Terug naar bibliotheek
Boek 6. Algemeen gedeelte van het verbintenissenrecht
Titel 5. Overeenkomsten in het algemeen
Afdeling 5. Wederkerige overeenkomsten
Artikel 265

Artikel 265 (Ontbinding wederkerige overeenkomst bij tekortkoming)

Laatste versie

1. Iedere tekortkoming van een partij in de nakoming van een van haar verbintenissen geeft aan de wederpartij de bevoegdheid om de overeenkomst geheel of gedeeltelijk te ontbinden, tenzij de tekortkoming, gezien haar bijzondere aard of geringe betekenis, deze ontbinding met haar gevolgen niet rechtvaardigt.

2. Voor zover nakoming niet blijvend of tijdelijk onmogelijk is, ontstaat de bevoegdheid tot ontbinding pas, wanneer de schuldenaar in verzuim is.

Uitleg in duidelijke taal

1. Iedere tekortkoming van een partij in de nakoming van een van haar verbintenissen geeft aan de wederpartij de bevoegdheid om de overeenkomst geheel of gedeeltelijk te ontbinden, tenzij de tekortkoming, gezien haar bijzondere aard of geringe betekenis, deze ontbinding met haar gevolgen niet rechtvaardigt.

Dit artikelonderdeel stelt dat elke tekortkoming van een partij in het nakomen van een van haar verbintenissen, de wederpartij het recht geeft om de overeenkomst geheel of gedeeltelijk te beëindigen (ontbinden). Dit geldt echter niet indien de tekortkoming, vanwege haar bijzondere aard of omdat zij van geringe betekenis is, een dergelijke ontbinding met de daaraan verbonden gevolgen niet rechtvaardigt.

2. Voor zover nakoming niet blijvend of tijdelijk onmogelijk is, ontstaat de bevoegdheid tot ontbinding pas, wanneer de schuldenaar in verzuim is.

Dit artikelonderdeel bepaalt dat, indien nakoming van de verbintenis niet blijvend of tijdelijk onmogelijk is, de bevoegdheid om de overeenkomst te ontbinden pas ingaat op het moment dat de schuldenaar in verzuim is. Dit betekent dat de schuldenaar eerst formeel in gebreke moet zijn gesteld, tenzij een van de uitzonderingen voor verzuim zonder ingebrekestelling van toepassing is.

Gerelateerde rechtspraak

Hoge Raad690x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2018:1810 - Eigen Haard: Iedere tekortkoming rechtvaardigt niet zomaar ontbinding

ECLI:NL:HR:2018:181028 september 2018Dit wetsartikel wordt 13 keer genoemd in deze uitspraak

De Hoge Raad stelt dat art. 6:265 lid 1 BW zo moet worden uitgelegd dat slechts een tekortkoming van voldoende gewicht recht geeft op ontbinding. De 'tenzij-bepaling' is geen zeldzame uitzondering; alle omstandigheden van het geval moeten worden meegewogen.

Civiel RechtHuurrecht, Verbintenissenrecht, Burgerlijk Procesrecht
Hoge Raad101x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2019:1581 - Ingebrekestelling en verzuim: de redelijkheid van de nakomingstermijn

ECLI:NL:HR:2019:158111 oktober 2019Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak

Bij het bepalen van een redelijke termijn voor nakoming in een ingebrekestelling zijn eerdere sommaties en gestelde termijnen, ook al waren die niet fataal, relevant. De schuldenaar mag niet wachten met voorbereidingen. Verzuim kan ook intreden bij een ontoereikende reactie op een verzoek tot nakomingstoezegging.

Civiel RechtVerbintenissenrecht, Bouwrecht
Hoge Raad92x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2017:773 - Hoge Raad: Boetebeding Dexia voor vervroegde opeising rente is oneerlijk

ECLI:NL:HR:2017:77321 april 2017Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

Een beding in een effectenleaseovereenkomst dat de consument bij wanbetaling verplicht alle toekomstige rentetermijnen direct te voldoen, zonder deugdelijke verrekening van het voordeel voor de kredietgever, is een oneerlijk beding in de zin van Richtlijn 93/13/EEG en moet worden vernietigd.

Civiel RechtVerbintenissenrecht, Financieel Recht
Internationaal PubliekrechtEuropees Recht
Hoge Raad80x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2000:AA4436

ECLI:NL:HR:2000:AA443621 januari 2000Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtArbeidsrecht, Burgerlijk Procesrecht, Verbintenissenrecht
Hoge Raad64x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2011:BQ1684

ECLI:NL:HR:2011:BQ16848 juli 2011Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtVerbintenissenrecht, Vastgoedrecht
Hoge Raad52x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2014:3240

ECLI:NL:HR:2014:324014 november 2014Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtOndernemingsrecht, Verbintenissenrecht, Burgerlijk Procesrecht
Hoge Raad39x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2002:AD4925

ECLI:NL:HR:2002:AD492511 januari 2002Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtHuurrecht, Verbintenissenrecht, Burgerlijk Procesrecht
Hoge Raad37x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2020:283 - Hoge Raad: Geen gedeeltelijke ontbinding, wel ex nunc toetsing in hoger beroep

ECLI:NL:HR:2020:28321 februari 2020Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

De Hoge Raad oordeelt dat een arbeidsovereenkomst niet gedeeltelijk kan worden ontbonden op grond van art. 7:671b BW. Wel zijn er andere wijzen van gedeeltelijke beëindiging. Bij hoger beroep tegen een afgewezen ontbindingsverzoek moet de rechter oordelen naar de actuele situatie (ex nunc).

Civiel RechtArbeidsrecht, Burgerlijk Procesrecht
Hoge Raad33x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2013:CA3765 - Vano/Foreburghstaete: Vernietiging wegens dwaling sluit schadevergoeding wegens tekortkoming uit

ECLI:NL:HR:2013:CA376511 oktober 2013Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

Vano/Foreburghstaete Arrest

Na vernietiging van een overeenkomst wegens dwaling is er geen contractuele grondslag meer voor schadevergoeding wegens tekortkoming. De vernietiging werkt met terugwerkende kracht, waardoor de overeenkomst en de daarin opgenomen garanties geacht worden nooit te hebben bestaan. Voor schadevergoeding is een specifieke rechtsgrond vereist.

Civiel RechtVerbintenissenrecht, Vastgoedrecht, Burgerlijk Procesrecht
Hoge Raad32x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:1998:ZC2789

ECLI:NL:HR:1998:ZC278927 november 1998Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak