ECLI:NL:RBDHA:2025:15310 - Rechtbank Den Haag - 8 augustus 2025
Uitspraak
Rechtsgebieden
Genoemde wetsartikelen
Uitspraak inhoud
uitspraak
Zittingsplaats Utrecht Bestuursrecht zaaknummer: NL25.23378 uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
(gemachtigde: mr. D. van Elp), en de minister van Asiel en Migratie, de minister.
Procesverloop
Deze uitspraak gaat over het beroep dat eiseres heeft ingediend, omdat de minister niet op tijd heeft beslist op haar aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd (hierna: aanvraag).
Overwegingen
-
De rechtbank vindt het in deze zaak niet nodig om partijen uit te nodigen voor een zitting.1
-
Als een bestuursorgaan niet op tijd op een aanvraag beslist, dan kan de betrokkene daartegen in beroep gaan. Voordat hij beroep kan instellen, moet de betrokkene schriftelijk aan het bestuursorgaan laten weten dat binnen twee weken alsnog moet worden beslist op zijn aanvraag (de zogenoemde ingebrekestelling). Als er na twee weken nog steeds geen besluit is genomen, dan kan de betrokkene beroep instellen.2
-
De minister heeft de aanvraag op 5 februari 2024 ontvangen. De minister moet uiterlijk binnen zes maanden na ontvangst van de aanvraag beslissen.3 Eiseres heeft de minister op 8 mei 2025 in gebreke gesteld. Eiser heeft op 23 mei 2025, meer dan twee weken na de ingebrekestelling, beroep ingesteld tegen het niet tijdig beslissen op de
-
Artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
2 Artikel 6:2, onder b, en 6:12, tweede lid, van de Awb.
3 Artikel 42, eerste lid, van de Vreemdelingenwet 2000 (Vw). Aanvankelijk heeft de minister de beslistermijn onder toepassing van WBV 2023/26 met negen maanden verlengd. De minister heeft deze WBV echter weer ingetrokken (IB 2025/28). Als gevolg hiervan geldt voor alle asielaanvragen die zijn ingediend vanaf 1 januari 2024 weer een beslistermijn van zes maanden.
aanvraag.
-
Eiseres komt uit Sudan. Met ingang van 8 juli 2023 tot en met 6 juli 2024 gold voor Sudan een besluitmoratorium.4 Gedurende de tijd dat het besluitmoratorium van kracht was, besliste de minister niet op asielaanvragen van vreemdelingen uit dat land. De beslistermijn voor lopende asielaanvragen en van asielaanvragen die tijdens het besluitmoratorium werden ontvangen, is verlengd met één jaar tot ten hoogste 21 maanden.5
-
Het moratorium is van toepassing op asielaanvragen waarop nog niet is beslist. Dat geldt ook voor aanvragen waarvan de beslistermijn van zes maanden al is verstreken op het moment van de inwerkingtreding van het moratorium.6 De aanvraag van eiseres valt onder deze situatie en daarmee dus onder het toepassingsbereik van het moratorium. In de zaak van eiseres betekent dit dat de minister uiterlijk op 5 augustus 2025 diende te beslissen op de aanvraag. Aangezien deze beslistermijn nog niet is verstreken, heeft eiseres haar ingebrekestelling en beroep prematuur ingesteld. Het beroep is daarmee kennelijk niet- ontvankelijk.
-
Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
-
Het beroep is niet-ontvankelijk. Al om die reden komt de rechtbank niet toe aan het vaststellen van een eventuele verbeurde bestuurlijke dwangsom.
Beslissing
De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. R.J.A. Schaaf, rechter, in aanwezigheid van C.A.A.W. van der Heijden, griffier.
4 Stcrt. 2023, 18540 en Stcrt. 2024, 146.
5 Artikel 43, eerste lid, van de Vw en artikel 2 van het Besluit instellen besluitmoratorium en vertrekmoratorium vreemdelingen Sudan.
6 Vgl. o.m. de uitspraak van de ABRvS van 23 oktober 2019, ECLI:NL:RVS:2019:3600, onder 5.3.
De uitspraak is uitgesproken in het openbaar en bekendgemaakt op:
08 augustus 2025
Documentcode: [Documentcode]
Bent u het niet eens met deze uitspraak?
Als u het niet eens bent met deze uitspraak kunt een brief sturen naar de rechtbank waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een verzetschrift. U moet dit verzetschrift indienen binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. Als u graag een zitting wilt waarbij u persoonlijk uw mening aan de rechter kunt geven, kunt u dit in uw verzetschrift aangeven.