Terug naar bibliotheek
Boek 6. Algemeen gedeelte van het verbintenissenrecht
Titel 5. Overeenkomsten in het algemeen
Afdeling 5. Wederkerige overeenkomsten
Artikel 277

Artikel 277 (Schadevergoeding bij ontbinding overeenkomst)

Laatste versie

1. Wordt een overeenkomst geheel of gedeeltelijk ontbonden, dan is de partij wier tekortkoming een grond voor ontbinding heeft opgeleverd, verplicht haar wederpartij de schade te vergoeden die deze lijdt, doordat geen wederzijdse nakoming doch ontbinding van de overeenkomst plaatsvindt.

2. Indien de tekortkoming niet aan de schuldenaar kan worden toegerekend, is het vorige lid slechts van toepassing binnen de grenzen van het in artikel 78 bepaalde.

Uitleg in duidelijke taal

1. Wordt een overeenkomst geheel of gedeeltelijk ontbonden, dan is de partij wier tekortkoming een grond voor ontbinding heeft opgeleverd, verplicht haar wederpartij de schade te vergoeden die deze lijdt, doordat geen wederzijdse nakoming doch ontbinding van de overeenkomst plaatsvindt.

Dit betekent letterlijk: Wanneer een overeenkomst geheel of gedeeltelijk wordt beëindigd (ontbonden), is de partij wiens tekortkoming een reden (grond) voor de ontbinding heeft gevormd, verplicht om aan haar wederpartij de schade te vergoeden die de wederpartij lijdt als gevolg van het feit dat er geen wederzijdse nakoming van de overeenkomst plaatsvindt, maar in plaats daarvan de overeenkomst wordt ontbonden.

2. Indien de tekortkoming niet aan de schuldenaar kan worden toegerekend, is het vorige lid slechts van toepassing binnen de grenzen van het in artikel 78 bepaalde.

Dit betekent letterlijk: Als de tekortkoming niet aan de schuldenaar kan worden verweten (toegerekend), is de bepaling van het vorige lid (lid 1) enkel van toepassing binnen de kaders (grenzen) van wat in artikel 78 is vastgelegd (bepaalde).

Gerelateerde rechtspraak

Hoge Raad92x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2017:773 - Hoge Raad: Boetebeding Dexia voor vervroegde opeising rente is oneerlijk

ECLI:NL:HR:2017:77321 april 2017Dit wetsartikel wordt 8 keer genoemd in deze uitspraak

Een beding in een effectenleaseovereenkomst dat de consument bij wanbetaling verplicht alle toekomstige rentetermijnen direct te voldoen, zonder deugdelijke verrekening van het voordeel voor de kredietgever, is een oneerlijk beding in de zin van Richtlijn 93/13/EEG en moet worden vernietigd.

Civiel RechtVerbintenissenrecht, Financieel Recht
Internationaal PubliekrechtEuropees Recht
Hoge Raad64x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2011:BQ1684

ECLI:NL:HR:2011:BQ16848 juli 2011Dit wetsartikel wordt 4 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtVerbintenissenrecht, Vastgoedrecht
Hoge Raad25x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2004:AP7760

ECLI:NL:HR:2004:AP776024 september 2004Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtVerbintenissenrecht, Vastgoedrecht, Burgerlijk Procesrecht
Hoge Raad20x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2009:BI3402

ECLI:NL:HR:2009:BI340210 juli 2009Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad5x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2010:BM2329

ECLI:NL:HR:2010:BM23299 juli 2010Dit wetsartikel wordt 3 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtVerbintenissenrecht, Huurrecht
Hoge Raad6x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2018:426 - Uitleg beëindigingsclausule: is opzegging ook ontbinding met schadevergoeding?

ECLI:NL:HR:2018:42623 maart 2018Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

De Hoge Raad oordeelt dat een hof essentieel verweer moet behandelen over de vraag of een contractuele beëindigingsclausule een opzeggingsmogelijkheid of een ontbindingsgrond is. De rechtsgevolgen, met name de aanspraak op schadevergoeding en ongedaanmaking, verschillen wezenlijk en vereisen een gemotiveerde beslissing.

Civiel RechtVerbintenissenrecht, Burgerlijk Procesrecht
Hoge Raad1x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2011:BQ7049

ECLI:NL:HR:2011:BQ70498 juli 2011Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad

ECLI:NL:HR:2023:102

ECLI:NL:HR:2023:10227 januari 2023Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad

ECLI:NL:HR:2022:859

ECLI:NL:HR:2022:85910 juni 2022Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak