Uitspraak inhoud

uitspraak

Zittingsplaats Utrecht Bestuursrecht zaaknummer: NL25.23423 uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[eiseres], V-nummer: [V-nummer] , eiseres (gemachtigde: mr. S.J. Koolen),

en

Procesverloop

De minister heeft op 25 oktober 2024 beslist op de aanvraag van eiseres om een machtiging tot voorlopig verblijf met als doel “familie en gezin” in het kader van nareis. Eiseres heeft bezwaar gemaakt tegen dit besluit. De minister heeft niet tijdig beslist op dit bezwaar. Eiseres heeft vervolgens beroep ingesteld tegen het niet tijdig beslissen op het bezwaar. Deze uitspraak gaat over dat beroep.

Overwegingen

  1. De rechtbank vindt het in deze zaak niet nodig om partijen uit te nodigen voor een zitting.1

  2. Als een bestuursorgaan niet op tijd op een bezwaar beslist, dan kan de betrokkene daartegen in beroep gaan. Voordat zij beroep kan instellen, moet de betrokkene schriftelijk aan het bestuursorgaan laten weten dat binnen twee weken alsnog moet worden beslist op haar bezwaar (de zogenoemde ingebrekestelling). Als er na twee weken nog steeds geen beslissing op het bezwaar is genomen, dan kan de betrokkene beroep instellen.2

Is het beroep van eiseres ontvankelijk?

  1. Als de betrokkene de ingebrekestelling te vroeg stuurt, is het beroep niet-ontvankelijk. Dit betekent dat de rechtbank het beroep niet inhoudelijk kan beoordelen. In dit geval heeft de minister het bezwaar op 21 november 2024 ontvangen. De minister moet uiterlijk binnen negentien weken na het verstrijken van de bezwaartermijn op het bezwaar beslissen.3 De minister heeft de beslistermijn met zes weken verlengd.4 Op 16 januari 2025 is aan eiseres

  2. Artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).

2 Artikel 6:12, tweede lid, van de Awb.

3 Artikel 76, eerste lid, van de Vreemdelingenwet 2000.

4 Artikel 7:10, eerste lid, van de Awb.

herstelverzuim geboden om de gronden van het bezwaar in te dienen. Eiseres heeft dit op 30 januari 2025 gedaan. De beslistermijn is daarmee met veertien dagen opgeschort geweest. Dat maakt dat de termijn voor het nemen van een beslissing op het bezwaar eindige op 29 mei 2025. Eiseres heeft de minister op 7 mei 2025 in gebreke gesteld. Op dat moment was de beslistermijn nog niet verstreken. Het beroep is daarom kennelijk niet- ontvankelijk.

  1. Voor een proceskostenveroordeling is geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank:

  • verklaart het beroep niet-ontvankelijk.

Deze uitspraak is gedaan door mr. R.J.A. Schaaf, rechter, in aanwezigheid van L.M. Kalkman, griffier.

De uitspraak is uitgesproken in het openbaar en bekendgemaakt op:

08 juli 2025

Documentcode: [Documentcode]

Bent u het niet eens met deze uitspraak?

Als u het niet eens bent met deze uitspraak kunt een brief sturen naar de rechtbank waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een verzetschrift. U moet dit verzetschrift indienen binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. Als u graag een zitting wilt waarbij u persoonlijk uw mening aan de rechter kunt geven, kunt u dit in uw verzetschrift aangeven.