Arrest inhoud

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN

STRAFKAMER

Nummer 20/03034 B Datum16 november 2021

BESCHIKKING

op het beroep in cassatie tegen een beschikking van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 21 september 2020, nummer AV-000530-20, op een klaagschrift als bedoeld in artikel 552a van het Wetboek van Strafvordering, ingediend

door

[klaagster] , geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1969, hierna: de klaagster.

1 Procesverloop in cassatie

Het beroep is ingesteld door de klaagster. Namens deze heeft J. Kuijper, advocaat te Amsterdam, bij schriftuur een cassatiemiddel voorgesteld. De schriftuur is aan deze beschikking gehecht en maakt daarvan deel uit. De advocaat-generaal T.N.B.M. Spronken heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep. De raadsvrouw heeft daarop schriftelijk gereageerd.

2 Beoordeling van het cassatiemiddel

De Hoge Raad heeft de klachten over de uitspraak van het hof beoordeeld. De uitkomst hiervan is dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van die uitspraak. De Hoge Raad hoeft niet te motiveren waarom hij tot dit oordeel is gekomen. Bij de beoordeling van deze klachten is het namelijk niet nodig om antwoord te geven op vragen die van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht (zie artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie).

3 Beslissing

De Hoge Raad verwerpt het beroep.

Deze beschikking is gegeven door de vice-president V. van den Brink als voorzitter, en de raadsheren A.L.J. van Strien en M.J. Borgers, in bijzijn van de waarnemend griffier B.C. Broekhuizen-Meuter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 16 november 2021.