ECLI:NL:HR:2023:102
Arrest
Arrest inhoud
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
CIVIELE KAMER
Nummer 21/04066 Datum 27 januari 2023
ARREST
In de zaak van
1. [eiser 1],
wonende te [woonplaats],
2. [eiseres 2],
wonende te [woonplaats], EISERS tot cassatie, hierna gezamenlijk: [eisers], advocaat: K. Aantjes,
tegen
[verweerder], wonende te [woonplaats], VERWEERDER in cassatie, hierna: [verweerder], advocaat: H.J.W. Alt.
1 Procesverloop in cassatie
Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar: a. het vonnis in de zaak C/10/513693 / HA ZA 16-1083 van de rechtbank Rotterdam van 15 november 2017; b. de arresten (en beschikkingen) in de zaak 200.228.468/01 van het gerechtshof Den Haag van 19 december 2017, 10 april 2018, 23 april 2019, 26 november 2019, 1 september 2020, 15 september 2020 (beschikking), 2 februari 2021 (beschikking) en 6 juli 2021. [eisers] hebben tegen het arrest van het hof van 6 juli 2021 beroep in cassatie ingesteld. [verweerder] heeft een verweerschrift tot verwerping ingediend. De zaak is voor partijen toegelicht door hun advocaten. De conclusie van de Advocaat-Generaal T. Hartlief strekt tot verwerping van het cassatieberoep.De advocaat van [eisers] heeft schriftelijk op die conclusie gereageerd.
2 Beoordeling van het middel
De Hoge Raad heeft de klachten over het arrest van het hof beoordeeld. De uitkomst hiervan is dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van dat arrest. De Hoge Raad hoeft niet te motiveren waarom hij tot dit oordeel is gekomen. Bij de beoordeling van deze klachten is het namelijk niet nodig om antwoord te geven op vragen die van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht (zie artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie).
3 Beslissing
De Hoge Raad:
- verwerpt het beroep;
- veroordeelt [eisers] in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van [verweerder] begroot op € 845,-- aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris, vermeerderd met de wettelijke rente over deze kosten indien [eisers] deze niet binnen veertien dagen na heden hebben voldaan.
Dit arrest is gewezen door de raadsheren H.M. Wattendorff, als voorzitter, F.R. Salomons en G.C. Makkink, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer F.J.P. Lock op 27 januari 2023.