ECLI:NL:RBDHA:2025:16515 - Rechtbank Den Haag - 4 september 2025
Uitspraak
Rechtsgebieden
Uitspraak inhoud
Zittingsplaats Middelburg
Bestuursrecht
zaaknummer: AWB 24/17556
V-nummer: [V-nummer]
en
Procesverloop
Bij besluit van 1 november 2024 (het bestreden besluit) heeft verweerder voor de duur van vier weken € 14,47 per week ingehouden op het leefgeld van eiser. Eiser heeft beroep ingesteld tegen het bestreden besluit. Verweerder heeft een verweerschrift ingediend. De rechtbank doet uitspraak zonder zitting op grond van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
Overwegingen
-
Eiser stelt te zijn geboren op [datum] 1973 en de Egyptische nationaliteit te hebben. Hij verblijft in de opvanglocatie van verweerder in [plaats].
-
Bij het bestreden besluit heeft verweerder aan eiser een maatregel op grond van het Reglement onthoudingen en verstrekkingen (ROV)
[1] opgelegd. Verweerder heeft de maatregel opgelegd omdat eiser op 25 oktober 2024 overlast heeft veroorzaakt door, kortweg, het vertonen van verbaal agressief en intimiderend gedrag richting een COa-medewerker. -
Eiser voert hiertegen het volgende aan. Eiser is het niet eens met de beschrijving van het incident. Hij bestrijdt dat hij de medewerker met de dood heeft bedreigd nadat hij is aangesproken over de regels voor de uitgifte van de lunch. Voorts heeft het management van verweerder eiser oneerlijk behandeld en benadeeld.
De rechtbank oordeelt als volgt.
-
Op grond van artikel 5 van de Wet Centraal Orgaan opvang asielzoekers staat er rechtstreeks beroep bij de rechtbank open tegen besluiten tot het onthouden van verstrekkingen bij of krachtens deze wet.
-
Op grond van artikel 10 van de Regeling verstrekkingen asielzoekers en andere categorieën vreemdelingen 2005 (Rva) heeft het COa de bevoegdheid om bij wijze van maatregel verstrekkingen te onthouden. De werkwijze van het COa bij het opleggen van maatregelen is neergelegd in het Reglement Onthoudingen Verstrekkingen (ROV). Daarin is bepaald op welke wijze verweerder gebruik maakt van de bevoegdheid om verstrekkingen geheel of gedeeltelijk te onthouden. Als voorbeeld van een gebeurtenis met middelgrote impact wordt in het Maatregelenbeleid onder meer genoemd ‘‘agressie en geweld tegen medebewoners en/of derden met een grote impact” zoals gedrag met als doel de ander “te kleineren of te bedreigen” of “fysieke schade” toe te brengen. Als sprake is van een incident met middelgrote impact kan verweerder aan een bewoner een ROV maatregel 2 of 3 opleggen.
-
De rechtbank heeft geen concrete aanknopingspunten om te twijfelen aan de weergave van de feiten door verweerder. In het bestreden besluit heeft verweerder opgeschreven dat eiser een medewerker heeft bedreigd met de dood en dreigend en intimiderend gedrag heeft vertoond tegen COa-medewerkers. Door eiser is enkel betwist dat hij een medewerker heeft bedreigd met de dood. Door eiser is niet betwist dat hij verbaal agressief gedrag heeft vertoond. Dit is in lijn met de in het bestreden besluit weergegeven visie van eiser waaruit volgt dat hij verbaal agressief werd omdat hij onschuldig is.
-
De maatregel is niet disproportioneel, nu het een incident betrof met een middelgrote impact. Er was sprake van verbaal agressief gedrag gericht tegen medewerkers van verweerder. Bovendien blijkt uit een IBIS-uitdraai dat eiser in het verleden meerdere keren agressief gedrag heeft vertoond. In drie voorgaande gevallen is twee keer overgegaan tot het opleggen van een ROV-maatregel vanwege agressief gedrag. Niet is gebleken dat deze eerder opgelegde maatregelen en het correctiegesprek hebben geleid tot een verandering in het gedrag van eiser.
-
Verweerder heeft terecht het beschreven gedrag van eiser kunnen aanmerken als een incident met middelgrote impact zoals bedoeld in het maatregelenbeleid van verweerder.
-
Het beroep is kennelijk ongegrond. Dat betekent dat eiser geen gelijk krijgt. De maatregel blijft in stand.
-
Eiser krijgt geen vergoeding van zijn proceskosten.
Beslissing
De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan op 4 september 2025 door mr. K.M. de Jager, rechter, in aanwezigheid van A.S.J.I. Hendrickx, griffier, en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
De uitspraak is bekendgemaakt op:
Informatie over verzet
Als partijen het niet eens zijn met deze uitspraak, kunnen zij een verzetschrift sturen naar de rechtbank waarin zij uitleggen waarom zij het niet eens zijn met deze uitspraak. Het verzetschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. Als partijen graag een zitting willen om het verzetschrift toe te lichten, moeten zij dit in het verzetschrift vermelden.
Artikel 10, eerste lid, aanhef en onder h, van de Regeling verstrekkingen asielzoekers en andere categorieën vreemdelingen 2005.