere verrekening met de man. Daarmee ontbreekt ook de grondslag voor het verzoek van de man om te bepalen dat hem de helft van de huuropbrengsten van dit pand toekomen zodat dat wordt afgewezen. Het verzoek van de man om hem een vergoeding toe te kennen omdat hij de vaste lasten van de woning zou hebben voldaan, wijst de rechtbank eveneens af. De man heeft dit verzoek op geen enkele manier onderbouwd, om te beginnen door inzichtelijk te maken met welk privévermogen hij zou hebben bijgedragen in de lasten.

[adres 2] [plaats] en de daaraan gekoppelde hypothecaire geldlening De man is in zijn stukken en ter zitting meerdere keren van standpunt gewijzigd waar het de toedeling van de panden aan de [straatnaam 1] en de [straatnaam 3] betreft. Ter zitting gaf de man aan één van beide panden te willen overnemen. Na de zitting heeft de man de rechtbank niet geïnformeerd welk pand hij toegedeeld wil krijgen. De vrouw heeft aangegeven dat de man geen van de ter zitting gemaakte afspraken is nagekomen en tijd aan het rekken is. Gelet op het tijdsverloop, zal de rechtbank bepalen dat beide panden volgens het spoorboekje moeten worden verkocht. Mocht de man daadwerkelijk één van beide panden toegedeeld willen krijgen, dan kan hij dat bewerkstelligen voordat van feitelijke verkoop aan een derde sprake is. De rechtbank ziet in het voorgaande aanleiding om de verzoeken van de vrouw voor het geval de man zijn medewerking aan verkoop van deze twee panden blijft weigeren, deels toe te wijzen.

Partijen hebben met betrekking tot de panden aan de [straatnaam 1] , [straatnaam 3] en [straatnaam 4] , over en weer verzoeken gedaan die betrekking hebben op (misgelopen) huurinkomsten. Over en weer hebben partijen de verzoeken weersproken en niet volledig – dat wil zeggen dat daarbij ook wordt betrokken hoe partijen hun overige inkomsten en lasten hebben verdeeld – onderbouwd. De verzoeken worden daarom afgewezen. Het verzoek van de man om te bepalen dat de vrouw de helft van de hypotheeklasten moet voldoen, wordt om dezelfde reden afgewezen.

[adres 1] [plaats] De rechtbank verwijst naar hetgeen zij hiervoor heeft overwogen bij het pand aan de [straatnaam 1] en zal bepalen dat het pand wordt verkocht aan een derde. Wat betreft de verzoeken die zien op (misgelopen) huurinkomsten, verwijst de rechtbank naar wat zij hiervoor heeft overwogen bij de [straatnaam 1] .

[adres 3] [plaats] en de daaraan gekoppelde hypothecaire geldlening Partijen zijn het ter zitting eens geworden dat dit pand moet worden toegedeeld aan de vrouw. Omdat partijen het niet eens zijn over de waarde, zal de rechtbank beslissen conform het gebruikelijke spoorboekje. Wat betreft de verzoeken die zien op (misgelopen) huurinkomsten, verwijst de rechtbank naar wat zij hiervoor heeft overwogen bij de [straatnaam 1] .

Grond in Tunesië Tijdens de mondelinge behandeling is een werkafspraak gemaakt ten aanzien van de grond in Tunesië, inhoudende dat de vrouw zal meewerken aan toedeling aan de man tegen de taxatiewaarde, waarbij de vrouw drie taxateurs voorstelt en de man er daar één van kiest. De rechtbank zal in die lijn bepalen.

Bankrekeningen Partijen hebben tijdens de mondelinge behandeling een werkafspraak gemaakt ten aanzien van de banksaldi, inhoudende dat partijen over en weer alle afschriften van 2022 en 2023 van alle bankrekeningen aan elkaar zullen overleggen in de vorm van één PDF-document. Na de zitting hebben partijen de rechtbank bericht dat dit (nog) niet is gebeurd. De vrouw heeft de rechtbank geïnformeerd over een aantal rekeningen van de man in Tunesië. De rechtbank zal bepalen dat partijen over en weer binnen twee maanden na heden inzicht moeten geven in de saldi per peildatum (20 november 2023) dan wel een verklaring van de betreffende bank moeten overleggen dat de rekening niet (meer) op naam van de betreffende partij staat, een en ander zoals door de vrouw verzocht op straffe van een dwangsom. De verzoeken van de vrouw die zien op bankrekeningen waarvan de vrouw geen nummer heeft, wijst de rechtbank af nu zij onvoldoende concreet heeft gemaakt dat de man bij de betreffende banken daadwerkelijk op de peildatum bankrekeningen had. Partijen dienen de saldi per peildatum bij helfte te delen.

Auto’s De Opel Corsa is aangeschaft na de peildatum en laat de rechtbank daarom buiten de beoordeling. Wat betreft de Toyota hebben partijen op zitting de volgende afspraak gemaakt. De vrouw zal meewerken aan pogingen om de Toyota over te schrijven op naam van de man tegen een waarde van € 23.000. Mocht het niet lukken om de tenaamstelling te wijzigen, dan wordt de auto toegedeeld aan de vrouw tegen een waarde die bepaald moet worden door een door de vrouw aan te wijzen taxateur waarbij de vrouw die taxateur kiest uit drie door de man te noemen mogelijke taxateurs. De rechtbank zal aldus bepalen.

Wat betreft de Nissan Micra zal de rechtbank bepalen dat deze moet worden verkocht aan een derde en dat de opbrengst bij helfte moet worden gedeeld. De vrouw wil de auto namelijk niet overnemen, en de man wil de Nissan niet overnemen tegen de door de vrouw genoemde waarde die de rechtbank niet onredelijk voorkomt. De vrouw heeft de waarde van de Nissan immers onderbouwd met een gespecificeerde uitdraai van de ANWB-koerslijst.

De BMW X5 wordt toegedeeld aan de man tegen een waarde van € 3.950, onder voldoening van de helft daarvan aan de vrouw. De vrouw heeft de waarde van de BMW op basis van de ANWB-koerslijst bepaald op € 8.450 (april 2024). De man heeft echter met een gespecificeerde offerte van BMW-dealer [bedrijfsnaam] uit april 2025, onderbouwd dat de auto onderhoud nodig heeft voor een bedrag van ongeveer € 4.500. Het moment van de verdeling is bepalend voor de waarde waartegen deze wordt verdeeld, zodat de rechtbank rekening houdt met deze kosten.

Inboedel Ter zitting is gebleken dat de inboedel reeds is verdeeld. De rechtbank beschouwt daarom de daarop gerichte verzoeken als ingetrokken.

Overige verzoeken

Belastingen De rechtbank wijst de daarop gerichte verzoeken van de vrouw af op dezelfde gronden als hiervoor overwogen met betrekking tot de verzoeken ten aanzien van (misgelopen) huurinkomsten.

Kosten aannemer Tunesië en lening broer De rechtbank wijst de verzoeken van de man die hierop zien af, nu deze betrekking hebben op uitgaven/inkomsten van voor de peildatum en daarmee geachte worden te zijn verdisconteerd in de banksaldi.

Nalatenschap ouders vrouw De rechtbank wijst het verzoek van de man af als onvoldoende concreet onderbouwd. De overgelegde foto’s zijn geen begin van bewijs dat de vrouw beschikt over onroerend goed in Tunesië afkomstig uit de erfenis van de man.

Beslissing

De rechtbank:

bepaalt dat de panden aan de [adres 1] en [adres 2] worden verkocht aan een derde, op de volgende wijze en onder de volgende voorwaarden:

a. a) voor zover partijen het niet eens worden over de keuze voor een onafhankelijke makelaar-taxateur, dient de vrouw aan de man binnen één maand na de datum van de inschrijving van de echtscheidingsbeschikking in de registers van de burgerlijke stand drie onafhankelijke makelaar-taxateurs voor te stellen die bereid en in staat zijn de woning te taxeren en verkopen, waaruit de man er vervolgens binnen één week één kiest. Partijen dienen vervolgens binnen één week een gezamenlijke opdracht te verstrekken aan de makelaar-taxateur tot verkoop van de woning aan een derde. Deze makelaar-taxateur zal – als partijen het niet eens zijn – partijen bindend adviseren over de vast te stellen vraag- en laatprijs van de woning;

b) de over- dan wel onderwaarde wordt tussen partijen bij helfte gedeeld dan wel gedragen. De over- dan wel onderwaarde bestaat uit de verkoopopbrengst van de woning, te vermeerderen met de waarde van de aan de woning gekoppelde polissen ten tijde van de overdracht, minus de aan de woning gekoppelde hypothecaire geldleningen ten tijde van de overdracht en minus de kosten van de verkoop en de overdracht, waaronder de kosten van de makelaar-taxateur;

c) partijen verlenen over en weer op eerste verzoek van de ander hun medewerking aan de notariële overdracht van de woning;

d) indien de man niet conform het vorenstaande meewerkt aan het in de verkoop geven van de panden, komt de beschikking in de plaats van de noodzakelijke toestemming van de man tot het in de verkoop geven van de woningen bij een door de vrouw in te schakelen makelaar en eigendomsoverdracht van de panden;

e) de man dient de makelaar toegang te verschaffen tot de panden in het kader van de verkoop op verbeurte van een dwangsom van € 250 per keer dat de man dat weigert;

f) de man dient de woning te ontruimen op moment dat woning zal worden geleverd aan een derde op straffe van een dwangsom van € 25.000 per dag;

bepaalt met betrekking tot het pand aan de [adres 3] te [plaats] en de daaraan gekoppelde hypothecaire geldleningen en polissen:

  1. de woning wordt toegedeeld aan de vrouw op de volgende wijze en onder de volgende voorwaarden:

a) voor zover partijen het niet eens worden over de keuze voor een onafhankelijke makelaar-taxateur dient de man aan de vrouw binnen één maand na de datum van de inschrijving van de echtscheidingsbeschikking in de registers van de burgerlijke stand drie onafhankelijke makelaar-taxateurs voor te stellen die bereid en in staat zijn de woning te taxeren, waaruit de vrouw er vervolgens binnen één week één kiest. Partijen verstrekken vervolgens binnen één week een gezamenlijke opdracht aan deze makelaar-taxateur tot taxatie van de woning. Deze makelaar-taxateur zal tussen partijen bindend de waarde vaststellen waartegen de vrouw de woning zal overnemen; b) de vrouw dient binnen twee maanden na de taxatie aan de man aan te tonen dat hij/zij de woning tegen de getaxeerde waarde kan overnemen met ontslag van de man uit de hoofdelijke aansprakelijkheid van de aan de woning gekoppelde hypothecaire geldleningen; c) de over- dan wel onderwaarde wordt tussen partijen bij helfte gedeeld dan wel gedragen. De over- dan wel onderwaarde bestaat uit de getaxeerde waarde, te vermeerderen met de waarde van de aan de woning gekoppelde polissen ten tijde van de overdracht, minus de aan de woning gekoppelde hypothecaire geldleningen ten tijde van de overdracht en minus de kosten van de makelaar-taxateur; d) de kosten van de notariële overdracht worden door de vrouw, als kosten koper, voldaan; e) partijen verlenen over en weer op eerste verzoek van de ander hun medewerking aan de notariële overdracht van de woning;

  1. indien de vrouw de woning niet kan overnemen onder bovengenoemde voorwaarden dan wordt de woning verkocht en geleverd aan een derde op de volgende wijze en onder de volgende voorwaarden:

a) partijen dienen binnen één week nadat de onder 1) genoemde termijn is verstreken of nadat de vrouw kenbaar heeft gemaakt de woning niet te kunnen overnemen aan de onder 1) genoemde makelaar-taxateur een gezamenlijke opdracht verstrekken tot verkoop van de woning aan een derde. Deze makelaar-taxateur zal – als partijen het niet eens zijn – partijen bindend adviseren over de vast te stellen vraag- en laatprijs van de woning; b) de over- dan wel onderwaarde wordt tussen partijen bij helfte gedeeld dan wel gedragen. De over- dan wel onderwaarde bestaat uit de verkoopopbrengst van de woning, te vermeerderen met de waarde van de aan de woning gekoppelde polissen ten tijde van de overdracht, minus de aan de woning gekoppelde hypothecaire geldleningen ten tijde van de overdracht en minus de kosten van de verkoop en de overdracht, waaronder de kosten van de makelaar-taxateur; c) partijen verlenen over en weer op eerste verzoek van de ander hun medewerking aan de notariële overdracht van de woning;

bepaalt dat de bij partijen bekende grond in Tunesië wordt toegedeeld aan de man op de volgende wijze en onder de volgende voorwaarden:

a. a) voor zover partijen het niet eens worden over de keuze voor een onafhankelijke makelaar-taxateur dient de vrouw aan de man binnen één maand na de datum van de inschrijving van de echtscheidingsbeschikking in de registers van de burgerlijke stand drie onafhankelijke makelaar-taxateurs voor te stellen die bereid en in staat zijn de grond te taxeren, waaruit de man er vervolgens binnen één week één kiest. Partijen verstrekken vervolgens binnen één week een gezamenlijke opdracht aan deze makelaar-taxateur tot taxatie van de grond. Deze makelaar-taxateur zal tussen partijen bindend de waarde vaststellen waartegen de man de grond zal overnemen;

b) de waarde wordt tussen partijen bij helfte gedeeld;

c) de kosten van de overdracht worden door de man, als kosten koper, voldaan;

bepaalt dat de vrouw dient mee te werken aan het wijzigen van de tenaamstelling van de Toyota Hilux van de naam van de vrouw op de naam van de man tegen een waarde van € 23.000, zodat aan de vrouw toekomt de helft daarvan. Mocht het niet binnen twee maanden na deze beschikking lukken om de tenaamstelling te wijzigen, dan wordt de auto toegedeeld aan de vrouw op de volgende wijze: de man stelt de vrouw drie taxateurs voor, waar de vrouw er één uit kiest. De vrouw dient de man de helft van die waarde te vergoeden;

bepaalt dat de Nissan Micra wordt verkocht aan een derde op de volgende wijze: de vrouw stelt de man drie garagebedrijven voor waar de man er één uit kiest; partijen geven vervolgens gezamenlijk opdracht aan dat bedrijf om de verkoop te realiseren; de opbrengst wordt door partijen bij helfte gedeeld;

bepaalt dat de BMW X5 wordt toegedeeld aan de man tegen een waarde van € 3.950, onder voldoening aan de vrouw van een bedrag van € 1.975;

bepaalt dat partijen elkaar over en weer binnen twee maanden na de datum van deze beschikking, inzicht moeten geven in de saldi per peildatum van de volgende op hun naam staande bankrekeningen die in de processtukken staan genoemd, dan wel een verklaring van de betreffende bank moeten overleggen dat de bankrekening niet (meer) op naam van de betreffende partij staat, een en ander op straffe van een dwangsom van € 50 per dag per bankrekening: de vrouw dient aan de man inzicht te geven in de volgende bankrekeningen: ING, eindigend op [rekeningnummer 1] , [rekeningnummer 2] en [rekeningnummer 3] STB, eindigend op [rekeningnummer 4] de man dient aan de vrouw inzicht te geven in de volgende bankrekeningen: ING, eindigend op [rekeningnummer 5] , [rekeningnummer 6] en [rekeningnummer 7] [rekeningnummer 8] [rekeningnummer 9] [rekeningnummer 10] BNA eindigend op [rekeningnummer 11] , [rekeningnummer 12] en [rekeningnummer 13] De saldi per peildatum worden bij helfte worden gedeeld;

verklaart deze beschikking tot zover uitvoerbaar bij voorraad;

wijst af het meer of anders verzochte.