Arrest inhoud

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN

STRAFKAMER

Nummer 19/04632 Datum 2 februari 2021

ARREST

op het beroep in cassatie tegen een arrest van het gerechtshof te 's-Gravenhage van 23 april 2013, nummer 20/000190-10, in de strafzaak

tegen

[verdachte] , geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1968, hierna: de verdachte.

1 Procesverloop in cassatie

Het beroep is ingesteld door het openbaar ministerie. Het heeft bij schriftuur een cassatiemiddel voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit. De advocaat-generaal E.J. Hofstee heeft geconcludeerd tot vernietiging van de bestreden uitspraak en tot terugwijzing naar het gerechtshof ’s-Gravenhage, opdat de zaak op het bestaande hoger beroep opnieuw wordt berecht en afgedaan.

2 Beoordeling van het cassatiemiddel

2.1 Het cassatiemiddel klaagt over het oordeel van het hof dat de in het arrest genoemde stukken van het bewijs dienen te worden uitgesloten.

2.2 Het cassatiemiddel slaagt. De redenen daarvoor staan vermeld in het arrest dat de Hoge Raad op 17 juni 2014 heeft uitgesproken in de zaak ECLI:NL:HR:2014:1451.

3 Beslissing

De Hoge Raad:

  • vernietigt de uitspraak van het hof;
  • verwijst de zaak naar het gerechtshof ‘s-Hertogenbosch, opdat de zaak opnieuw wordt berecht en afgedaan.

Dit arrest is gewezen door de vice-president J. de Hullu als voorzitter, en de raadsheren E.S.G.N.A.I. van de Griend en M.J. Borgers, in bijzijn van de waarnemend griffier E. Schnetz, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 2 februari 2021.