Arrest inhoud

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN

CIVIELE KAMER

Nummer 21/01282

Datum 3 juni 2022

ARREST

In de zaak van

INVESTINFUTURE HOLDING B.V.,gevestigd te Hilversum,

EISERES tot cassatie,

hierna: IIF,

advocaat: H.J.W. Alt,

tegen

[verweerder],wonende te [woonplaats],

VERWEERDER in cassatie,

hierna: [verweerder],

niet verschenen.

de uitspraken in de zaak C/09/525423 / HA ZA 17-79 van de rechtbank Den Haag van 6 januari 2017, 16 januari 2017, 8 februari 2017, 1 november 2017, 24 januari 2018, 1 augustus 2018 en 27 maart 2019;

het arrest in de zaak 200.267.544/01 en 200.267.687/01 van het gerechtshof Den Haag van 22 december 2020.

IIF heeft tegen het arrest van het hof beroep in cassatie ingesteld.

Tegen [verweerder] is verstek verleend.

De zaak is voor IIF toegelicht door haar advocaat.

De conclusie van de Advocaat-Generaal T. Hartlief strekt tot verwerping van het cassatieberoep.

De advocaat van IIF heeft schriftelijk op die conclusie gereageerd.

2 Beoordeling van het middel

De Hoge Raad heeft de klachten over het arrest van het hof beoordeeld. De uitkomst hiervan is dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van dat arrest. De Hoge Raad hoeft niet te motiveren waarom hij tot dit oordeel is gekomen. Bij de beoordeling van deze klachten is het namelijk niet nodig om antwoord te geven op vragen die van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht (zie artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie).

3 Beslissing

De Hoge Raad:

Dit arrest is gewezen door de raadsheren C.E. du Perron, als voorzitter, F.J.P. Lock en G.C. Makkink, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer F.J.P. Lock op 3 juni 2022.