Terug naar bibliotheek
Rechtbank Amsterdam

ECLI:NL:RBAMS:2025:6056 - Rechtbank Amsterdam - 7 augustus 2025

Uitspraak

ECLI:NL:RBAMS:2025:60567 augustus 2025

Rechtsgebieden

Uitspraak inhoud

Civiel recht Kantonrechter

Zaaknummer: 10791213 \ CV EXPL 23-14477

Vonnis van 7 augustus 2025

in de zaak van

LEGALSTEPS B.V., gevestigd te Rotterdam, eisende partij, hierna te noemen: Legalsteps, gemachtigde: LegalSteps B.V.,

tegen

[gedaagde], wonende te [woonplaats] , gedaagde partij, hierna te noemen: [gedaagde] , procederend in persoon.

1 De procedure

1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:

  • de dagvaarding van 24 oktober 2023, met producties.

1.2. [gedaagde] heeft om uitstel voor antwoord gevraagd. Dat uitstel is verleend. Uiteindelijk heeft [gedaagde] niet van antwoord gediend.

1.3. Ten slotte is vonnis bepaald.

2 De beoordeling

2.1. Legalsteps vordert veroordeling van [gedaagde] tot betaling van € 240,00 aan hoofdsom, vermeerderd met rente en kosten. Legalsteps stelt dat [gedaagde] een afslankabonnement heeft gesloten, door invulling van een digitaal formulier. [gedaagde] heeft volgens Legalsteps vier maandtermijnen van € 60,00 niet betaald.

2.2. De overeenkomst die aan de vordering ten grondslag is gelegd is gesloten tussen een handelaar en een consument. De kantonrechter moet in dat geval ambtshalve toetsen aan het consumentenrecht. Onderzocht moet worden of de informatieplichten zijn nageleefd. Daarnaast moet de overeenkomst worden getoetst aan de Richtlijn 93/13 EG betreffende oneerlijke bedingen in consumentenovereenkomsten (hierna: de richtlijn).

2.3. In de toelichting, bijgevoegd als productie 2, zit een algemene beschrijving over de naleving van de informatieplichten van artikel 6:230l van het Burgerlijk Wetboek (BW). Niet kan echter worden vastgesteld dat de informatieplichten van artikel 6:230l BW van toepassing zijn, omdat de feitelijke totstandkoming van de overeenkomst onvoldoende is toegelicht en niet concreet is toegespitst op de situatie van [gedaagde] . Legalsteps stelt slechts dat [gedaagde] een digitaal formulier heeft ingevuld. Op welke locatie dat formulier is ingevuld, of dat dit online is gebeurd, is niet toegelicht. Uit het overgelegde formulier dat door [gedaagde] is ingevuld, heeft [gedaagde] bij het vlak ‘overige informatie’ getypt: ‘Ik wil me nog niet definitief aanmelden. Is het misschien mogelijk dat ik 1 les meedoe, daar een los bedrag voor betaal en vanaf daar mijn besluit nemen?’. In de rubriek ‘Aangemeld door’ staat achter Begeleider / Instructeur: ‘Geen trainer / coach’. Het vlak ‘Wat is de beste tijd om u te contacteren?’ is niet ingevuld. Onder het formulier staat geen handtekening.

2.4. Het leek dan ook de bedoeling van [gedaagde] te zijn dat hij zich nog niet definitief wilde aanmelden bij Flight IQ, maar slechts voor één les. Legalsteps stelt in de dagvaarding dat [gedaagde] met een touchscreenpen een handtekening heeft geplaatst, maar een handtekening is niet te zien in de onderliggende stukken. Sterker nog, het lijkt erop alsof [gedaagde] niet eens in de verkoopruimte van Flight IQ is geweest, maar hij online via de website een aanvraag heeft ingediend. Er staat immers niet bij wie van Flight IQ de aanmelding heeft verzorgd, terwijl daarvoor een rubriek in het formulier staat, er staat geen handtekening van [gedaagde] onder het formulier, er staat expliciet een vraag bij over het aanmelden voor één les en kennelijk moest na de aanmelding nog contact worden opgenomen. Dat zou niet nodig zijn geweest als [gedaagde] op locatie met een medewerker van Flight IQ zou hebben gesproken. Nu uit de stellingen van Legalsteps niet kan worden afgeleid hoe de overeenkomst tussen Flight IQ en [gedaagde] feitelijk tot stand is gekomen, welke informatieplichten onder die omstandigheden van toepassing zijn en op welke wijze deze informatieplichten zijn nageleefd, heeft Legalsteps op dit punt niet voldaan aan haar stelplicht.

2.5. Bovendien blijkt uit het gestelde in de dagvaarding en uit de aanmelding dat op de overeenkomst algemene voorwaarden van toepassing zijn verklaard. Deze zijn door Legalsteps niet in het geding gebracht. Hierdoor kunnen de bedingen die aan de vordering zijn of kunnen worden gelegd niet worden getoetst op oneerlijkheid in de zin van de richtlijn. Weliswaar stelt Legalsteps dat de vordering niet is gebaseerd op de algemene voorwaarden, maar de kantonrechter moet ook (ambtshalve) beoordelen of de vordering daarop had kunnen worden gebaseerd. Op grond van de arresten van het Europese Hof van Justitie van 27 januari 2021, C-229/19, ECLI:EU:C:2021:68 (Dexia) en 8 december 2022, C-625/21, ECLI:EU:C:2022:971 (Gupfinger) moet de kantonrechter ook als Legalsteps zich in de procedure niet beroept op het toepasselijke beding, maar op de wet, ambtshalve onderzoeken of het beding in de voorwaarden waarop zij zich had kunnen beroepen niet oneerlijk is in de zin van de richtlijn. Als een beding als oneerlijk wordt aangemerkt, kan ingevolge deze arresten geen aanspraak meer worden gemaakt op de wettelijke regeling die zonder dat beding van toepassing zou zijn geweest en moet haar vordering op dit punt worden afgewezen.

2.6. Uit het voorgaande volgt dat Legalsteps de voor de beoordeling van belang zijnde informatie en stukken niet volledig heeft aangevoerd. Hierdoor heeft Legalsteps de taak van de kantonrechter, te weten het geven van een goede beslissing na toetsing van (de totstandkoming van) de overeenkomst, onmogelijk gemaakt. Legalsteps heeft dan ook niet voldaan aan haar stelplicht. Dat geeft aanleiding de vordering af te wijzen op grond van artikel 21 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering.

2.7. Conform vast beleid, geldend sinds 1 oktober 2019, wordt geen tussenvonnis meer gewezen om ontbrekende informatie en stukken benodigd voor het ambtshalve onderzoek op te vragen. Legalsteps, althans haar gemachtigde, wordt als repeatplayer geacht bekend te zijn met de informatie en stukken die moeten worden verstrekt als de gedaagde partij een consument is.

2.8. Bij deze uitkomst wordt Legalsteps als de in het ongelijk gestelde partij veroordeeld in de proceskosten, die aan de zijde van [gedaagde] worden begroot op nihil.

3 De beslissing

De kantonrechter

3.1. wijst de vordering van Legalsteps af,

3.2. veroordeelt Legalsteps in de proceskosten, aan de zijde van [gedaagde] begroot op nihil.

Dit vonnis is gewezen door mr. C.W. Inden en in het openbaar uitgesproken op 7 augustus 2025.