ECLI:NL:HR:2022:1702 - Bevoegdheid Nederlandse rechter: de plaats van waaruit een piloot gewoonlijk werkt - 17 november 2022
Arrest
Rechtsgebieden
Genoemde wetsartikelen
Essentie
Voor de bepaling van de internationaal bevoegde rechter onder Brussel I-bis, is de ‘plaats van waaruit’ een werknemer werkt een feitelijke beoordeling van alle omstandigheden. Bij een piloot is de luchthaven van vertrek en terugkeer van ‘tours’ en waar instructies worden ontvangen, doorslaggevend voor de bevoegdheid.
Arrest inhoud
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
CIVIELE KAMER
Nummer 21/04460
Datum 18 november 2022
BESCHIKKING
In de zaak van
NETJETS MANAGEMENT LIMITED,gevestigd te Londen, Verenigd Koninkrijk,
VERZOEKSTER tot cassatie,
hierna: NetJets,
advocaat: S.F. Sagel,
tegen
[de piloot],wonende te [woonplaats],
VERWEERDER in cassatie,
hierna: de piloot,
niet verschenen.
de beschikking in de zaak 8647820 \ AO VERZ 20-109 van de kantonrechter te Haarlem van 1 oktober 2020;
de beschikkingen in de zaak 200.287.612/01 van het gerechtshof Amsterdam van 27 juli 2021 en 12 oktober 2021.
NetJets heeft tegen de beschikking van het hof van 27 juli 2021 beroep in cassatie ingesteld. De procesinleiding is aan deze beschikking gehecht en maakt daarvan deel uit.
De piloot heeft geen verweerschrift ingediend.
De conclusie van de Advocaat-Generaal P. Vlas strekt tot verwerping van het cassatieberoep.
De advocaat van NetJets heeft schriftelijk op die conclusie gereageerd.
2 Uitgangspunten en feiten
2.1 In cassatie kan van het volgende worden uitgegaan. (i) NetJets is een in het Verenigd Koninkrijk gevestigde luchtvaartmaatschappij die privévluchten verzorgt. NetJets vervoert personen binnen Europa, naar Noord-Afrika en naar de oostkust van de Verenigde Staten van Amerika. (ii) De piloot werkte in dienst van NetJets. (iii) In de arbeidsovereenkomst van de piloot staat onder andere: “5. Place of work
5.1 It is in the nature of the Flight Crew Member’s position that job mobility is essential. The Flight Crew Member will not have a normal place of work. The Flight Crew Member will be expected to travel as necessary for the proper performance of his duties under this Agreement. (...)
6 Gateway Airport
6.1 The Flight Crew Member will be required to select an airport from which, subject to such airport being agreed by the Company, he/she will be transported to his/her aircraft for the start of commencement of his/her duties under this Agreement ("the Gateway Airport"). In the event that the Flight Crew Member chooses makes his/her own travel arrangements to travel to the aircraft, such arrangements shall be made at his/her own expense.
6.2 For the avoidance of doubt, the Gateway Airport is not, and shall not be deemed to be the Flight Crew Member's place of work or base, it being hereby acknowledged by both parties that the location where the Flight Crew Member performs the entirety of his/her duties depends entirely on where the aircraft is and the trip being undertaken.”
(iv) In de Operations Manual van NetJets staan als definities: “Gateway: The location, permanent or temporary, selected by the crew member for the day he starts or ends a tour. The company will assign home base as being the crew member chosen gateway. Home base: The location, assigned by the operator to the crew member, from where the crew member normally starts and ends a duty period or a series of duty periods and where, under normal circumstances, the operator is not responsible for the accommodation of the crew member concerned. (...) Tour: A series of consecutive duty days that normally begins after a period of more than 3 consecutive days off and that starts when the crew member first leaves his gateway for the purpose of performing a flight duty period positioning (including any standby period). A crew member is considered to be away from the gateway for the entire duration of the tour. If, during a tour, a crew member ends a duty period at his gateway, [NetJets] shall continue to provide a suitable accommodation unless the crew member is assigned home standby duty (...)” (v) De piloot draaide diensten (een tour geheten) van zes dagen achtereen, waarna hij vijf dagen vrij was voordat een nieuwe dienst van zes dagen begon. De piloot vertrok vanaf de luchthaven Schiphol hetzij met een vliegtuig van NetJets waarvan hij de piloot was, hetzij met een lijnvlucht naar een andere luchthaven. (vi) De piloot ontving van medewerkers van het kantoor van NetJets in Portugal per e-mail en via een app op zijn iPad instructies voor de vluchten van zijn dienst. (vii) Bij brief van 18 mei 2020 heeft NetJets de arbeidsovereenkomst van de piloot per direct opgezegd met betaling van een ‘statutory redundancy pay’ en een ‘payment in lieu of outstanding notice’ ter hoogte van drie maandsalarissen.
2.2 In dit geding verzoekt de piloot onder meer toekenning van een transitievergoeding, een billijke vergoeding en een gefixeerde schadevergoeding. De kantonrechter heeft zich onbevoegd verklaard van de verzoeken kennis te nemen.
2.3 Het hof heeft de beschikking van de kantonrechter vernietigd en de zaak teruggewezen naar de kantonrechter om op de hoofdzaak te worden beslist. Daartoe heeft het hof, samengevat en voor zover in cassatie van belang, het volgende overwogen.
Op deze procedure is de Brussel I-bis Verordening
3 Beoordeling van het middel
3.1.1 Onderdeel 1 van het middel bevat de klacht dat onjuist is de beslissing van het hof (in rov. 3.7) dat niet van belang is dat de ‘home base’ op verzoek van de werknemer kan worden gewijzigd. Het hof heeft daarmee volgens het onderdeel miskend dat bij de beoordeling of een bepaalde luchthaven de ‘home base’ van een piloot is in de zin van bijlage III bij Verordening (EEG) nr. 3922/91, van (groot) belang is of die ‘home base’ is aangewezen door de exploitant van de luchtvaartmaatschappij waar de piloot in dienst is, of dat die ‘home base’ (de facto) door de piloot wordt bepaald (en kan worden gewijzigd). Althans heeft het hof met die beslissing miskend dat bij de beoordeling welk gewicht in een concreet geval aan de tussen werknemer en werkgever als ‘home base’ geldende luchthaven kan worden toegekend bij de beoordeling van waaruit die piloot zijn werkzaamheden verricht in de zin van art. 21 lid 1, onder b, onderdeel i, Brussel I-bis Verordening, van (groot) belang is of de luchtvaartmaatschappij waar de piloot in dienst is die ‘home base’ aanwijst, dan wel of de piloot die ‘home base’ (de facto) bepaalt.
3.1.2 De Hoge Raad stelt voorop dat het onderdeel terecht niet bestrijdt het door het hof in rov. 3.6 van zijn uitspraak vermelde (hiervoor in 2.3 weergegeven) beoordelingskader voor de vraag of de Nederlandse rechter in dit geding bevoegd is.
3.1.3 Het oordeel van het hof dat Schiphol de plaats is ‘van waaruit’ de piloot het belangrijkste deel van zijn verplichtingen jegens NetJets vervulde, berust op een waardering en weging van het geheel van omstandigheden dat dit geval kenmerkt. De omstandigheid dat de ‘home base’ in de zin van B bijlage III bij Verordening (EEG) nr. 3922/91 Schiphol was, neemt in dat geheel naar het kennelijke oordeel van het hof slechts een ondergeschikte plaats in. Het oordeel van het hof dat de Nederlandse rechter bevoegd is, steunt immers voornamelijk op de omstandigheden (rov. 3.7):
- dat de piloot zijn opdrachten voor NetJets verrichtte vanaf de luchthaven Schiphol en daar na elke tour ook weer terugkeerde;
- dat de piloot vanaf Schiphol vertrok hetzij met een lijnvlucht hetzij als piloot in een vliegtuig van NetJets;
- dat de piloot de instructies voor opdrachten thuis ontving via e-mail of via een app op zijn i-pad;
- dat de piloot na aanvaarding van een opdracht ervoor zorgde dat hij in het pilotenuniform van NetJets op de afgesproken tijd op Schiphol aanwezig was;
- dat de piloot tot het begin van een tour en na afloop daarvan voor eigen vervoer en onderdak moest zorgen, op eigen kosten, en dat NetJets gedurende een tour de zorg voor vervoer en accommodatie overnam en de daarmee gemoeide kosten betaalde. Tegen deze achtergrond geeft niet blijk van een onjuiste rechtsopvatting en is evenmin onbegrijpelijk dat de omstandigheid dat de ‘home base’ in de zin van bijlage III bij Verordening (EEG) nr. 3922/91 op verzoek van de piloot kon worden gewijzigd, het hof niet heeft weerhouden van zijn hiervoor bedoelde oordeel omtrent de plaats ‘van waaruit’ de piloot het belangrijkste deel van zijn verplichtingen jegens NetJets vervulde. De klachten van het onderdeel stuiten hierop af.
3.2 De overige klachten van het middel kunnen evenmin tot cassatie leiden. De Hoge Raad hoeft niet te motiveren waarom hij tot dit oordeel is gekomen. Bij de beoordeling van deze klachten is het namelijk niet nodig om antwoord te geven op vragen die van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht (zie art. 81 lid 1 RO).
4 Beslissing
De Hoge Raad:
-
verwerpt het beroep;
-
veroordeelt NetJets in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van [de piloot] begroot op nihil.
Deze beschikking is gegeven door de vicepresident M.J. Kroeze als voorzitter en de raadsheren C.H. Sieburgh, H.M. Wattendorff, F.J.P. Lock en A.E.B. ter Heide, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer F.J.P. Lock op 18 november 2022.
Verordening (EU) nr. 1215/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2012 betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken, PbEU 2012, L 351/1.
Verordening (EEG) nr. 3922/91 van de Raad van 16 december 1991 inzake de harmonisatie
van technische voorschriften en administratieve procedures op het gebied van de
burgerluchtvaart, PbEG 1991, L 373/4, zoals gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1899/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2006, PbEU 2006, L 377/1.