Arrest inhoud

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN

STRAFKAMER

Nummer 23/05044 Datum 25 maart 2025

ARREST

op het beroep in cassatie tegen een arrest van het gerechtshof Amsterdam van 21 december 2023, nummer 23-003075-21, in de strafzaak

tegen

[verdachte] , geboren in [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1993, hierna: de verdachte.

1 Procesverloop in cassatie

Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft D. Eijpe, advocaat in Utrecht, een schriftuur ingediend.

2 Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep

De Hoge Raad heeft de klachten over de uitspraak van het hof beoordeeld. De procureur-generaal bij de Hoge Raad heeft de gelegenheid gekregen een advies uit te brengen. De Hoge Raad is tot het oordeel gekomen dat het cassatieberoep duidelijk niet kan slagen. Hij zal daarom gebruikmaken van de mogelijkheid om het beroep zonder verdere motivering niet-ontvankelijk te verklaren (zie artikel 80a van de Wet op de rechterlijke organisatie).

3 Beslissing

De Hoge Raad verklaart het beroep niet-ontvankelijk.

Dit arrest is gewezen door de vice-president M.J. Borgers als voorzitter, en de raadsheren C.N. Dalebout en F. Posthumus, in bijzijn van de waarnemend griffier S.P.J. Lugtenburg, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 25 maart 2025.